Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de 146e zitting van de Assemblee van de Interparlementaire Unie
29 679 Verslag van de zittingen van de Assemblee van de Interparlementaire Unie
AK/ Nr. 37
VERSLAG VAN DE 146E ZITTING
Vastgesteld 11 april 2023
Inleiding
In Manama, Bahrein vond van 11–15 maart 2023 de 146ste zitting van de Assemblee van de Interparlementaire Unie (IPU) plaats. De Nederlandse
groep van de IPU vaardigde naar deze zitting een delegatie af bestaande uit de Eerste
Kamerleden Joop Atsma (delegatieleider, CDA), Arda Gerkens (SP), Hendrik-Jan Talsma (CU) en Petra Stienen (D66) en het Tweede Kamerlid Agnes Mulder (CDA).
Ongeveer zevenhonderd parlementsleden uit 136 landen participeerden in de vergaderingen
van de IPU, de oudste internationale samenwerkingsorganisatie van parlementen wereldwijd.
Het centrale thema van de conferentieweek was Promoting peaceful coexistence and inclusive societies: Fighting intolerance. Veel aandacht ging uit naar de oorlog in Oekraïne en de elf opeenvolgende aardbevingen
in Turkije en Syrië waarbij meer dan 45.000 mensen omkwamen waaronder één lid van
het parlement en het klimaat. Volgend jaar lanceert de IPU de campagne Parliaments For the Planet die erop is gericht de uitkomsten van de klimaatconferentie van Parijs wereldwijd
te implementeren. De Nederlandse delegatie had een actieve bijdrage in deze Assemblee
met Agnes Mulder als voorzitter van de Standing Commissie inzake Duurzame Ontwikkeling,
Arda Gerkens als lid van het Comité van de mensenrechten van parlementariërs, en mevrouw
Stienen als panellid van de workshop over seksuele en reproductieve gezondheid. Nederlandse
leden waren ook nauw betrokken bij de totstandkoming van de resolutie Raising awareness and calling for action on the serious humanitarian crises affecting
the peoples of Afghanistan, the Syrian Arab Republic, Ukraine, Yemen and other countries,
and on the particular vulnerability of women and children die door de Assemblee werd aanvaard. De dag voor de opening en tijdens de zitting
vergaderde de 12 Plus Groep, een van de zes geopolitieke groepen binnen de IPU, waar
Nederland lid van is. De Griffier van de Eerste Kamer, Remco Nehmelman nam deel aan
de vergaderingen van de vereniging van secretarissen-generaal (ASGP), die altijd bijeenkomt
tijdens een IPU-Assemblee. De heer Nehmelman was al lid van het dagelijks bestuur
en werd tijdens deze vergadering gekozen tot vice-voorzitter. De delegatie sprak tijdens
hun verblijf met de Nederlandse ambassadeur in Koeweit en Bahrein, de heer Laurens
Westhoff en de militaire attaché, kapitein-luitenant ter zee Peter de Groot. Ook bracht
een aantal delegatieleden een bezoek aan Boskalis die zich bezig houdt met landwinning
in Bahrein. Naast de werkzaamheden van Boskalis in de regio kwam maatschappelijk verantwoord
ondernemen ter sprake.
Plenaire vergaderingen
Op 11 maart werd de conferentie geopend in aanwezigheid van de vice-premier van Bahrein,
Shaikh Khalid bin Abdullah Al Khalifa die sprak namens Koning Hamad bin Isa Al Khalifa.
De vice-premier verwees naar de uitzonderlijke omstandigheden waaronder de IPU Assemblee
bijeen kwam waaronder vijandschap, oorlogen, natuurrampen, crises in verband met klimaatverandering,
water- en voedselzekerheidsproblemen en de verergering van extremisme en terrorisme.
«Dergelijke uitdagingen leggen ons allen, leiders, regeringen en parlementen, veel
grotere verantwoordelijkheden op bij de totstandbrenging van een rechtvaardiger, billijker
en samenhangender mondiaal politiek, veiligheids- en economisch systeem dat gebaseerd
is op stevige fundamenten van vriendschap, wederzijds respect, vreedzame coëxistentie
en internationaal partnerschap,» sprak hij. «De parlementaire diplomatie kan hieraan
bijdragen door samenwerking en de uitwisseling van ervaringen en er bij de regeringen
op aan te dringen doeltreffender maatregelen en procedures te ontwikkelen en uit te
voeren in het belang van de veiligheid en de welvaart van de mens,» aldus Shaikh Khalid.
