Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bromet en Thijssen over ‘procedures door de overheid’
Vragen van de leden Bromet (GroenLinks) en Thijssen (PvdA) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over procedures door de overheid (ingezonden 30 januari 2023).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Ministers
van Infrastructuur en Waterstaat en voor Klimaat en Energie (ontvangen 28 maart 2023)Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1646
Vraag 1
Kunt u de Kamer informeren hoeveel 1) bezwaarprocedures, 2) beroepsprocedures, 3)
hoger beroepsprocedures en 4) (verzoeken om) handhavingsprocedures met betrekking
tot stikstof zijn gevoerd (natuurvergunningen, Regeling ammoniak en veehouderij (Rav)-emmissiefactoren,
afkapgrens, bouwvrijstelling, extern salderen en dergelijken) sinds de uitspraak van
de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS)? Hoeveel procedures zijn
gevoerd tegen provincies, hoeveel tegen het Rijk en hoeveel tegen andere overheden?
In hoeveel procedures is een besluit genomen dan wel een gerechtelijke uitspraak gedaan?
Kan dit alles in een overzichtelijke schema worden weergegeven?
Antwoord 1
Nee, dit is niet mogelijk omdat deze informatie niet wordt geregistreerd. Bevoegde
instanties hebben over het algemeen alleen kennis van de bestuursrechtelijke procedures
waarin zij partij zijn. Er zijn meerdere bevoegde instanties met betrekking tot besluitvorming
en handhaving over natuur en stikstof. In de meeste gevallen zijn gedeputeerde staten
van een provincie bevoegd gezag voor de verlening van natuurvergunningen en handhaving.
Daarnaast zijn er omgevingsvergunningen (met een verklaring voor geen bedenkingen
van het bevoegd gezag voor natuur) waarvoor gemeenten of de Minister voor Klimaat
en Energie (KenE) bevoegd gezag is. Voor tracébesluiten die kunnen leiden tot gevolgen
voor Natura 2000-gebieden is de Minister of de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat (IenW) bevoegd gezag. Bij kavelbesluiten in de zin van de Wet windenergie
op zee met natuureffecten is de Minister voor KenE bevoegd gezag. Ikzelf ben in een
aantal gevallen bevoegd gezag voor natuurvergunningverlening en handhaving. En tenslotte
zijn er nog ruimtelijke plannen van gemeenten, provincies of rijk waaraan een passende
beoordeling moet worden gekoppeld als significante gevolgen voor Natura 2000 niet
kunnen worden uitgesloten.
Bezwaar is niet aan de orde bij besluiten waarbij afdeling 3.4 van de Algemene wet
bestuursrecht wordt toegepast, zoals bij natuurvergunningen aan de orde is. Bezwaar
speelt wel in handhavingszaken.
Op www.rechtspraak.nl en de website van de Raad van State zijn de meeste rechterlijke uitspraken in de
procedures met betrekking tot natuur en stikstof te vinden van rechtbanken (beroep
in eerste aanleg) en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hoger
beroep). Op www.rechtspraak.nl worden evenwel niet alle uitspraken van rechtbanken gepubliceerd.
Voor wat betreft procedures vanuit de rijksoverheid waarbij ondergetekende, de Minister
of Staatssecretaris van IenW en de Minister van KenE bevoegd gezag zijn, als het gaat
om toestemmingsbesluiten waarbij de gevolgen voor Natura 2000-gebieden mede in relatie
tot stikstof worden beoordeeld, informeer ik u hieronder.
Bevoegd gezag
Aantal handhavingsverzoeken mede ingegeven door stikstof
Huidige stand van zaken
Toelichting
Afgerond
Niet afgerond
Minister voor Natuur en Stikstof
10
4
1 afgewezen, geen bezwaar ingediend
3 afgewezen, bezwaartermijn loopt
6
4 verzoek nog in behandeling;
1 hoger beroep loopt;
1 bezwaar loopt.
