Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de verkiezingen in Limburg
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de verkiezingen in Limburg (ingezonden 23 maart 2023).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
12 april 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat er bij de verkiezingen voor het Waterschap Limburg
dertigduizend (!) stemmen bij verkeerde partijen terecht zijn gekomen?1
Antwoord 1
Ik ben ermee bekend dat de eerste voorlopige (niet-officiële) uitslagen van de verkiezing
voor het algemeen bestuur van waterschap Limburg afwijken van de officiële verkiezingsuitslag.
Ik heb contact laten zoeken met Waterschap Limburg, en kan u op basis daarvan als
volgt berichten over de oorzaak van deze verschillen.
Na elke verkiezing maken gemeenten in de avond/nacht na de stemming dan wel daags
na de stemming voorlopige uitslagen bekend, en geven die door aan een of meer media (waaronder het ANP). Deze
voorlopige uitslagen zijn gebaseerd op eerste voorlopige, niet-officiële tellingen
van de stembureaus op de avond van de stemming. Het gaat om tellingen op lijstniveau,
die de stembureaus hebben verricht nadat zij de stembiljetten hebben uitgevouwen en
op de juiste stapel hebben gelegd. De stembureaus geven deze voorlopige uitslagen
door aan de gemeente (en gaan vervolgens verder met de officiële tellingen, waarvan
zij de resultaten noteren in hun proces-verbaal); de gemeente op haar beurt maakt
de voorlopige uitslagen bekend en geeft die door aan de media. In feite is het doorgeven
van deze voorlopige uitslagen niets meer dan een service aan de media en het publiek,
die benieuwd zijn naar de eerste resultaten van de verkiezingen.
Waterschap Limburg heeft op vrijdag 17 maart 2023 een voorlopige uitslag bekendgemaakt
die was gebaseerd op de hierboven bedoelde voorlopige uitslagen die de Limburgse gemeenten
op woensdag 15 en donderdag 16 maart hebben doorgegeven. Deze zijn door functionarissen
van het waterschap verwerkt in een zelfgemaakte spreadsheet, waarin echter helaas
een fout bleek te zitten. Ook is geconstateerd dat in de voorlopige uitslagen van
enkele gemeenten niet alle stembureaus waren meegenomen, en dat de door één gemeente
doorgegeven voorlopige uitslag fouten bevatte. Dat werd pas ontdekt toen het centraal
stembureau voor de waterschapsverkiezing op maandag 20 maart de officiële uitkomsten
van de gemeenten binnenkreeg. Dit verklaart de grote verschillen tussen de voorlopige
uitslag en de definitieve uitslag, die het centraal stembureau uiteindelijk op vrijdag
24 maart heeft vastgesteld.
Vraag 2
Bent u bekend met signalen dat er naast grote wanordelijkheden bij het tellen van
de stemmen voor het Waterschap Limburg ook signalen zijn voor fouten bij het tellen
van de stemmen voor de provinciale staten Limburg?
Antwoord 2
Ik heb contact laten zoeken met het centraal stembureau voor de provinciale statenverkiezing
in Limburg. Daaruit is mij gebleken dat er, los van het feit dat het tellen van de
stemmen in veel stembureaus op de avond/nacht na de stemming erg lang duurde, en los
van enkele terugverwijzingen door het centraal stembureau vanwege kleine (tel)fouten
(op grond van artikel P 1e, tweede lid, van de Kieswet), geen sprake is van grote
fouten of problemen bij het tellen van de stemmen voor de provinciale statenverkiezing
in Limburg. Er zijn door belangstellenden ook geen bezwaren ingediend tijdens de zitting
van het centraal stembureau tot vaststelling van de uitslag van deze verkiezing.
Vraag 3
Deelt u de mening dat dit het vertrouwen in de politiek ernstig schaadt? Zo ja, heeft
u de bereidheid om de provinciale staten Limburg, maar zeker het Waterschap Limburg
te verzoeken om bij Limburgse gemeenten aan te dringen op het hertellen van stemmen?
Graag een gedetailleerd antwoord.
Antwoord 3
Ik deel de mening dat het erg vervelend is dat de voorlopige uitslagen van de waterschapsverkiezing
in Limburg zo sterk afweken van de officiële uitslag. Alleen het centraal stembureau
of het vertegenwoordigend orgaan waarvoor de verkiezing is gehouden kunnen besluiten
tot een hertelling. Het past mij als Minister van BZK niet om daarop aan te dringen,
nog los van de vraag of daar – gegeven mijn antwoorden op de vragen 1 en 2 – aanleiding
voor zou zijn.
Vraag 4 en 5
Bent u bekend met het item van De Avondshow met Arjen Lubach waarin pure catfishing
door het CDA wordt blootgelegd?2
Wat vindt u van het feit het CDA negen (!) «lokale partijen» heeft opgericht, allen
beginnend met waterbelang, met als doel de kiezer te misleiden om zo toch de stemmen
naar het CDA te laten gaan? Graag in uw antwoord of u voornemens bent deze pure misleiding
aan banden te leggen.
Antwoord 4 en 5
Ik ben bekend met het item van De Avondshow met Arjen Lubach waarnaar de vragensteller
verwijst. Het item stelt aan de orde dat er aan de verkiezingen van het algemeen bestuur
van Waterschap Limburg negen partijen hebben meegedaan waarvan de lijstnaam begint
met «Waterbelang», gevolgd door de regio waar de kandidaten vandaan komen. De kandidaten
zouden tevens actief zijn voor en/of lid zijn van het CDA.
De Kieswet staat niet aan deze werkwijze in de weg. Ik heb momenteel geen voornemens
voor beperkende regelgeving op dit punt. Die zou in de praktijk al snel neerkomen
op een verbod voor kandidaten van een bepaalde politieke groepering om tevens lid
te zijn van of actief voor een andere politieke groepering. In het algemeen ben ik
er wel voorstander van dat politieke partijen zo open mogelijk zijn over eventuele
samenwerkingsverbanden met andere politieke partijen.
Vraag 6
Klopt het dat Waterbelang heeft meegedaan met 128 kandidaten en dat dit aantal boven
het door de Kiesraad vastgestelde maximum ligt?
Antwoord 6
Het klopt dat de partijen waarvan de lijstnaam begint met «Waterbelang» in totaal
128 personen hebben gekandideerd voor de waterschapsverkiezing in Limburg. Ingevolge
artikel H 6, tweede lid, van de Kieswet, mogen op eenzelfde lijst de namen van ten
hoogste vijftig kandidaten worden geplaatst. Er is niet gehandeld in strijd met deze
bepaling. Het gaat immers om negen verschillende lijsten. Er is geen sprake van een
door de Kiesraad vastgesteld maximum, noch van een bevoegdheid van de Kiesraad om
dergelijke maxima voor te schrijven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.