IPU-president, Duarte Pacheco, sprak in zijn openingswoorden over de afname van vreedzame
coëxistentie, inclusie en tolerantie ten aanzien van afwijkende standpunten en de
toename van intolerantie en discriminatie, polarisatie, kritiek op bestuurlijke structuren.
«Wereldwijd neemt het vertrouwen in de overheid en de media af, worden religieuze
vrijheden ingeperkt en nemen religieuze discriminatie, racisme en vreemdelingenhaat
toe,» zei Pacheco. Ook de beperking van de toegang van vrouwen tot – of zelfs hun
uitsluiting van – besluitvormingsfuncties, onderwijs of gezondheidszorg is een bedreiging
voor de democratie en de fundamentele mensenrechten. «Wat er in Afghanistan gebeurt,
moet krachtig worden veroordeeld, wanneer vrouwen het recht op onderwijs wordt ontzegd
en parlementsleden worden geëxecuteerd,» stelde Pacheco. Hij merkte op dat ondanks
de inzet van de IPU voor meer gendergelijkheid in de parlementen, en hoewel er voor
het eerst in de geschiedenis geen enkel functionerend parlement geen vrouwen telt,
de vertegenwoordiging van vrouwen te langzaam groeit. «We moeten onze inspanningen
verdubbelen om de doelen die we voor onze parlementen en onze landen hebben gesteld,
te bereiken,» sprak hij. «We hebben naast meer vrouwelijke parlementsleden ook meer
jonge parlementsleden nodig. We kunnen niet echt inclusief zijn zonder de jongere
generatie erbij te betrekken,» volgens Pacheco. Over de oorlog in Oekraïne zei Pacheco:
«Deze oorlog moet ophouden, deze invasie moet stoppen en het internationaal recht
moet zegevieren.»
Het algemene debat over het thema Promoting peaceful coexistence and inclusive societies: Fighting intolerance (als bijlage toegevoegd aan dit verslag) begon op 12 maart met bijdragen van vele
voorzitters, ondervoorzitters en leden van parlementen. Op 14 maart nam Petra Stienen
het woord. Tijdens haar inbreng vroeg zij aandacht voor het ingetrokken visum van
de waarnemers van Human Rights Watch kort voor aanvang van de IPU vergadering. «We
moeten allemaal ons huiswerk doen als het gaat om mensenrechten, tolerantie en integratie,
hoe moeilijk het soms ook is om in de spiegel te kijken en te zien dat we fouten maken,
als politici, als mensen,» aldus Stienen. Zij verwees hierbij naar het onderzoek dat
de Eerste Kamer had laten uitvoeren naar de relatie tussen anti-discriminatiewetgeving
en de effecten daarvan in de praktijk in reactie op het kindertoeslag schandaal waarbij
overheidsinstanties discriminerend bleken te zijn op grond van etniciteit en ras.