Totaal
10
4
6
Bevoegd gezag
Aantal verzoeken om passende maatregelen te nemen (art. 2.4 of 5.4, lid 2, Wnb)
Huidige stand van zaken
Toelichting
Afgerond
Niet afgerond
Minister voor Natuur en Stikstof
3
2
Beslissing op bezwaar genomen; op dit moment onbekend of beroep is ingesteld
1
Beroep ingesteld
Totaal
3
2
1
Bevoegd gezag
Aantal procedures over vergunningen
Huidige stand van zaken
Toelichting
Afgerond
Niet afgerond
Minister voor Natuur en Stikstof
3
3
Beroep/hoger beroep loopt
Totaal
3
3
Bevoegd gezag
Aantal besluiten waar beroep is ingediend over stikstof
Huidige stand van zaken
Toelichting
Afgerond
Niet afgerond
Minister of Staatssecretaris van IenW
3
1
Beroep is ongegrond verklaard
2
Beroepsprocedures lopen nog
Totaal
3
1
2
Bevoegd gezag
Aantal besluiten waar beroep is ingediend over stikstof
Huidige stand van zaken
Toelichting
Afgerond
Niet afgerond
Minister voor KenE
1
1
Beroepsprocedure loopt nog
Totaal
1
1
Vraag 2
In hoeveel van deze zaken procedeerde de (vergunningverlenende) overheid ten bate
van een particulier bedrijf?
Antwoord 2
Een overheid zal niet ten bate van een private rechtspersoon procederen. Wanneer er
een procedure is waarbij een bevoegd gezag is betrokken, dan is dit vanuit de rol
van bevoegd gezag, waarbij het bevoegde gezag voor het publiek belang staat, in die
zin dat natuurvergunningen en andere natuurtoestemmingen slechts kunnen worden verleend
als wordt voldaan aan het toetsingskader van de Wet natuurbescherming.
Vraag 3
Hoeveel heeft het voeren van deze procedures (bij benadering) gekost? Kan dit schematisch
worden weergegeven voor de verschillende overheden?
Antwoord 3
Het is niet bekend hoeveel het voeren van deze procedures heeft gekost.
Vraag 4
Is het gebruikelijk om voordat er bezwaar, beroep of hoger beroep wordt ingesteld
extern juridisch advies wordt ingewonnen door de overheid? Zo ja, kan (bij benadering)
worden aangegeven of dit externe juridische advies vaak wordt gevolgd? Hoeveel hebben
deze adviezen gekost?
Antwoord 4
Bezwaar is niet aan de orde bij besluiten waarbij afdeling 3.4 van de Algemene wet
bestuursrecht wordt toegepast, zoals bij de natuurvergunningen het geval is. Het instellen
van beroep in eerste aanleg gebeurt niet door het bevoegd gezag, maar door een belanghebbende;
dat kan degene zijn die een vergunning heeft aangevraagd en het niet eens is met het
genomen besluit, maar dat kan ook een andere belanghebbende zijn, zoals een natuurorganisatie.
Het bevoegd gezag zal dan verweer moeten voeren. Of voor het voeren van verweer of
het instellen van een hoger beroepsprocedure extern advies wordt ingewonnen of een
beroep wordt gedaan op een advocatenkantoor, is aan het betrokken bevoegd gezag. De
rijksoverheid is gebonden aan het kantoor van de Landsadvocaat. Bij zaken die van
belang zijn voor de werking van het wettelijke systeem wordt door mijzelf en door
provincies, in afstemming met mij een beroep gedaan op het kantoor van de Landsadvocaat.
Er bestaat geen totaaloverzicht van de hiermee bij alle bevoegde instanties gemoeide
kosten.
