Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Marijnissen over de aanwezigheid van de Nederlandse kabinetsdelegatie op het World Economic Forum in Davos
Vragen van het lid Marijnissen (SP) aan de Minister-President over de aanwezigheid van de Nederlandse kabinetsdelegatie op het World Economic Forum in Davos: (ingezonden 18 januari 2023).
Antwoord van Minister Schreinemacher (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking),
mede namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 27 maart 2023). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1512.
Vraag 1
Met welk doel gaat de Nederlandse kabinetsdelegatie naar het World Economic Forum
2023 in Davos?1
Antwoord 1
De jaarlijkse vergadering van het World Economic Forum biedt een goede gelegenheid
om in gesprek te gaan met politici, academici, journalisten en vertegenwoordigers
van internationale organisaties, ngo’s en het bedrijfsleven over belangrijke en actuele
thema’s. De vergadering biedt een mooie kans om nieuwe inzichten te delen en ervaringen
uit te wisselen bij de aanpak van wereldwijde vraagstukken.
Vraag 2
Welke afweging heeft het kabinet gemaakt om überhaupt naar het World Economic Forum
te gaan?
Antwoord 2
Het kabinet heeft de jaarlijkse vergadering bijgewoond omdat het World Economic Forum
een nuttig platform is voor de uitwisseling van kennis en ideeën.
Vraag 3
Welke afwegingen zijn er gemaakt om met deze kabinetsdelegatie te gaan?
Antwoord 3
De kabinetsleden die zijn afgereisd naar Davos hebben een uitnodiging ontvangen van
het World Economic Forum om de jaarvergadering bij te wonen.
Vraag 4
Op welke manier en tijdens welke momenten zijn deze afwegingen gemaakt? En door wie?
Kunt u de stukken die ten grondslag liggen van deze afwegingen meesturen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
De uitgenodigde bewindspersoon beslist over het al dan niet aannemen van een uitnodiging
van het WEF. Deze uitnodigingen zijn eerder met Uw Kamer gedeeld2.
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven welke bewindslieden tijdens welke sessies aanwezig zijn
op het World Economic Forum?
Antwoord 5
In de bijlage treft u de volledige programma’s aan van de Nederlandse bewindspersonen
die bij de vergadering van het World Economic Forum aanwezig waren.
Vraag 6
Kunt u de verslagen van deze sessies toezenden inclusief een lijst van andere aanwezigen
van de sessies waar een Nederlands bewindspersoon aanwezig was? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Van de programmasessies van het World Economic Forum worden in de regel geen verslagen
gemaakt. De meeste sessies werden gelivestreamed en zijn terug
te kijken via de website van het World Economic Forum3. Daarop staat bij elke sessie ook de deelnemerslijst vermeld. Enkele sessies hadden
een vertrouwelijk karakter. Het WEF deelt de inhoud en deelnemerslijst om die reden
niet.
Vraag 7
Kunt u een overzicht geven van de ontmoetingen van de Nederlandse bewindslieden met
collega’s, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en economen?
Antwoord 7
In de bijlage treft u de volledige programma’s aan van de Nederlandse bewindspersonen
die bij de vergadering van het World Economic Forum aanwezig waren.
Vraag 8
Kunt u een overzicht geven van de totale kosten die de reis naar Davos van de Nederlandse
kabinetsdelegatie met zich meebrengt? Gelieve uitgesplitst naar bewindspersoon.
Antwoord 8
In onderstaande tabel treft u de kosten voor verblijf van de delegatieleden aan. Voor
de overige kosten, te weten de kosten omtrent de lijnvluchten van de Minister voor
BHOS, de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
verwijs ik u naar de bestuurskosten.
Een deel van de kabinetsdelegatie heeft voor de heen- en terugreis gebruik gemaakt
van het regeringstoestel. Alle departementen hevelen sinds 2014 budget over naar I&W
om de kosten van het regeringstoestel te dekken. Deze kosten worden dan ook niet meegenomen
in de beantwoording van deze vraag.
De Staatssecretaris van IenW is per dienstauto naar Davos afgereisd. De kosten hiervan
zijn niet meegenomen. Op de terugweg vloog de Staatssecretaris mee met het regeringstoestel.
De Minister van SZW en de Minister voor BHOS waren vanwege hun verantwoordelijkheden
en afspraken langer aanwezig in Davos en vlogen daardoor niet mee met het regeringstoestel.
De Minister van Buitenlandse Zaken vertrok eerder dan de rest van de delegatie vanwege
een parlementaire verplichting waardoor hij voor de terugweg een lijnvlucht heeft
genomen.
