Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over een recent onderzoek naar het effect van mondkapjes op de verspreiding van SARS-CoV-2
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een recent onderzoek naar het effect van mondkapjes op de verspreiding van SARS-CoV-2 (ingezonden 10 februari 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 24 maart
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1733.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «3.000 miljard wegwerpmondkapjes later: ze werken
niet, is de wetenschappelijke conclusie» en het artikel «Physical interventions to
interrupt or reduce the spread of respiratory viruses»1, 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Onderschrijft u de conclusie van het bovengenoemde artikel van Cochrane Library, op
basis van verschillende studies over verschillende jaren en verschillende virus(uitbraken),
dat het dragen van mondneusmaskers voor het tegengaan van de verspreiding van luchtwegvirussen
nihil, of zelfs niet-bestaand is? Zo nee, waarom niet? Kunt u de analyse van de onderzoekers
gefundeerd weerleggen?
Als uit verschillende onderzoeken uit het verleden al duidelijk gebleken is dat het
effect van mondneusmaskers op de verspreiding van luchtwegvirussen te verwaarlozen
is, deze informatie openbaar beschikbaar was en het Outbreak Management Team (OMT)
bovendien lange tijd van mening was dat mondneusmaskers zinloos waren bij het bestrijden
van de coronacrisis en daarnaast schijnveiligheid boden, waarom is er dan toch voor
gekozen een mondkapjesplicht in te voeren?
Heeft het OMT tijdens de overleggen over een eventuele invoering van een mondkapjesplicht
de onderzoeken die in het artikel van Cochrane Library worden aangehaald ter beschikking
gehad en zo ja, wat is hiermee gedaan? Heeft uw departement en/of het kabinet destijds
kennisgenomen van dergelijke studies die het effect van mondneusmaskers tegenspraken?
Antwoord 2, 3 en 4
Het kabinet en uw Kamer hebben over de inzet van mondkapjes in het najaar van 2020
verschillende debatten met elkaar gevoerd. De afweging is gemaakt de bijdrage van
het dragen van mondkapjes niet onbenut te laten. In combinatie met een aantal andere
maatregelen kunnen mondkapjes een functie hebben in het tegengaan van verspreiding
van het coronavirus. De maatregel van de mondkapjesplicht – zoals het OMT tijdens
de pandemie verschillende malen geadviseerd heeft – was in lijn met algemeen aanvaarde
standaarden van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), het Europees Centrum voor ziektepreventie
en -bestrijding (ECDC) en een groot aantal andere landen in de wereld. Daarbij is
het van belang dat mensen hun mondkapje op de juiste wijze dragen. Communicatie is
erop gericht geweest mensen te informeren over hoe een mondkapje op de juiste wijze
gedragen zou moeten worden en mensen bewust te maken van het belang van het goed dragen
van mondkapjes.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat het invoeren van de mondkapjesplicht dus inderdaad vooral een
gedragsbeïnvloedende maatregel was, in plaats van een epidemiologische? Bent u zich
ervan bewust dat studies hebben uitgewezen dat het dragen van een mondneusmasker er
niet toe heeft geleid dat mensen meer afstand van elkaar gingen houden?
Antwoord 5
De mondkapjesplicht was een mitigerende maatregel om de verspreiding van het coronavirus
tegen te gaan, juist op plekken waar men veelal geen anderhalve meter afstand kon
houden. Bijvoorbeeld in het openbaar vervoer en bij bezoek aan mensen met een contactberoep,
zoals een kapper of fysiotherapeut.
Vraag 6
Hoe reflecteert u in retrospectief op de keuze om een epidemiologisch zinloze maatregel
in te zetten voor gedragsbeïnvloeding, die vervolgens niet het gewenste effect had,
maar daarnaast aan vele mensen fysieke en/of emotionele schade heeft toegebracht?
Staat u nog steeds achter de keuze van het kabinet om een mondkapjesplicht in te voeren?
Antwoord 6
Ik sta nog steeds achter deze keuze. Zie ook mijn antwoord op vragen 2, 3 en 4.
Vraag 7
Kunt u uitleggen waarom het dragen van mondneusmaskers is opgenomen in de zogenaamde
«pandemiewet», de wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg), die op dit moment
bij de Eerste Kamer ligt? Waarom neemt u daarin opnieuw deze maatregel op, als u weet
dat deze epidemiologisch ineffectief is en door vele mensen als restrictief en fysiek
en emotioneel belastend wordt ervaren?
