Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over jongeren met een licht verstandelijke beperking in de criminaliteit
Vragen van het lid Mutluer (PvdA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over jongeren met een licht verstandelijke beperking in de criminaliteit (ingezonden 15 februari 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius en van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie
en Veiligheid) en van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 4 april 2023).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1788.
Vraag 1
Kent u het bericht «Criminelen werven licht verstandelijk beperkten, voor drugshandel
en prosititutie. Instanties hebben een «blinde vlek»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Beschikt u over kwantitatieve of kwalitatieve gegevens ten aanzien van de betrokkenheid
van jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) in de criminaliteit, als
slachtoffer dan wel als verdachte? Zo ja, kunt u die met de Kamer delen? Zo nee, acht
u het wenselijk dat er naar dit onderwerp onderzoek wordt verricht en hoe gaat u dat
entameren?
In welke mate zijn jongeren met een licht verstandelijke beperking oververtegenwoordigd
als slachtoffers van mensenhandel, criminele uitbuiting, zoals diefstal of drugshandel
onder dwang, en seksuele uitbuiting, zoals gedwongen prostitutie?
Antwoord 2 en 3
Het is bekend dat jongeren en jongvolwassenen met een lichtverstandelijke beperking
(hierna: lvb) oververtegenwoordigd zijn in de jeugdstrafrechtketen. In het meest recente
onderzoek hierover wordt het hebben van een lvb bij jongeren met een jeugddetentie
of preventieve hechtenis geschat op 30%, en bij jongeren met een PIJ-maatregel op
40%.2 In de Monitor Jeugdcriminaliteit worden om de twee à drie jaar de trends in de jeugdcriminaliteit
beschreven. Een lvb wordt hier niet in meegenomen. Het is dus niet bekend in hoeverre
deze jongeren bij bepaalde delicten (zoals mensenhandel, uitbuiting, diefstal of drugshandel)
als dader of als slachtoffer oververtegenwoordigd zijn. Wij zullen het Wetenschappelijk
Onderzoek- en Documentatiecentrum vragen om hier onderzoek naar te doen, en zullen
uw Kamer hierover informeren.
Vraag 4
Deelt u de mening van het in het bericht gestelde dat het moeilijk is voor de politie
om in het geval van aangifte rekening te houden met jongeren die vanwege een licht
verstandelijke beperking kwetsbaarder zijn dan anderen zonder die beperking? Zo ja,
waarom en waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?
Antwoord 4
Wij delen die mening. Het is in algemene zin moeilijk om een lvb te herkennen, dit
vereist kennis en expertise van de professional en een goede screening. Voor de politie
geldt daarbij dat zij vaak maar kort contact heeft met mensen die aangifte doen, waardoor
er signalen gemist zouden kunnen worden. Het signaleren van een lvb en komen tot een
passende aanpak binnen het aangifteproces is dan ook een standaard aandachtspunt voor
de politie. In antwoord op vraag acht gaan wij hier nader op in.
Vraag 5
Is er bij de pilot aangiftebereidheid specifiek gekeken naar het aangiftegedrag van
jongeren met een licht verstandelijke beperking? Zo ja, wat is hier uitgekomen? Zo
nee, kan dit in een eventueel vervolg alsnog worden meegenomen?
Antwoord 5
In de verzamelbrief Politie van 19 oktober 2022 heeft de Minister van Justitie en
Veiligheid uw Kamer geïnformeerd dat de proeftuin aangiftebereidheid zich in de afrondende
fase bevindt.3 In de verzamelbrief Mensenhandel van 21 december 2022 informeerde de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid uw Kamer dat de resultaten van de proeftuin iets langer
dan gepland op zich zullen laten wachten.4 De resultaten worden op dit moment aan het begin van het tweede kwartaal van 2023
verwacht. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid informeert uw Kamer over
de uitkomsten. Binnen de proeftuin aangiftebereidheid is onderzocht of de inzet van
een recherchepsycholoog, een verhoor door een rechter-commissaris en het inzetten
van een veiligheidscoördinator bijdragen aan het verlagen van de angst voor het doen
van aangifte onder vrouwelijke slachtoffers van seksuele uitbuiting. Ook is er een
eerste verkenning gestart naar het verkorten van doorlooptijden. De doelgroep van
de proeftuin betreft niet specifiek jongeren met een lvb, maar heeft in zijn algemeenheid
wel aandacht voor kwetsbaren, waaronder mensen met een lvb. We weten namelijk dat
mensen met een lvb een hoger risico lopen om seksueel uitgebuit te worden.
