Schriftelijke vragen : De stijging van het aantal afwijzingen van visumaanvragen van Surinamers
Vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de stijging van het aantal afwijzingen van visumaanvragen van Surinamers (ingezonden 22 maart 2023).
Vraag 1
Kunt u het bericht dat onze partij ter ore is gekomen bevestigen dat, sinds de beoordeling
van visumaanvragen voor kort verblijf in Nederland vanuit Suriname niet meer plaatsvindt
op de ambassade in Paramaribo maar in Den Haag, het aantal afwijzingen in ongeveer
vier jaar tijd is verdriedubbeld van 6% naar 18% van alle aanvragen?
Vraag 2
Wat is uw reactie en analyse op deze bevinding?
Vraag 3
Welke oorzaken liggen ten grondslag aan deze sterke groei van het aantal afwijzingen?
Vraag 4
Wat is uw mening over het feit dat sinds de verwerking van visumaanvragen uit Suriname
door het private bedrijf VFS Global wordt gedaan, Surinamers 30 Euro extra moeten
betalen aan visumleges – voor velen erg veel geld, dat bij afwijzing ook niet teruggestort
wordt? Vindt u het eerlijk dat het besluit om de verwerking van aanvragen uit te besteden
leidt tot hogere kosten voor de aanvrager?
Vraag 5
Hoe gaat u om met spoedaanvragen voor bijvoorbeeld begrafenissen of andere familiale
omstandigheden? Kunt u ons cijfers geven over de hoeveelheid spoedaanvragen en het
aantal goedgekeurde spoedaanvragen?
Vraag 6
Wat is uw reactie op de mogelijkheid dat het grote percentage afwijzingen van visumaanvragen
van Surinamers te maken heeft met het feit dat lokaal ambassadepersoneel aanvragen
beter in kan schatten vanwege contextuele kennis dan personeel op afstand in Den Haag?
Bent u bereid dit verder te onderzoeken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 7
Gaat u onderzoeken in hoeverre institutioneel racisme op het Ministerie van Buitenlandse
Zaken de beoordeling van visumaanvragen van Surinamers beïnvloedt, gezien het recente
rapport «Racisme bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken: een verkennend onderzoek»
(december 2022) impliceert dat racistische opvattingen, vooroordelen en vooringenomenheid
ook kunnen bestaan bij personeel dat visumaanvragen behandelt? Zo ja, op welke termijn?
Zo niet, kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 8
Kunt u toelichten in hoeverre er sprake is van een ontwikkeling waarbij ambassades
de behandeling en beoordeling van visumaanvragen uitbesteden? Is hier sprake van groei,
en kunt u toelichten wat de redenen zijn voor ambassades om de beoordeling van visumaanvragen
in Den Haag te laten doen?
Vraag 9
Is een vergelijkbare groei in afwijzingen te zien bij visumaanvragen uit andere landen
waarbij, net als bij Suriname, de beoordeling van aanvragen plaatsvindt in Den Haag
en niet op de ambassade van het desbetreffende land? Kunt u deze toelichten? Kunt
u hierbij specifiek ingaan op landen wiens inwoners vaak een nauwe familieband hebben
in Nederland, zoals Turkije, Marokko en Indonesië?
Vraag 10
Welke mogelijkheden ziet u om visumaanvragen weer te behandelen in het land waarin
de aanvraag is gedaan? Kunt u uw antwoord toelichten, inclusief op welke termijn dit
weer mogelijk is?
Vraag 11
Welke mogelijkheden ziet u om de kosten voor visumaanvragen voor de aanvrager weer
terug te brengen door de verwerking hiervan niet uit te besteden aan commerciële bedrijven?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.H. (Sylvana) Simons, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.