Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 334 Wijziging van de Wet publieke gezondheid vanwege de invoering van een vergunningplicht en een meldplicht ter zake van het verrichten van handelingen met poliovirus en enkele andere wijzigingen
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
ARTIKEL VII
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet publieke gezondheid
aan te passen om ter zake van het verrichten van handelingen met poliovirus een vergunningplicht
en een meldplicht in te voeren en om enkele andere wijzigingen door te voeren;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet publieke gezondheid wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel e wordt «Middle East respiratory syndrome coronavirus (MERS-CoV)» vervangen
door «Middle East respiratory syndrome (MERS)».
2. In onderdeel l wordt «een vector,» vervangen door «een vector, reservoir,», «infectueus»
door «infectieus» en «infectueuze» door «infectieuze».
3. In onderdeel m wordt «infectueus» vervangen door «infectieus».
4. Onderdeel n komt te luiden:
n. vector:
een insect of ander dier dat een infectieus agens met zich mee kan voeren en over
kan dragen tussen dieren of mensen waardoor een volksgezondheidsrisico kan ontstaan;
5. Na onderdeel n wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
na. reservoir:
een dier, plant of substantie waarin een infectieus agens normaliter leeft en wiens
aanwezigheid een volksgezondheidsrisico zou kunnen vormen;
B
Aan artikel 6 worden twee leden toegevoegd, luidende:
6. Als dienst van algemeen economisch belang in de zin van artikel 106, tweede lid,
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zijn aangewezen de door
het RIVM krachtens artikel 6c, eerste lid, aan een gemeentelijke gezondheidsdienst
opgedragen activiteiten in het kader van het bestrijden van seksueel overdraagbare
aandoeningen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.
7. De gemeentelijke gezondheidsdienst komt uitsluitend compensatie toe voor de activiteiten,
bedoeld in het zesde lid, in de vorm van een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 15a
van de Financiële-verhoudingswet. Bij ministeriële regeling worden nadere voorschriften
gegeven omtrent het toepassingsbereik van de activiteiten en de compensatie.
C
Artikel 6a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «vectoren» telkens vervangen door «vectoren of reservoirs».
2. In het tweede lid wordt «vector» vervangen door «vector of reservoir».
D
In artikel 6c, eerste lid, wordt aan het slot een zinsnede ingevoegd, luidende «, waaronder
het voeren van de landelijke regie en het laten verrichten van activiteiten, zo nodig
onder bij regeling van Onze Minister te stellen eisen, op het terrein van de bestrijding
van seksueel overdraagbare aandoeningen in samenhang met seksuele gezondheidszorg».
E
In hoofdstuk II wordt na artikel 12a een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 6. Vergunning- en meldplicht ten aanzien van poliovirus
Artikel 12b
1. Het is eenieder verboden om zonder vergunning van Onze Minister een bij algemene
maatregel van bestuur aangewezen type poliovirus te bewaren, te bewerken, te gebruiken
of anderszins te verwerken.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing op:
a. handelingen door een zorgverlener en daarmee samenhangende handelingen voor zover
deze noodzakelijk zijn ten behoeve van diagnostiek;
b. het vervoer van poliovirus;
c. bij algemene maatregel van bestuur aangewezen handelingen.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden eisen gesteld ter zake van
het bewaren, bewerken, gebruiken of anderszins verwerken van aangewezen type poliovirus.
Deze eisen die verband houden met de uitvoering van Resolutie WHA71.16 van de Wereld
Gezondheidsorganisatie, kunnen in de Engelse taal worden gesteld en bekend worden
gemaakt.
4. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat, in afwijking van het eerste
lid, zonder vergunning handelingen met een aangewezen type poliovirus mogen worden
verricht:
a. door degene die op het moment van inwerkingtreding van een aanwijzing als bedoeld
in het eerste lid, reeds handelingen met het betreffende type poliovirus verrichtte
en binnen een nader bepaalde termijn na aanwijzing van dat type poliovirus een aanvraag
om een vergunning heeft ingediend;
b. door degene aan wie eerder een vergunning is verleend en die voor het verstrijken
van de geldigheidsduur daarvan dan wel voordat zich de situatie voordoet als bedoeld
in artikel 12f, eerste lid, onderdeel a, een aanvraag om verlenging van die vergunning
heeft ingediend.
5. In de gevallen, bedoeld in het vierde lid, mogen de handelingen worden voortgezet
totdat op de ingediende aanvraag is beslist, behoudens de bevoegdheid van Onze Minister
om te bevelen om bepaalde handelingen of werkzaamheden op te schorten indien dat noodzakelijk
is ter bescherming van de volksgezondheid.
Artikel 12c
1. Onze Minister kan een vergunning verlenen indien zich geen weigeringsgrond als bedoeld
in artikel 12d voordoet.