Bewindspersoon
Verblijf
Kosten (euro)
Rutte (AZ)
Hotel (1 overnachting)
€ 594,00
Kaag (FIN)
Hotel (1 overnachting)
€ 594,00
Hoekstra (BZ)
Hotel (1 overnachting)
€ 594,00
Schreinemacher (BZ)
Hotel (3 overnachtingen)
€ 1.462,0
Ollongren (DEF)
Hotel (1 overnachting)
€ 594,00
Van Gennip (SZW)
Hotel (3 overnachtingen)
€ 1.137,94
Heijnen (IenW)
Hotel (2 overnachtingen)
€ 796,00
Vraag 9
Heeft u kennis genomen van het nieuwe rapport van Oxfam Novib «Survival of the Richest»4 dat is gepubliceerd op dezelfde dag als de start van het World Economic Forum?
Antwoord 9
Ja.
Vraag 10
Wat is uw reactie op dit nieuwe rapport «Survival of the Richest»?
Antwoord 10
We zien dat de wereld sterk verandert. In 2019 waren wereldwijde armoede, ongelijkheid,
kindersterfte en analfabetisme al bijna dertig jaar aan het dalen, maar mede door
de COVID-19 pandemie, de oorlog in Oekraïne en de gevolgen van klimaatverandering
nemen bestaande ongelijkheden weer toe.
Rapporten zoals «Survival of the Richest», maar ook analyses van de Wereldbank en
OESO onderstrepen dat beeld en zijn voor het kabinet een belangrijke bron van kennis
om invulling te geven aan het beleid.
Het kabinet onderschrijft de conclusie dat belastingen een belangrijke rol spelen
in het adresseren van ongelijkheid. Daarom is ons beleid ook gericht op het aanpakken
van onwettige geldstromen en belastingontwijking.
Vraag 11
Erkent u dat de groeiende ongelijkheid tussen aan de ene kant de rijkste 1% procent
en aan de andere kant de rest van de wereldbevolking een probleem is? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 11
Verminderen van armoede en ongelijkheid is één van de lange termijn hoofddoelen van
het beleid voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS) van Nederland,
zoals onder andere is vastgelegd in de beleidsnota «Doen waar Nederland goed in is»
5.
Ongelijkheid kent een grote diversiteit aan oorzaken en verschijningsvormen, denk
aan ongelijkheid tussen mannen en vrouwen, inkomensongelijkheid, ruraal-urbane verschillen,
ongelijke toegang tot dienstverlening en digitale middelen/het internet (de «digital divide»). Als gevolg van COVID-19 zijn deze ongelijkheden op veel plaatsen toegenomen, en
ontstaan nieuwe vormen, zoals ongelijke toegang tot vaccins. Het kabinet beoogt dergelijke
ontwikkelingen gericht te adresseren.
Zo heeft Nederland bijvoorbeeld haar inzet vergroot op het versterken van sociaaleconomische
weerbaarheid van mensen in lage en middeninkomenslanden. Dat doen we o.a. via cash transfer en safety net-programma’s.
Vraag 12
Erkent u dat deze groeiende ongelijkheid een politieke keuze is? Zo ja, welke politieke
keuze bent u bereid te nemen om deze groeiende ongelijkheid in Nederland tegen te
gaan?
Antwoord 12
Ongelijkheid staat breed in de schijnwerpers, niet alleen wereldwijd maar ook in Nederland.
Het heeft ook de nadrukkelijke aandacht van het kabinet. Kansengelijkheid is een van
prioriteiten van het kabinet binnen de brede welvaart.
Qua inkomensongelijkheid constateert het rapport «Inkomen verdeeld»6 dat sinds 1990 de inkomensongelijkheid vrijwel gelijk is gebleven, terwijl de ongelijkheid
in primaire inkomens (marktinkomens) groter is en is toegenomen. De politieke invloed
op de primaire inkomensongelijkheid is beperkt, terwijl de invloed daarvan op de inkomensongelijkheid
groot is. Het is een politieke keuze om de secundaire inkomensongelijkheid beperkt
te houden. Overigens heeft een bepaalde mate van scheefheid van de verdeling ook positieve
effecten voor de samenleving als geheel. De scheefheid biedt een prikkel; het is een
stimulans om te werken, talenten te benutten en te investeren in je eigen ontwikkeling.
Mensen die hard werken, risico nemen of mooie innovaties bedenken, mogen daarvoor
ook worden beloond.
