Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mutluer over de strafbaarheid van “stealthing”
Vragen van het lid Mutluer (PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de strafbaarheid van «stealthing» (ingezonden 28 februari 2023).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 4 april
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1953.
Vraag 1
Kent u het bericht «Twee mannen voor rechter om stiekem afdoen condoom: verkrachting
of niet»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoeveel aangiftes zijn er de afgelopen vijf jaar gedaan waarbij iemand beschuldigd
werd van het stiekem afdoen van een condoom terwijl het gebruik van een condoom vooraf
als voorwaarde voor vrijwillige seks was gesteld (verder «stealthing» genoemd)?
Antwoord 2
Stealthing is momenteel geen apart strafbaar feit of maatschappelijke klasse (categorie)
waarop aangiftes in het politiesysteem geregistreerd kunnen worden. Om deze informatie
te achterhalen zou een dossieronderzoek moeten worden verricht. Dat zou de zedenrecherche
op dit moment teveel menskracht en tijdsbeslag kosten. Zonder deze handmatige zoekslag
of dit dossieronderzoek kan deze informatie ook niet uit andere maatschappelijke klassen,
zoals verkrachting en aanranding, eenvoudig en snel worden herleid. Ik kan daarom
voor dit moment uw vraag dan ook niet van een antwoord voorzien.
Vraag 3
Hoeveel strafzaken over stealthing zijn er geweest en wat is de stand van de jurisprudentie?
Antwoord 3
Deze informatie is niet terug te vinden in de managementinformatiesystemen van de
Raad voor de rechtspraak. «Stealthing» is geen apart strafbaar feit dan wel afzonderlijk
wetsartikel. De Rechtspraak heeft geen jurisprudentie-onderzoek beschikbaar.
Vraag 4
Is het met het huidige strafrecht voldoende mogelijk om stealthing te bestraffen?
Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De rechtbank Rotterdam heeft op 14 maart jl. (ECLI:NL:RBROT:2023:2092) geoordeeld
dat – kort gezegd – het stiekem afdoen van een condoom om vervolgens zonder condoom seks te hebben met het slachtoffer, terwijl vooraf door het slachtoffer was
gezegd dat ze alleen seks met condoom wilde (zogeheten stealthing) niet valt onder de huidige strafbaarstelling
van verkrachting (artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht). De rechtbank oordeelt
dat voor verkrachting is vereist dat sprake is van dwang ten aanzien van het seksueel
binnendringen van het lichaam, terwijl in deze zaak tussen de verdachte en het slachtoffer
overeenstemming bestond over het hebben van seks en het onverhoeds handelen van de
verdachte zag op het seksueel binnendringen van het lichaam zonder condoom. In de desbetreffende zaak heeft de rechtbank de verdachte daarom wegens verkrachting
vrijgesproken en heeft de rechtbank de verdachte vanwege stealthing veroordeeld ter
zake van het generieke delict dwang (artikel 284 van het Wetboek van Strafrecht).
Inmiddels heeft het openbaar ministerie hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
Het appel ziet onder andere op de vrijspraak van de verkrachting.
Vraag 5 en 6
Deelt u de mening dat stealthing strafbaar zou moeten zijn? Zo ja, waarom? Zo nee,
waarom niet?
Wordt onder de nieuwe toekomstige strafbaarstelling van seksuele misdrijven, bijvoorbeeld
ten aanzien van seks tegen de wil, expliciet stealthing strafbaar? Zo ja, bestaat
daarin verschil ten aanzien van de huidige wetgeving en waar bestaat dat dan uit?
Zo nee, gaat u er dan alsnog voor zorgen dat stealthing expliciet strafbaar wordt
en hoe gaat u dat dan doen?
Antwoord 5 en 6
Stealthing is volstrekt onacceptabel omdat het een ernstige aantasting vormt van de
seksuele integriteit van het slachtoffer. In de nota naar aanleiding van het verslag
bij het wetsvoorstel seksuele misdrijven heb ik expliciet aangegeven dat stealthing
onder het bereik van het voorgestelde delict opzetverkrachting valt en uitgelegd waarom
dit het geval is (Kamerstuk 36 222, nr. 7). Daarmee is duidelijk dat – indien dit wetsvoorstel aldus tot wet wordt verheven
en in werking treedt – het delict opzetverkrachting zich ook uitstrekt tot gevallen
van stealthing. Daarmee worden slachtoffers van stealthing op adequate wijze vanuit
het strafrecht beter beschermd tegen dergelijke schendingen van hun seksuele integriteit.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.