«We moeten in democratieën openstaan voor kritiek van buitenaf, van onze burgers,
van deskundigen en van niet-gouvernementele organisaties en een manier vinden om in
onze democratieën vreedzaam van mening te verschillen,» sprak zij. Daarom onderstreepte
zij namens de Nederlandse delegatie de bezorgdheid over het feit dat het visum voor
de delegatie van Human Rights Watch twee dagen voor het begin van deze vergadering
was ingetrokken. «Human Rights Watch verdedigt kernwaarden van de IPU waarop wij geen
enkel compromis kunnen sluiten,» stelde Stienen. Zij bracht het schriftelijke verzoek
van de 12 Plus Groep aan de voorzitter om namens de gehele IPU een officiële verklaring
af te leggen waarin deze gang van zaken duidelijk aan de kaak wordt gesteld nogmaals
onder de aandacht. Dezelfde dag kreeg Hendrik-Jan Talsma het woord in het algemene
debat. Talsma refereerde aan de uitdagende tijden waarin we leven en omarmde de aansporing
van de IPU om te werken aan vreedzame coëxistentie, inclusieve samenlevingen en het
bestrijden van onverdraagzaamheid. Talsma verwees naar Hugo de Groot, die een fundament
legde voor de mensenrechten zoals we die tegenwoordig kennen en het belang van het
maken van wetten die de vrijheid van geloof en godsdienst, de vrijheid van meningsuiting
en de toegang tot de rechter bevorderen benadrukte. «Het maken van wetten is één van
de belangrijkste functies van parlementen,» zie hij. Daarom herhaalde hij de oproep
van Hugo de Groot aan ieder van die de verantwoordelijke positie van parlementariër
bekleedt. «Laten wij hoeders zijn van de rechtsstaat, bezorgers van gerechtigheid
en vrede, voorvechters van de mensenrechten. Zodat zelfs in tijden van crisis en wanneer
de wapens spreken, de wetten nooit zwijgen,» zei Talsma.
Op 12 maart vond de plenaire verkiezing van het onderwerp voor het urgentiedebat,
het zogenaamde Emergency Item, plaats. Er waren zes voorstellen ingediend: een voorstel van Argentinië, The urgent need to combat violence against women in politics, particularly in light
of the proliferation of hate speech, fake news and violent incidents»; een voorstel van Qatar, Criminalizing contempt for religions and the spreading of hatred, and promoting coexistence,
tolerance, peace and international security; een voorstel van Indonesië Combating Islamophobia, fighting intolerance, eliminating racial discrimination, and
promoting peaceful coexistence among peoples and religions; een voorstel van de Afrikaanse groep, Creation of a global fund for countries vulnerable to natural disasters to address
loss and damage from climate change, een voorstel van de democratische republiek Congo, Call for urgent action to stop aggression, occupation and massive human rights violations
in the DRC in order to preserve its sovereignty and territorial integrity en een voorstel van Argentinië, Chili, Duitsland, Nederland en Oekraïne met steun
van de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische groep en de 12 Plus Groep Raising awareness and calling for action on the serious humanitarian crises affecting
the peoples of Afghanistan, the Syrian Arab Republic, Ukraine, Yemen and other countries,
and on the particular vulnerability of women and children.
Het voorstel van Argentinië, Chili, Duitsland, Nederland en Oekraïne met steun van
de Latijns-Amerikaanse en Caraïbische groep en de 12 Plus Groep ontving de meerderheid
van stemmen waarover vervolgens een actualiteitendebat volgde op 13 maart. Door het
Emergency Item te agenderen voor het debat wilden de indieners aandacht vragen voor het feit dat
lage- en middeninkomenslanden 74% van alle vluchtelingen in de wereld opvangen en
voor de kwetsbare positie waarin kinderen en vrouwen zich bevinden. Het debat op 13 maart
over de grote humanitaire crises die Afghanistan, Oekraïne, Jemen, Syrië, Turkije
en andere landen in de wereld teisteren werd door de Russische delegatie aangegrepen
om de Russische inval in Oekraïne te beschrijven als een burgeroorlog die sinds de
onconstitutionele verandering in Oekraïne in 2014 al aan de gang is. Dit riep een
felle reactie van de Poolse delegatie die hierna aan het woord kwam en sprak over
beweringen die niets met de werkelijkheid te maken hebben. Er is geen crisis in Oekraïne,
en er is daar geen burgeroorlog, er zijn geen twee standpunten, zoals de Russische
afgevaardigden willen doen geloven, er is gewoon sprake van barbaarse agressie door
Rusland wierp het Poolse parlementslid tegen. De heer Atsma gaf in zijn bijdrage aan
de verklaring van Rusland over de oorlog in Oekraïne niet te accepteren. Hij verwees
naar eerdere aangenomen IPU verklaringen waarin deze inval duidelijk is veroordeeld.
«Er is geen enkele twijfel over de werkelijke positie van Rusland in dit conflict,»
zei hij.
