Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over de plannen voor het huisvesten van arbeidsmigranten bij het dorp Riel
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de plannen voor het huisvesten van arbeidsmigranten bij het dorp Riel (ingezonden 2 maart 2023).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
11 april 2023).
Vraag 1
Herinnert u uw antwoorden van 23 december 2022 op schriftelijke vragen over een toekomstige
huisvestingslocatie van arbeidsmigranten in het dorp Riel?1
Antwoord 1
Ja. Deze zijn door mijn collega Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beantwoordt.
Vraag 2
Herinnert u zich dat u schreef «Het is nuttig en noodzakelijk dat buurtbewoners en
lokale overheden in een vroeg stadium met elkaar het gesprek aan gaan. Op die manier
komt duidelijk in beeld waar mogelijkheden liggen, of waar juist tegen begrenzing
wordt opgelopen.»?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Vindt u dat dit in het geval van Riel, een dorp met 2.900 inwoners waar vlakbij 366
extra arbeidsmigranten gehuisvest zullen worden, is gebeurd? Zo ja, waar baseert u
dat op?
Antwoord 3
Het gaat hier over een situatie waarbij de bouw voor arbeidsmigranten nabij de gemeentegrens
zal plaatsvinden. Wij hebben gesproken met de gemeente Goirle waar Riel onder valt
en de gemeente Tilburg die het plan, dat op hun grondgebied ligt, toetst.
Van de gemeente Goirle hebben wij begrepen dat er aanvankelijk goede afspraken zijn
gemaakt over een regionaal woonkader. De huisvesting van bijzondere doelgroepen had
de aandacht en is vertaald naar een woonvisie. Daarin is ook de spreiding van arbeidsmigranten
in de regio verwerkt. In de regio zijn veel arbeidsmigranten werkzaam. Hierover hebben
de bestuurders van de gemeenten meermalen contact gehad.
In oktober is gesproken over het bouwen rondom de gemeentegrens en sindsdien is een
patstelling ontstaan, zo geven de gemeenten aan. Het huisvesten van 366 personen is
voor Riel te veel, ook omdat zij al een locatie hebben waar arbeidsmigranten zijn
gevestigd. De gemeente Tilburg heeft het initiatief getoetst en vindt de locatie kansrijk.
De gemeente Tilburg heeft een uitgebreid omgevingsdialoog ingezet met een klankbordgroep.
Zo ook met inwoners uit het dorp Riel. De klankbordgroep is vier keer bij elkaar gekomen.
Het doel van deze overleggen is om zorgen te uiten en daarop te anticiperen. Ook de
mogelijkheid van een beheerplan voor bijvoorbeeld het veiligheidsgevoel kan ter hand
worden genomen. Daar is door deze klankbordgroep, in tegenstelling tot andere locaties,
niet veel mee gedaan. Door de klankbordgroep is inmiddels geconcludeerd dat alles
is besproken.
Stand van zaken is dat de vergunning is aangevraagd. De gemeente Goirle zal hier tegen
een zienswijze indienen. Dit zal naar alle waarschijnlijkheid gaan leiden tot een
procedure bij de rechter. In april zal er nog een overleg plaatsvinden met de initiatiefnemer.
Mocht er huisvesting worden gerealiseerd, dan komt er een beheergroep die bestaat
uit de uitzender, de gemeenten en mensen uit de klankbordgroep.
Het is inmiddels een langlopend dossier voor beide gemeenten. Ik blijf bij het eerder
gegeven antwoord dat het nuttig en noodzakelijk is dat buurtbewoners en lokale overheden
in een vroeg stadium het gesprek met elkaar aan gaan. Daaraan wil ik toevoegen dat
het ook belangrijk is om naderhand met elkaar in gesprek te blijven.
Vraag 4
Vindt u dat bij een besluit om honderden arbeidsmigranten, mensen die vaak kort op
deze plek zullen verblijven en daarom weinig op zullen gaan in de lokale samenleving,
op één plek te huisvesten het belang van deze huisvesting of het belang van de omwonenden
zwaarder weegt? Waarom vindt u dat?
Antwoord 4
Ik ben van mening dat dit een afweging is die de desbetreffende gemeente moet maken.
Ik ondersteun gemeenten met dergelijke vraagstukken met het ondersteuningsprogramma
vanuit de VNG. Dit kan zijn op het gebied van draagvlak, de mogelijk op te stellen
bedrijfseffectrapportage, et cetera.
Vraag 5
Bent u het ermee eens dat het huisvesten van 366 extra arbeidsmigranten bij een dorp
met 2.900 buitensporig is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u eraan doen om dit
te voorkomen?
Antwoord 5
Zoals al aangegeven ben ik van mening dat dit een afweging is die de betreffende gemeente
moet maken. Dat neemt niet weg dat ik het wel van belang vind dat gemeenten de handschoen
oppakken om extra huisvesting te realiseren. We hebben naar schatting 156.000 extra
kamers nodig voor de huisvesting van arbeidsmigranten (Bron: Expertisecentrum Flexwonen,
jan. 2023). Mede door dit gebrek aan huisvesting komen arbeidsmigranten in onwenselijke
situaties terecht. Naast het realiseren van meer huisvesting zijn wij daarom bezig
met de uitwerking van de maatregelen genoemd in het advies Roemer om misstanden bij
onder andere de huisvesting van arbeidsmigranten tegen te gaan. Wij zijn daarbij mede
afhankelijk van de inzet van gemeenten en content dat zij hun verantwoordelijkheid
nemen.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat de realisatie van deze huisvestingslocatie door de gemeente
Tilburg totaal verkeerd is aangepakt waardoor er nu zoveel verzet is? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 6
De gemeente is zich wel degelijk bewust van het verzet. Zij hebben ruimte gegeven
om zorgen neer te leggen. Ook als de huisvesting gerealiseerd is willen zij nog een
beheergroep formeren. Zie ook het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Gaat u met de gemeente Tilburg in gesprek om de realisatie van deze huisvestingslocatie
te stoppen?
Antwoord 7
Zie ook het antwoord op vraag 3, 4 en 5. Wij zijn met alle gemeenten in gesprek over
het huisvesten van arbeidsmigranten. Zo ook over het creëren van draagvlak en het
wonen waar de bedrijvigheid plaatsvindt. Wij staan gemeenten bij met een ondersteuningsprogramma
vanuit de VNG. Het doel van dit ondersteuningsprogramma is om de situatie van arbeidsmigranten
te verbeteren naar aanleiding van de bevindingen van Roemer in het rapport «Geen Tweederangs
Burgers».
Vraag 8
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.