Qua vermogensverdeling is er meer ongelijkheid dan bij inkomens. Het IBO Vermogensverdeling
dat op 8 juli naar uw Kamer is gestuurd heeft laten zien dat dit ten dele verklaarbaar
is uit het feit dat vermogen gedurende de levensloop wordt opgebouwd: 40% van de scheefheid
kan hiermee verklaard worden. Ook laat het rapport zien dat een scheve vermogensverdeling
de negatieve effecten op kansenongelijkheid in onze samenleving kan versterken.
Het kabinet treft maatregelen om ongelijkheid in inkomens en vermogens tegen te gaan
zoals door de ophoging van het wettelijk minimumloon met ruim 10%7 en het aanpakken van belastingconstructies.8
Het kabinet zet ook in op kansengelijkheid in de toekomst door het op peil houden
en verbeteren van sociale voorzieningen, waarbij onder meer de kwaliteit van onderwijs
wordt verbeterd via ondersteuning voor docenten en de onderwijsketen. Om ervoor te
zorgen dat elk kind optimaal kansen kan pakken, trekt het kabinet de komende jaren
in totaal € 1 miljard uit. Het kabinet werkt aan een reactie op de motie Van Baarle9 waarin de regering verzocht wordt om interdepartementaal de samenhang te bewaken
in de aanpak om tot kansengelijkheid te komen, en tevens hierbij indicatoren te gebruiken
waarmee de kansengelijkheid in de tijd kan worden gevolgd.
Vraag 13
Heeft u – of andere leden van uw kabinet – deze ongelijkheid geagendeerd op het World
Economic Forum? Zo ja, welke bewindspersonen hebben dit gedaan en op welke manier?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Het thema ongelijkheid is bij verschillende sessies waaraan ik heb deelgenomen aan
de orde geweest. Ook in diverse bilaterale ontmoetingen van diverse bewindspersonen
is het onderwerp besproken. Specifiek ging het daarbij onder meer over leefbaar loon,
het creëren van een inclusieve arbeidsmarkt, de toegang tot schoon drinkwater en inclusieve
handel en economische ontwikkeling.
Vraag 14
Wat is uw reactie op het voorstel van Oxfam Novib om de rijkste 1% bijvoorbeeld tenminste
60% van hun inkomen aan belasting te laten betalen?
Antwoord 14
Het kabinet neemt de uitkomsten van het interdepartementale beleidsonderzoek (IBO)
over fiscale onevenwichtigheden en de relatie met ongelijkheid tussen huishoudens
serieus. Het kabinet heeft met het Belastingplan 2023 reeds een forse stap gezet en
zet komende periode verdere stappen naar een evenwichtiger en neutraler belastingstelsel.
Een van de belangrijkste conclusies uit het IBO Vermogensverdeling is dat een onevenwichtig
belastingstelsel bijdraagt aan ongelijkheid tussen huishoudens. Zo laat het IBO zien
dat het inkomen uit vermogen relatief laag wordt belast ten opzichte van inkomen uit
arbeid en op welke manier dit bijdraagt aan ongelijkheid tussen huishoudens. Het inkomen
van de top 1% bestaat – anders dan het inkomen van andere huishoudens – voornamelijk
uit inkomen uit vermogen.
Bij de voorjaarsbesluitvorming in 2022 heeft het kabinet reeds stappen gezet in het
gelijker belasten van arbeid en vermogen en volgende stappen zijn gezet bij de besluitvorming
richting Miljoenennota 2023. Dit heeft geleid tot een heel pakket aan maatregelen
in het Belastingplan 2023, die de lasten op vermogen verzwaren, de lasten op arbeid
verlichten, en daarmee de belastingdruk van verschillende type werkenden en type inkomen
dichter bij elkaar brengen. Vanwege de samenstelling van het inkomen van de top 1%
rijkste huishoudens ten opzichte van andere huishoudens is het zeer aannemelijk dat
met de maatregelen van het Belastingplan 2023 de lastendruk van de top 1% meer toeneemt
dan die van andere huishoudens.
Daarnaast zet het kabinet in op het aanpakken van belastingconstructies waarvan met
name de rijkste huishoudens kunnen profiteren. Hiertoe heeft het kabinet een taakopdracht
van € 550 miljoen structureel ingeboekt. In de Voorjaarsnota 2023 wordt de eerste
invulling van de aanpak van belastingconstructies gepresenteerd. Daarnaast wordt er
hard gewerkt aan het stelsel van werkelijk rendement voor het vermogen in box 3, wat
er voor zorgt dat inkomen uit box 3-vermogen gelijker wordt belast met ander inkomen.