Vraag 6
Welk specifiek beleid wordt er uitgevoerd om te voorkomen dat lvb’ers slachtoffer
van mensenhandel of criminele uitbuiting worden, dan wel door criminelen geronseld
worden om misdrijven te plegen?
Antwoord 6
Slachtofferpreventie en daderpreventie zijn cruciaal om tot een sluitende aanpak van
criminele uitbuiting te komen. Voor preventie is het van belang om op vele vlakken
tegelijkertijd actief te zijn. Het beschermen van (potentiële) slachtoffers door aandacht
te hebben voor kwetsbaarheden, zoals mentale problemen of een lvb, maakt daar deel
van uit. Jongeren met een licht verstandelijke beperking zijn extra kwetsbaar doordat
ze bijvoorbeeld beïnvloedbaarder en minder weerbaar zijn. De kans is ook groter dat
ze zich niet bewust zijn van het feit dat ze worden uitgebuit.
Om jongeren weerbaar te maken tegen de dreigingen van en het ronselen door de (georganiseerde)
criminaliteit investeert dit kabinet fors in «Preventie met gezag».5 Deze domeinoverstijgende wijkaanpak is in 2022 begonnen in 15 gemeenten (16 gebieden).
Hiervoor is (oplopend) vanaf 2025 structureel 143 miljoen euro beschikbaar. In deze
aanpak wordt enerzijds geïnvesteerd in het weerbaar maken van de jongeren en anderzijds
in de versterking van het gezag in de wijk. Daarbij is er oog voor de mogelijke uitbuiting
van jongeren (met en zonder een lvb) om strafbare handelingen te verrichten. Cruciaal
in de preventie van jeugdcriminaliteit en uitbuiting is een duurzame samenwerking
tussen het zorg- en veiligheidsdomein. In verschillende plannen is aandacht voor jongeren
met een lvb. Zo zal in Groningen expertise worden ingezet om de politie te coachen
bij het herkennen van een lvb en hoe hiermee om te gaan. In Utrecht zal worden verkend
of een sociale vaardigheidstraining op maat kan worden aangeboden aan lvb-jongeren.
Goede signalering en intensieve en integrale samenwerking tussen vele partijen, waaronder
scholen en zorginstellingen, zijn van belang voor een succesvolle aanpak. Vanuit het
programma «Samen tegen mensenhandel» wordt daarom breed ingezet op alle vormen van
mensenhandel, onder andere door het vergroten van bewustwording en versterken van
signalering door (zorg)professionals.6 Het is in het kader van bewustwording en preventie belangrijk dat vanuit scholen
voorlichting wordt gegeven over mensenhandel. Een voorbeeld hiervan is «BUIT»: een
gratis lespakket, bestaande uit een film en een interactieve lesmodule, waarmee op
VO scholen en in groep 8 basisonderwijs voorlichting gegeven kan worden aan kinderen
met een lvb en de professionals die met hen in aanraking komen.7 In de jeugdhulp biedt Koraal een behandelprogramma (YIP!) voor meisjes en jonge vrouwen
met een licht verstandelijke beperking die slachtoffer zijn geworden van mensenhandel.8
Vanuit teams mensenhandel van de politie is er daarnaast ook nauw contact met ketenregisseurs
en zorgcoördinatoren. Signalen van uitbuiting (ook de signalen die betrekking hebben
op jongeren met een lvb) die bij één van de partijen bekend zijn, worden met elkaar
besproken om een juiste interventie af te stemmen.
Tot slot is ons departement gestart met de financiering van een tweejarig pilotproject
van het Centrum voor Kinderhandel en Mensenhandel ten behoeve van een landelijk online
platform voor professionals en (potentiële) slachtoffers van criminele uitbuiting
om slachtoffers beter te ondersteunen en hen te helpen uit onveilige situaties te
komen. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zal uw Kamer op de hoogte houden
van de voortgang van dit project.