2. Een vergunning is niet overdraagbaar.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de geldigheidsduur
van een vergunning.
4. Een vergunning kan onder voorwaarden worden verleend. Aan een vergunning of verleende
vergunning kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden. Een voorschrift of
beperking kan worden gewijzigd of worden ingetrokken.
5. Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld over de indiening en behandeling
van een aanvraag om een vergunning, waaronder de termijn waarbinnen op een aanvraag
moet worden beslist, en wordt bepaald welke gegevens en bescheiden bij de aanvraag
worden overlegd.
6. Met toepassing van artikel 28, eerste lid, laatste zinsnede, van de Dienstenwet is
paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing op een aanvraag
om een vergunning als bedoeld in dit artikel.
7. Onze Minister kan de kosten die samenhangen met het in behandeling nemen van de aanvraag
ten laste brengen van de aanvrager. De bedragen ter vergoeding van de kosten worden
bij ministeriële regeling vastgesteld.
8. Onze Minister informeert het bestuur van de veiligheidsregio die het aangaat, over
de verlening van een vergunning of de schorsing dan wel intrekking daarvan.
Artikel 12d
Een vergunning wordt geweigerd, indien:
a. de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling
nemen van de aanvraag, waaronder het niet of niet tijdig overleggen van de gevraagde
gegevens en bescheiden, bedoeld in artikel 12c, vijfde lid;
b. de aanvrager de voor de behandeling van de aanvraag in rekening gebrachte kosten niet
of niet tijdig heeft voldaan;
c. de aanvrager niet aannemelijk heeft gemaakt te zullen voldoen aan de eisen, bedoeld
in artikel 12b, derde lid.
Artikel 12e
De houder van een vergunning, bedoeld in artikel 12b, eerste lid, voldoet aan de krachtens
artikel 12b, derde lid, gestelde eisen ter zake van het bewaren, bewerken, gebruiken
of anderszins verwerken van poliovirus, alsmede aan de voorwaarden, voorschriften
of beperkingen die aan de vergunning zijn verbonden.
Artikel 12f
1. Een vergunning vervalt van rechtswege:
a. zodra de rechtspersoon waaraan de vergunning is verleend, is opgehouden te bestaan;
b. zodra degene aan wie de vergunning is verleend, is opgehouden de werkzaamheden waarvoor
de vergunning is verleend te verrichten.
2. Degene aan wie de vergunning is verleend doet aan Onze Minister melding van een situatie
als bedoeld in het eerste lid.
Artikel 12g
1. Onze Minister kan een vergunning intrekken indien:
a. bij de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens of bescheiden zijn verstrekt, dan
wel feiten of omstandigheden zijn verzwegen en kennis over de juiste of volledige
gegevens dan wel kennis van de betreffende feiten of omstandigheden tot een andere
beslissing zou hebben geleid;
b. de houder van de vergunning niet voldoet aan de krachtens artikel 12b, derde lid,
gestelde eisen of een aan de vergunning verbonden voorwaarde, voorschrift of beperking;
c. de houder van de vergunning naar het oordeel van Onze Minister is opgehouden de werkzaamheden
te verrichten waarvoor de vergunning is verleend.
2. Een vergunning kan voor bepaalde tijd worden geschorst indien zich de situatie, bedoeld
in het eerste lid, onderdeel b, voordoet.
3. Een beschikking tot schorsing vermeldt de voorwaarden waaraan de houder van de vergunning
moet voldoen met het oog op opheffing van de schorsing.
4. Schorsing van de vergunning heeft tot gevolg dat de houder van de vergunning gedurende
de schorsing uitsluitend bevoegd is tot het bewaren van het poliovirus en niet tot
het bewerken, gebruiken of anderszins verwerken daarvan.
Artikel 12h
Indien een vergunning is vervallen of ingetrokken, ontdoet degene aan wie de vergunning
was verleend zich van het aanwezige poliovirus. Onze Minister kan daartoe een termijn
stellen en ter zake aanwijzingen geven.
Artikel 12i
1. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat eenieder die bij die maatregel
aangewezen handelingen verricht met bij die maatregel aangewezen typen poliovirus,
daarvan melding doet aan Onze Minister.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het bepaalde
in het eerste lid, waaronder regels over de bij een melding te verstrekken gegevens
en over de termijn waarbinnen een melding moet worden gedaan. Tevens kan daarbij,
in afwijking van artikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, worden
bepaald dat de melding uitsluitend op elektronische wijze plaatsvindt en kunnen daarbij
nadere eisen worden gesteld aan het gebruik van de elektronische weg.