In de kabinetsreactie op de evaluatie van de Bedrijfsopvolgingsregelingen (BOR) is
vervolgonderzoek aangekondigd. Dit vervolgonderzoek loopt momenteel en wordt uiterlijk
voor de zomer afgerond. Tussentijdse conclusies neemt het kabinet mee in de voorjaarsbesluitvorming.
Vraag 15
Wat is uw reactie op het voorstel van Oxfam Novib om een eenmalige solidariteitsbelasting
en belasting op excessieve winsten door bedrijven die profiteren tijdens wereldwijde
crises in te voeren?
Antwoord 15
Winst is reeds belast met vennootschapsbelasting, waarbij bij een hogere winst ook
meer vennootschapsbelasting is verschuldigd. In de huidige zeer uitzonderlijke omstandigheden
heeft de Europese Commissie zich genoodzaakt gezien in te grijpen. Hiervoor was breed
draagvlak onder de lidstaten. Het kabinet onderschreef deze noodzaak en heeft daarom
voor de fossiele sector de Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage ingevoerd voor 2022
en in het Belastingplan 2023 de cijns in de Mijnbouwwet voor 2023 en 2024 verhoogd.
Een algemene wettelijke grondslag creëren voor een overwinstbelasting is niet mogelijk.
Een belasting bestaat in de basis uit een subject (belastingplichtige), een object
(de grondslag waarover wordt geheven) en een tarief. De grondslag voor een belasting
is de formele wet waarin dit alles duidelijk staat. Dat volgt ook uit artikel 104
van de Grondwet, dat voorschrijft dat belastingen van het Rijk worden geheven uit
kracht van een wet. Zonder dat duidelijk is (1) welke doelgroep moet worden belast,
(2) welke overwinst moet worden belast en vervolgens (3) tegen welk tarief het moet
worden belast, is het niet mogelijk een wettelijke grondslag te creëren. Daarmee kent
het creëren van een grondslag dezelfde bezwaren ten aanzien van de afbakening van
belastingplichtigen, de vraag wat overwinst is en de uitvoerbaarheid, als eerder al
uitgebreid toegelicht in brieven aan de Tweede Kamer op 29 september 2021 en 1 juli
2022 ten aanzien van een solidariteitsheffing.10
Vraag 16
Heeft u kennis genomen van het volgende artikel uit de Volkskrant: «Samenzwering in
de Alpen»: hoe de Great Reset een mondiale complottheorie over werelddominantie werd»?11
Antwoord 16
Ja.
Vraag 17
Erkent u dat het World Economic Forum een broedplaats is voor neoliberale ideeën?
Antwoord 17
Het doel van het World Economic Forum is om kennis en ideeën uit te wisselen in de
aanpak van wereldwijde problemen, zoals armoede, ongelijkheid, klimaatverandering
of de Russische invasie in Oekraïne. De ideeën worden uitgewisseld tussen politici,
academici, journalisten en vertegenwoordigers van internationale organisaties, het
maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven. Omdat de deelnemers verschillende
achtergronden, kennis, en overtuigingen hebben, zijn de ideeën uiteenlopend en niet
gebaseerd op één specifiek gedachtegoed.
Vraag 18
Kunt u begrijpen dat de Nederlandse kabinetsdelegatie op het World Economic Forum
veel ergernis oproept bij de Nederlandse bevolking, omdat het immers gaat om een willekeurig
gezelschap dat zich met hoge (reis)kosten afzondert in een luxe Zwitsers resort?
Antwoord 18
Het is begrijpelijk dat mensen willen weten wat er bij de jaarlijkse vergadering van
het World Economic Forum gebeurt en waarom een Nederlandse kabinetsdelegatie daaraan
deelneemt.
Voor de reden waarom een kabinetsdelegatie aan de jaarvergadering van het World Economic
Forum heeft deelgenomen, verwijs ik u naar het antwoord op vraag 1.
De meeste sessies waaraan leden van het Nederlandse kabinet hebben deelgenomen werden
gelivestreamed en zijn terug te kijken via de website van het World Economic Forum
(zie ook het antwoord op vraag 6).
In de bijlage treft u de volledige programma’s aan van de Nederlandse bewindspersonen
die bij de vergadering van het World Economic Forum aanwezig waren.
Vraag 19
Wat is democratische legitimiteit van deze top?
Antwoord 19
De jaarlijks vergadering van het World Economic Forum is bedoeld voor de uitwisseling
van kennis en ideeën over actuele maatschappelijke vraagstukken tussen politici, academici,
journalisten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, internationale organisaties
en ngo’s. Tijdens de jaarlijkse vergadering van het World Economic Forum vindt geen
politieke besluitvorming plaats.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.