Een onderhandelingsteam bestaande uit parlementsleden uit de verschillende geopolitieke
groepen hadden gewerkt aan de tekst voor de gezamenlijke resolutie Raising awareness and calling for action on the serious humanitarian crises affecting
the peoples of Afghanistan, the Syrian Arab Republic, Ukraine, Yemen and other countries,
and on the particular vulnerability of women and children (als bijlage toegevoegd aan dit verslag) die op 15 maart in de plenaire vergadering
een ruime meerderheid van stemmen kreeg. Namens de 12 Plus Groep werden Hendrik-Jan
Talsma en de Canadese Michelle Rempel afgevaardigd in het onderhandelingsteam. De
resolutie roept de internationale gemeenschap op samen te werken om mensenlevens te
beschermen, het lijden te verlichten, de waardigheid te waarborgen en de toegang tot
basisvoorzieningen zoals voedsel, medische zorg, water en onderdak voor iedereen,
ongeacht zijn afkomst, te garanderen door middel van wettelijke en beleidsmaatregelen
op nationaal niveau.
Vergaderingen van de 12 Plus Groep
Op 10 maart vergaderde de 12 Plus Groep voor het eerst onder voorzitterschap van de
nieuwe voorzitter Andries Gryffroy uit België. Deze groep van 47 westerse landen bereidde
samen de plenaire vergadering van de IPU voor en het actualiteitendebat (het Emergency Item). Ook werden de amendementen van de leden van de groep op de verschillende ontwerpresoluties
besproken. In de groep waren er zorgen over het risico van privacy schendingen in
de tekst van de ontwerpresolutie van de commissie Vrede en internationale Veiligheid
Cyberattacks and cybercrimes: De nieuwe risico's voor de mondiale veiligheid (als bijlage toegevoegd aan dit verslag). De Spaanse rapporteur José Cepeda liet weten
de amendementen die ingediend zijn door de leden van de 12 Plus Groep te verwelkomen
omdat zij de positie van parlementariërs versterken om mensenrechten, democratie en
vrijheid te verdedigen en deze zal verdedigen zodat zij in de definitieve resolutie
worden opgenomen. Uit haar gelederen werden de parlementsleden gekozen om vacatures
binnen de IPU in te vullen. De heer Talsma werd namens de groep de kandidaat voor
de vacature in het comité voor Midden-Oostenvraagstukken dat zich bezighoudt met het
bevorderen van de dialoog en het verbeteren van de relatie tussen de landen in het
Midden-Oosten. Het visum van de waarnemers van Human Rights Watch dat was ingetrokken
kort voor aanvang van de IPU vergadering leidde in de 12 Plus Groep tot grote verontwaardiging.
Voorzitter Gryffroy vroeg per brief namens de groep aan IPU President Pacheco een
officiële verklaring om deze gang van zaken namens de gehele IPU te veroordelen.
Standing Committee on Sustainable Development
Onder voorzitterschap van het lid Agnes Mulder kwam de commissie voor duurzame ontwikkeling
drie maal bijeen op 12, 13 en 14 maart. Tijdens deze bijeenkomsten bespraken de leden
amendementen op de ontwerpresolutie Parliamentary efforts in achieving negative carbon balances of forests (als bijlage toegevoegd aan dit verslag). Na de behandeling van de 150 amendementen
ingediend door 23 lidstaten werd de tekst van de resolutie bij acclamatie aangenomen,
waarbij de Russische Federatie op een aantal punten voorbehouden had gemaakt. In de
resolutie staat dat ontbossing en de gevolgen daarvan voor de mensheid een gemeenschappelijke
strijd zijn die door de internationale gemeenschap als geheel moet worden aangepakt.
Parlementariërs moeten samen opkomen voor de natuurlijke fundamenten van het leven
en ervoor zorgen dat we allemaal goed kunnen leven op onze planeet. «Dit is niet alleen
essentieel vanuit het oogpunt van klimaatbeleid, maar ook als onderdeel van de agenda
voor vrede, stabiliteit en duurzame ontwikkeling. Er kan geen sprake zijn van een
gezonde economie op een ongezonde planeet,» vatte Mulder het belang van de resolutie
samen.