Vraag 5
Deelt u de mening dat, gelet op het feit dat de overheid vrijwel altijd deze procedures
verliest, het zonde is van het geld, de (ambtelijke) capaciteit en de capaciteit bij
gerechtelijke instanties om in dit soort gevallen bezwaar, beroep en hoger beroep
in te stellen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee, deze mening deel ik niet. Per procedure wordt door een bevoegd gezag een zorgvuldige
afweging gemaakt ten aanzien van de aan de orde zijnde publieke belangen, waartoe
ook (finale) duidelijkheid over de juiste interpretatie en toepassing van het geldende
recht kan behoren. Bij die duidelijkheid hebben alle partijen belang. Beroep in eerste
aanleg wordt bovendien altijd ingesteld door een belanghebbende; het kan dan gaan
om degene die om de vergunning heeft gevraagd of een andere belanghebbende, zoals
een natuurorganisatie. Het bevoegd gezag zal dan verweer moeten voeren. Hoger beroep
kan van de kant van de belanghebbende of het betrokken bevoegd gezag komen.
Vraag 6
Wat is de reden dat de rijksoverheid en bevoegde medeoverheden vaak niet (tijdig)
reageren op handhavingsverzoeken betreffende het naleven van wet- en regelgeving,
bijvoorbeeld inzake de natuurvergunning van Schiphol?
Antwoord 6
Er kan in zijn algemeenheid niks worden gezegd over de reden voor het niet tijdig
reageren van de rijksoverheid en medeoverheden op handhavingsverzoeken en of deze
stelling juist is. Er is geen registratie van handhavingsverzoeken, die om allerlei
uiteenlopende redenen kunnen worden ingediend, en reactietermijnen. In het geval van
het handhavingsverzoek inzake (het ontbreken van) de natuurvergunning Schiphol geldt
dat zowel de verzoeken om handhaving als de aangevraagde vergunning een zorgvuldige
beoordeling van een complexe situatie vergen. Dit kost helaas de nodige tijd.
Vraag 7
Deelt u de mening dat een verzoek tot handhaving van het naleven van wet- en regelgeving
in principe moet worden opgevolgd, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die
het niet opvolgen van een dergelijk verzoek rechtvaardigen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ja, ik deel de mening dat altijd een besluit moet worden genomen op een verzoek tot
handhaving. Wanneer het verzoek terecht is en er een overtreding plaatsvindt, dan
moet in beginsel worden overgegaan tot handhaving.
Vraag 8
Wat is volgens u het juridisch kader om te beoordelen of al dan niet wordt voldaan
aan een verzoek tot handhaving? Deelt u de mening dat wanneer de overheid onverhoopt
het verzoek tot handhaving niet opvolgt vanwege zwaarwegende omstandigheden, de overheid
dit altijd specifiek en tijdig moet onderbouwen in de richting van de verzoeker tot
handhaving? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Wanneer sprake is van een overtreding geldt een beginselplicht tot handhaving. Daarvan
kan volgens vaste jurisprudentie alleen bij hoge uitzondering worden afgeweken. Dat
is aan de orde als sprake is van een concreet zicht op legalisatie of als handhaving
onevenredig zou zijn jegens de overtreder, het belang van de overtreder afwegend tegen
het natuurbelang. Elk besluit van een bestuursorgaan moet worden gemotiveerd. Het
is ook gewenst dat tijdig op aanvragen en verzoeken wordt besloten. Als dat onverhoopt
niet lukt, hebben verzoekers en aanvragers rechtsmiddelen tot hun beschikking.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het niet opvolgen van een verzoek tot handhaving bijdraagt aan
het wantrouwen in de overheid omdat burgers terecht van de overheid mogen verwachten
dat wet- en regelgeving wordt nageleefd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het werken op basis van juridische argumenten zoals hierboven beschreven leidt naar
mijn inzicht niet tot een verminderd vertrouwen in de overheid en de rechtsstaat.
Vraag 10
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar binnen de gestelde termijn beantwoorden?
Antwoord 10
Ja, ik heb de vragen afzonderlijk beantwoord. Vanwege de benodigde interdepartementale
afstemming over de beantwoording is het niet gelukt om deze vragen binnen de gebruikelijke
termijn van drie weken te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.