Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over het bericht dat een jongen al een jaar thuis zit na een onterechte schorsing
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het bericht dat een jongen al een jaar thuis zit na een onterechte schorsing (ingezonden 28 februari 2023).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 31 maart
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1980.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Damin (9) zit al jaar thuis na onterechte schorsing:
«Waarom wil niemand onze zoon helpen»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2–4
Wat is uw reactie op het feit dat een 9-jarige jongen al ruim een jaar thuis zit en
derhalve niet het onderwijs krijgt dat hij verdient? Deelt u met ons de constatering
dat dit zeer ernstig is?
Deelt u met ons dat het niet zo kan zijn dat een leerling onterecht wordt weggestuurd
en vervolgens een jaar lang thuis zit?
Deelt u met ons dat het niet zo kan zijn dat een kwetsbaar en jong iemand een jaar
lang de dupe is van de verwijtbare handelingen van een school?
Antwoord 2–4
Het verhaal raakt mij zeer en het is terecht en goed dat de ouders van de leerling
hier aandacht voor vragen. Te vaak hoor ik nog dit soort verhalen van kinderen en
jongeren die langdurig thuis zitten, zonder de kans zich te kunnen ontwikkelen. Geen
enkel kind zou in een situatie zoals die van deze leerling terecht moeten komen.
Het (langdurig) niet volgen van onderwijs is erg schadelijk voor de ontwikkeling van
een kind of jongere. Daarnaast heeft ieder kind recht op onderwijs op een plek die
past. Dat de bij deze situatie betrokken partijen tot nu toe niet in staat zijn geweest
om die plek te vinden vind ik zorgelijk.
De Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) zal naar aanleiding van bovenstaande
nader onderzoek doen naar de naleving van de wet- en regelgeving door de school, onder
andere rondom de procedures voor schorsing en verwijdering. Dit onderzoek zal dit
voorjaar nog starten.
Vraag 5
Bent u bereid om vanuit uw rol alles op alles te zetten om de verantwoordelijke partijen
ertoe aan te sporen om zo spoedig mogelijk een passende oplossing voor de jongen te
arrangeren? Bent u bereid om de voortgang persoonlijk te bewaken?
Antwoord 5
Wanneer scholen of samenwerkingsverbanden mogelijk tekortschieten is het aan de inspectie
om daarop toe te zien. Een klacht van de betrokkenen heeft er in dit geval toe geleid
dat de inspectie inmiddels nauw bij deze zaak is betrokken. Het bestuur geeft aan
dat het zich heeft ingespannen om een passende plek te vinden voor de leerling en
dat dit door wachtlijsten en omstandigheden veel tijd heeft gekost. Inmiddels is er
een toelaatbaarheidsverklaring voor het speciaal onderwijs en staat de leerling op
een wachtlijst voor een passende school waar hij zo snel als mogelijk geplaatst wordt.
In de tussentijd verzorgt het bestuur onderwijs in samenwerking met de Onderwijsbegeleidingsdienst
en het samenwerkingsverband. De inspectie volgt de zaak nauwlettend en zal hierop
toezien.
Ook hebben medewerkers van het ministerie namens mij contact opgenomen met de moeder
van de leerling uit het bericht. Met de moeder van de leerling is bekeken of Stichting
Gedragswerk iets kan betekenen in deze situatie. Gedragswerk is er voor kinderen en
jongeren die thuiszitten, vaak in situaties waar al veel partijen betrokken zijn en
het al langer niet lukt om een goede plek en ondersteuning te vinden. Het contact
is gelegd en Gedragswerk kijkt op korte termijn wat zij voor de leerling en zijn moeder
kunnen betekenen.
Vraag 6
Klopt het dat de schorsing volgens de Inspectie van het Onderwijs en onafhankelijke
partijen onterecht was? Bent u bereid om de betreffende school hierop aan te spreken?
Antwoord 6
De verantwoordelijkheid voor het beoordelen van en handelen bij individuele gevallen
ligt bij de inspectie. Ook in dit geval is de inspectie op de hoogte en in gesprek
met de school. Uit de uitspraak van de Geschillencommissie Passend Onderwijs blijkt
dat de klacht over de schorsing gegrond is verklaard. De inspectie onderschrijft dat
de schorsing niet heeft plaats gevonden conform wet- en regelgeving en betrekt dit
in het vervolgtoezicht.
Vraag 7
Klopt het dat de ouders door zowel de Geschillencommissie Passend Onderwijs als de
Landelijke Bezwaar Advies Commissie Toelaatbaarheidsverklaring in het gelijk werden
gesteld? Bent u bereid om de betreffende school hierop aan te spreken?