Bij het vaststellen van het werkplan voor de 147e en 148e vergadering werd op voorstel van Mulder een drietal verwante onderwerpen die werden
voorgesteld door de delegaties uit India, Verenigde Arabische Emiraten en Oekraïne
samengevoegd tot één thema voor een volgende resolutie Partnerschappen voor klimaatactie: De toegang tot betaalbare groene energie bevorderen
en zorgen voor innovatie, verantwoordelijkheid en billijkheid. Verder is besloten tot een hoorzitting met deskundigen over voedselzekerheid en
het houden van een voorbereidend gedeelte voor de parlementaire vergadering tijdens
COP28 in de Verenigde Arabische Emiraten over klimaatverandering.
Comité van de mensenrechten van parlementariërs
Een speciaal comité bestaande uit tien parlementsleden houdt zich bezig met de mensenrechtensituatie
van individuele parlementsleden wereldwijd. Tijdens de vorige IPU vergadering werd
Arda Gerkens door de Assemblee benoemd tot lid van dit comité waarin de 189 meldingen
van gevallen waarin de rechten van parlementariërs zijn geschonden uit 36 landen werden
besproken. Op 15 maart werden werd het rapport van dit comité plenair besproken en
aangenomen (als bijlage toegevoegd aan dit verslag). Ook nam Gerkens deel aan de paneldiscussie
op 14 maart over parlementaire solidariteit met parlementsleden die gevaar lopen met
getuigenissen uit Eritrea, Bolivia, Argentinië en Italië.
Overige
Op 10 maart brachten de leden Atsma en Talsma een bezoek aan Boskalis die zich bezig
houdt met landwinning in Bahrein. Naast de werkzaamheden van Boskalis in de regio
kwam maatschappelijk verantwoord ondernemen ter sprake. Op 11 maart nam Stienen deel
aan het Forum of Women Parliamentarians en sprak daar over de vertegenwoordiging van vrouwen in het parlement en het belang
dat alle geslachten in al hun diversiteit het gevoel moeten hebben dat hun stem vertegenwoordigd
is in het parlement. Ook nam Stienen op 14 maart deel aan het panel tijdens een workshop
over seksuele en reproductieve gezondheid die werd bijgewoond door Agnes Mulder. In
navolging van de weigering van de visa voor Human Rights Watch hebben Mulder en Stienen
gesproken met organisaties van mensenrechtenverdedigers in Bahrein. De Griffier van
de Eerste Kamer, Remco Nehmelman, nam deel aan de vergaderingen van de vereniging
van secretarissen-generaal (ASGP) die altijd bijeenkomt tijdens een IPU-assemblee.
Sinds maart 2022 maakt hij deel uit van het bestuur van deze vereniging en op 12 maart
2023 werd hij gekozen tot vice-president van de ASGP. Op 13 maart had Atsma een ontmoeting
met een aantal Afghaanse parlementariërs in ballingschap die op uitnodiging van de
IPU in Manama aanwezig waren. In het gesprek ging de Afghaanse delegatie in op de
verslechterende situatie in Afghanistan, met name voor vrouwen en meisjes na de staatsgreep
van de Taliban. Ook werd nadrukkelijk om steun gevraagd aan Nederland en het Ministerie
van Buitenlandse Zaken om parlementariërs en hun naaste familieleden in veiligheid
te brengen. In de avond sprak de Nederlandse delegatie met de ambassadeur voor Nederland
in Koeweit en Bahrein, de heer Laurens Westhoff en de militaire attaché, kapitein-luitenant
ter zee Peter de Groot. Op 14 maart woonden Talsma en Atsma het side-event over ontmijning
bij dat door de Oekraïne met steun van de 12 Plus Groep was georganiseerd. Het ging
hierbij niet alleen om het probleem van landmijnen in Oekraïne maar ook in andere
(voormalige) oorlogsgebieden. Op 15 maart werd Talsma gekozen als lid van het comité
voor Midden-Oostenvraagstukken dat zich bezighoudt met het bevorderen van de dialoog
en het verbeteren van de relatie tussen de landen in het Midden-Oosten.
De voorzitter van de delegatie, Atsma
De griffier van de delegatie, Christiaanse
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Indiener/ondertekenaar n.v.t., Functie n.v.t.