Artikel 12j
Onze Minister is bevoegd tot oplegging van een last onder bestuursdwang ter handhaving
van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 12b, eerste lid of vijfde lid, voor
zover het gaat om de naleving van een gegeven bevel, 12e, 12g, vierde lid, of 12h.
Artikel 12k
1. Onze Minister is bevoegd om een bestuurlijke boete op te leggen ter handhaving van
het bepaalde bij of krachtens de artikelen 12b, eerste lid of vijfde lid, voor zover
het gaat om de naleving van een gegeven bevel, 12e, 12g, vierde lid, 12h of 12i, eerste
lid.
2. De op grond van het eerste lid op te leggen bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste
het bedrag dat is vastgesteld voor de vijfde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde
lid, van het Wetboek van Strafrecht.
3. Overtreding van krachtens artikel 12b, derde lid, gestelde eisen die verband houden
met de uitvoering van Resolutie WHA71.16 van de Wereld Gezondheidsorganisatie, kan
krachtens artikel 12e worden bestraft met een bestuurlijke sanctie indien deze eisen
in de Engelse taal zijn gesteld of bekend gemaakt.
F
In de artikelen 21, tweede lid, 24, tweede lid, 28, vierde lid en 68e, tweede lid,
wordt telkens «infectueus» vervangen door «infectieus» en «infectueuze» door «infectieuze».
G
In artikel 24, eerste lid, onderdeel a, wordt na «burgerservicenummer» een zinsnede
ingevoegd, luidende: «, het telefoonnummer, het e-mailadres».
H
Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt aan het slot een zinsnede ingevoegd, luidende: «en verstrekt
het daarbij de bij algemene maatregel van bestuur bepaalde gegevens».
2. Het derde lid komt te luiden:
3. In aanvulling op het tweede lid bevat de melding de volgende gegevens: de naam van
de arts, alsmede de naam, het adres, de geboortedatum, het burgerservicenummer, het
telefoonnummer, het e-mailadres en de verblijfplaats van de betrokken persoon.
I
In de artikelen 26, eerste lid, 50, eerste en tweede lid en 54, onderdeel b, wordt
telkens «infectueuze» vervangen door «infectieuze».
J
In hoofdstuk V, pararaaf 2, wordt na artikel 29 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 29a
1. Eenieder die handelingen met poliovirus verricht of heeft verricht, waarvoor de in
artikel 12b, eerste lid, bedoelde vergunningplicht geldt, dient van een blootstelling
dan wel potentiële blootstelling aan dat virus onverwijld melding te doen aan de inspectie
en de arts, bedoeld in artikel 17.
2. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over het bepaalde in het eerste lid,
waaronder regels over de bij een melding te verstrekken gegevens.
3. Onze Minister is bevoegd om een bestuurlijke boete op te leggen ter handhaving van
het eerste lid. De op te leggen bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste het bedrag
dat is vastgesteld voor de tweede categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van
het Wetboek van Strafrecht.
K
In de artikelen 47, tweede lid, onderdeel b, en 55, onderdeel d, wordt «vectoren»
telkens vervangen door «vectoren of reservoirs».
L
Artikel 47a, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de onderdelen a en b wordt «vector» telkens vervangen door «vector of reservoir».
2. In onderdeel c wordt «vectoren» vervangen door «vectoren of reservoirs».
M
Artikel 68 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na het derde lid wordt, onder vernummering van het vierde lid tot vijfde lid, een
lid ingevoegd, luidende:
4. Met een gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft degene die handelt in strijd met artikel 12b, eerste lid.
2. In het vijfde lid (nieuw) wordt «eerste, tweede en derde lid» vervangen door «eerste,
tweede, derde en vierde lid».
ARTIKEL II
De Gezondheidswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. voor zover een onderdeel daartoe door Onze Minister is aangewezen, het verrichten
van werkzaamheden ter uitvoering van de taak als National Authority for Containment
als bedoeld in Resolutie WHA71.16 van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake polio-eradicatie.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over
de verstrekking van persoonsgegevens ter uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste
lid, onder d.
B
Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt na «5:16,» ingevoegd «5:16a,».
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Met betrekking tot de uitvoering van de in artikel 36, eerste lid, onder d, bedoelde
taak is het eerste lid, onder a, van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL III
In artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringswet verdrag biologische wapens
wordt «infectueuze» vervangen door «infectieuze».
ARTIKEL IV
In artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart wordt in de begripsomschrijving
van «gevaarlijke stoffen» in onderdeel 6° «infectueuze» vervangen door «infectieuze».
ARTIKEL V
In artikel 22a, eerste lid, van de Wet op de lijkbezorging wordt «infectueus» vervangen
door «infectieus» en «infectueuze» door «infectieuze».
ARTIKEL VI
In artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen wordt
«infectueuze» vervangen door «infectieuze».
ARTIKEL VII
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat
voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.