Vraag 7
Is het waar dat er vanwege «schotten» tussen instanties jongeren met een licht verstandelijke
beperking bij gebrek aan adequate behandeling of bescherming onnodig lang uitgebuit
of ingeschakeld worden? Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Zo nee, wat is er dan niet
waar?
Antwoord 7
Het rapport «Uitbuiting & lvb» signaleert schotten tussen instanties, wetten en financieringsstromen
ten aanzien van lvb. Daarom dat, zoals hierboven geschetst, het signaleren van een
lvb en het komen tot een passende aanpak binnen het aangifteproces een standaard aandachtspunt
voor de politie is. Verder is het belangrijk dat slachtoffers van mensenhandel op
de juiste plek de juiste vorm van zorg en opvang kunnen krijgen. Binnen de zorgkaders
kan al veel, ook als het gaat om de genoemde knelpunten. Het is dus belangrijk om
te kijken wat nu al loopt en mogelijk is. Op dit moment vindt vanuit de Toekomstagenda
Zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking een onderzoek plaats naar hoe
de continuïteit van zorg en ondersteuning voor jongvolwassenen met een lvb verbeterd
kan worden rond de overgang van verschillende zorgwetten.9 De knelpunten die gemeenten als uitvoerders van deze wetten hierin ervaren, zullen
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en andere relevante
partijen, betrekken bij de uitkomsten hiervan.
Vraag 8
Deelt u de mening dat om eerder signalen van uitbuiting van jongeren met een licht
verstandelijke beperking op te merken en uitbuiting te voorkomen instanties waaronder
de politie zich meer bewust zouden moeten worden van deze groep? Zo ja, hoe gaat u
daarvoor zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Die mening delen wij. Het signaleren van een lvb en komen tot een passende aanpak
binnen het aangifteproces is dan ook een standaard aandachtspunt voor de politie.
Hier wordt op verschillende manieren aandacht aan besteed, bijvoorbeeld door in de
basisopleiding van de politie aandacht te hebben voor kwetsbaarheid bij verdachten,
waaronder het hebben van een lvb. Ook schrijft de politie brieven en brochures op
taalniveau B1. Daarnaast worden slachtoffers die aangifte doen vanaf het eerste persoonlijke
contact met de politie op het basisteam beoordeeld op een verhoogde kans op herhaling
of andere kwetsbaarheid; dit is de zogeheten Individuele Beoordeling van slachtoffers.10
Vanuit het Ministerie van VWS is de afgelopen jaren samengewerkt met verschillende
partijen, zoals gemeenten, Vereniging Nederlandse Gemeenten, Vereniging Gehandicapten
Nederland en ervaringsdeskundigen om de kennis over mensen met een lvb te vergroten
en het herkennen van een lvb te verbeteren. Zo is er o.a. een talkshowreeks geweest
om aandacht te vragen voor deze groep.11 Deze talkshowreeks was gericht op zowel beleidsmakers en uitvoerders die te maken
hebben met mensen met een lvb, zoals welzijnsinstellingen, gemeenten, werkgevers,
woningcorporaties, zorg en justitiepartners. En is er een webinarreeks gehouden waar
goede voorbeelden met elkaar werden gedeeld, zoals het webinar Goed uit de Bajes.12 Daarnaast is er onlangs de tool ontwikkeld «Je ziet het niet, dus leer het zien»
van het Landelijk Kenniscentrum lvb met praktische handvatten voor het tijdig herkennen
van een lvb.13 Deze tool is ontwikkeld voor professionals in het sociaal domein, het onderwijs en
voor justitiepartners.
Vraag 9
Acht u in het kader van het voorkomen van uitbuiting van jongeren met een licht verstandelijke
beperking meer experimenten van samenwerking tussen zorg en politie nuttig? Zo ja,
hoe gaat u die mogelijk maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Om jongeren (met en zonder een lvb) weerbaar te maken tegen de dreigingen van en het
ronselen voor onder meer drugshandel en prostitutie investeert dit kabinet fors vanuit
verschillende projecten, zoals «Preventie met Gezag», het programma «Samen tegen mensenhandel»
en een landelijk online platform voor professionals en (potentiële) slachtoffers van
criminele uitbuiting. Gelet op wat er allemaal al loopt, is het kabinet niet voornemens
om nieuwe pilots op te zetten.
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.