Antwoord 7
In voorbereiding op het wetsvoorstel Eerste tranche wijziging Wet publieke gezondheid
zijn expertsessies georganiseerd met deskundigen met een epidemiologische of virologische
achtergrond en juristen. Tijdens deze sessies hebben genoemde deskundigen aangegeven
welke maatregelen zij effectief achten om de epidemie van covid-19 op langere termijn
te kunnen bestrijden en welke maatregelen effectief kunnen zijn ter bestrijding van
andere A1-infectieziekten. Hieruit kwam naar voren dat de instrumenten uit de destijds
voorgenomen zesde verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm), een
gedegen grondslag zijn voor de bestrijding van een toekomstige epidemie van een A1-infectieziekte.
De grondslag voor het verplichten tot het dragen van beschermingsmiddelen was hier
onderdeel van. Zoals ik hierboven reeds heb toegelicht, kunnen mondkapjes in combinatie
met andere maatregelen een functie hebben in de bestrijding van respiratoire virussen.
Vraag 8
Hoe reflecteert u op de problemen die het dragen van mondneusmaskers veroorzaken voor
de communicatieve en emotionele ontwikkeling van kinderen en mensen die bijvoorbeeld
afhankelijk zijn van liplezen en/of personen met een ontwikkelingsstoornis en de schade
die zij hiervan hebben opgelopen tijdens de coronacrisis? Vindt u het verantwoord
om deze groepen mensen bij een nieuwe virusuitbraak opnieuw de nadelige gevolgen van
een mondkapjesplicht te laten ondervinden? Heeft u hierop een impactanalyse gemaakt
en weet u wat de gevolgen voor de volksgezondheid en de (druk op de) zorg zullen zijn?
Antwoord 8
Mensen die vanwege een beperking of aandoening geen mondkapje kunnen dragen, waren
uitgezonderd van de plicht. Zij werden hiermee ontzien van fysieke en psychische last.
Indien een vergelijkbare maatregel in de toekomst genomen zou worden op basis van
de Eerste tranche wijziging Wet publieke gezondheid, kan een dergelijke uitzondering
opnieuw worden gemaakt. Verder is het Maatschappelijke Impact Team (MIT) ingesteld
om te adviseren over de sociaal-maatschappelijke impact van voorgenomen maatregelen,
voordat deze worden ingevoerd.
Vraag 9
Aangezien mondneusmaskers epidemiologisch ineffectief zijn gebleken bij verschillende
respiratoire virussen door de jaren heen, kunt u dan verklaren waarom u van mening
bent dat zij bij een (volgende) SARS-CoV-2 of andersoortige (luchtwegvirus)uitbraken
wel een significant effect zullen hebben?
Antwoord 9
In combinatie met andere maatregelen kunnen mondkapjes een functie hebben in het tegengaan
van verspreiding van respiratoire virussen. Hierbij kijk ik ook naar de internationale
standaarden. Zie ook het antwoord op vragen 2, 3 en 4.
Vraag 10
Wat vindt u ervan dat het artikel in Cochrane Library aangeeft dat aan de schadelijke
gevolgen van mondneusmaskers weinig ruchtbaarheid wordt gegeven en dat nadelige effecten
bovendien slecht worden gemeten en gerapporteerd? Deelt u de mening dat hieruit moet
worden geconcludeerd dat de schade die de mondkapjesplicht tijdens de coronacrisis
heeft veroorzaakt wellicht veel groter is dan wij tot nu toe weten?
Antwoord 10
We weten dat het draagvlak voor de mondkapjesplicht hoog was en dat vertaalde zich
ook in een goede naleving. Dit blijkt uit gedragsonderzoek van het RIVM dat zij periodiek
hebben uitgevoerd onder de bevolking (www.rivm.nl/gedragsonderzoek). Zoals aangegeven in het antwoord op uw achtste vraag, waren mensen die vanwege
een beperking of aandoening geen mondkapje kunnen dragen, uitgezonderd van de plicht.
Zij werden hiermee ontzien van fysieke en psychische last.
Vraag 11
Bent u voornemens te gaan onderzoeken hoe groot de schade is van de invoering van
de mondkapjesplicht tijdens de coronacrisis in Nederland.
Antwoord 11
Ik zie geen meerwaarde in een dergelijk onderzoek. De coronamaatregelen in algemene
zin hebben een grote maatschappelijke en sociale impact gehad. De mondkapjesplicht
heeft ook impact gehad op ons leven. Tegelijkertijd weten we uit gedragsonderzoek
van het RIVM dat het draagvlak voor de maatregel hoog was en dat vertaalde zich ook
in een goede naleving.
Vraag 12
Bent u bereid om het verplichten van het dragen van mondneusmaskers te schrappen uit
de wijziging van de Wpg? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Nee. In combinatie met een aantal andere maatregelen kunnen mondkapjes een functie
hebben in het tegengaan van verspreiding van respiratoire virussen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.