Antwoord 7
Ik verwacht van scholen dat zij uitspraken van de Geschillencommissie serieus nemen
en daar naar handelen. Dit vooruitlopend op de maatregel uit de verbeteraanpak passend
onderwijs waarin uitspraken een bindend karakter krijgen.2
Uit navraag blijkt dat naar het oordeel van de geschillencommissie passend onderwijs
de schorsing inderdaad onterecht is geweest. Diezelfde commissie heeft daarnaast ook
geoordeeld dat de huidige school geen passende school is voor de leerling. Wel heeft
de school aangetoond dat het zich voldoende heeft ingezet om ondersteuning aan de
leerling te bieden. De Commissie geeft verder aan dat de school anders had kunnen
handelen om te voorkomen dat de leerling thuis zou komen te zitten.
Deze bevindingen zullen worden meegenomen in eerdergenoemd nader onderzoek van de
inspectie naar de naleving van de wet- en regelgeving door de school.
Vraag 8
Klopt het dat de school het naliet om een andere school voor de jongen te zoeken en
dat dit handelen van de school wettelijk niet is toegestaan? Zo ja, bent u bereid
om de school hierop aan te spreken en heeft het niet volgen van de wet verdere gevolgen
voor de school?
Antwoord 8
Bij navraag door de inspectie is door het bestuur aangegeven dat op verschillende
momenten een aanbod van een andere school is gedaan. Recent is een plek aangeboden
op een passende school, die de ouders hebben geaccepteerd.
Vraag 9
Deelt u met ons de mening dat indien een school onrechtmatig heeft gehandeld en een
kind een jaar lang thuis zit, dat een school dan absoluut niet heeft voldaan aan de
zorgplicht?
Antwoord 9
De leerling is begin 2022 geschorst. Toen dat langer dan een week duurde, zou in overleg
met de inspectie een procedure moeten zijn gestart voor het verwijderen van school.
Dat is bij deze leerling niet gebeurd, en dat is zeer kwalijk. Toen hij vervolgens
langdurig thuiszat was de school verplicht voor vervangend onderwijs te zorgen. Ook
dat is lange tijd niet gebeurd. Wel is nu inmiddels een andere school gevonden die
onderwijs aan deze leerling wil verzorgen. Voor deze school is echter een wachtlijst
waar de leerling nog steeds op staat.
De inspectie ziet hier nu op toe en zal de zorgplicht van de school ook bij het eerder
genoemde nadere onderzoek, betrekken.
Vraag 10
Klopt het dat de gemeente geen hulp kon bieden en Stichting Passend Primair Onderwijs
Haaglanden (SPPOH) ook niet in hulp heeft voorzien? Deelt u dan met ons dat het schandalig
is dat instanties in deze zaak na een jaar nog geen passende hulp hebben geboden?
Antwoord 10
Het is de taak van het samenwerkingsverband om een dekkend aanbod te bieden voor alle
kinderen die zijn aangemeld op een school binnen het betreffende samenwerkingsverband.
In dit geval geeft het bestuur aan dat het samenwerkingsverband, op aanvraag van het
bestuur, een toelaatbaarheidsverklaring heeft afgegeven voor de leerling. Op dit moment
is het samenwerkingsverband betrokken bij de invulling van onderwijs voor de leerling
en het onderhouden van contact met de ouders. Het bestuur heeft nu inmiddels een passende
school gevonden waarvoor de leerling nu op een wachtlijst staat.
Ik deel met u dat een jaar lang zonder passende school thuiszitten zeer onwenselijk
is. Het is dan ook van belang dat de leerling snel passende ondersteuning krijgt en
weer naar school kan.
Vraag 11
Klopt het dat er bevoegdheden zijn overschreden, privacygevoelige informatie ten onrechte
is gedeeld en er zelfs is aangespoord om een melding te doen bij Veilig Thuis? Deelt
u dan met ons dat dit niet door de beugel kan en dat de verantwoordelijken hierop
dienen te worden aangesproken?
Antwoord 11
In algemene zin geldt dat scholen zorgvuldig moeten omgaan met de privacy van leerlingen
en geen melding zouden moeten maken bij Veilig Thuis omdat ouders en school het niet
eens kunnen worden over passende ondersteuning. Dit is ook onderdeel van de verbeteraanpak
passend onderwijs als maatregel 12, waarbij het streven is om geen Veilig Thuis meldingen
te doen bij puur een geschil over passend onderwijs. Hier ga ik met betrokkenen partijen
op korte termijn verder mee aan de slag. Uit het onderzoek van de inspectie zal moeten
blijken in hoeverre er hier fouten zijn gemaakt en zal waar nodig afspraken worden
gemaakt over de nodige verbeteringen. Dit in het belang van deze leerling, maar ook
om dit in de toekomst te voorkomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.