Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de onduidelijkheden die zijn gerezen bij de overdracht van data ten behoeve van het onderzoek naar de oversterfte gefaciliteerd door ZonMW
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de onduidelijkheden die zijn gerezen bij de overdracht van data ten behoeve van het onderzoek naar de oversterfte gefaciliteerd door ZonMW (ingezonden 2 februari 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 20 maart
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1677.
Vraag 1, 2 en 3
Kunt u aangeven in welk specifiek bestand van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) de vaccinatiestatus van overleden personen staat geregistreerd en
of die registratie nog hetzelfde detail (prikdatum, merk vaccin, batchnummer enzovoort)
bevat als dat van de geregistreerde personen die in leven zijn? Zo nee, wilt u daar
navraag naar doen bij het RIVM en de Kamer berichten wat eventuele discrepanties zijn
tussen de beide registraties?
Kunt u aangeven met welk specifiek veld het vaccinatiestatusregister van het RIVM
na overdracht aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kan worden gekoppeld
met het doodsoorzakenregister van het CBS, gezien het feit dat er in het doodsoorzakenregister
van het CBS geen burgerservicenummer (BSN) staat vermeld en er ook geen ander gemeenschappelijk
veld tussen die datasets bestaat waarmee koppeling kan plaatsvinden? Zo nee, wilt
u daar navraag naar doen bij het CBS?
Indien er geen koppeling mogelijk is, hoe kunnen onderzoekers op individueel niveau
vaccinatiestatus (RIVM) en doodsoorzaak (CBS) matchen?
Antwoord 1, 2 en 3
Gevaccineerde personen die daarvoor toestemming hebben gegeven worden geregistreerd
in het vaccinatieregister CIMS. Dit register kan binnen de CBS microdata onderzoeksomgeving
gekoppeld worden aan andere datasets, zoals het sterfte- en doodsoorzakenregister
via een koppelsleutel die het CBS aanmaakt, het zogenaamde RIN. Indien data BSN informatie
bevat, vindt pseudonimisatie plaats waarbij het BSN wordt vervangen door een nieuwe
sleutel, het RIN, waardoor het koppelen van datasets mogelijk is en ook de privacy
gewaarborgd is.
Op basis van de gekoppelde datasets is het dus mogelijk om te zien welke overleden
personen gevaccineerd waren, mits deze personen toestemming hebben gegeven om hun
data te gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek. Deze data wordt gebruikt binnen
het oversterfteonderzoek.
Vraag 4
Hoe heeft deze koppeling eerder plaatsgevonden toen het CBS en het RIVM op uw verzoek
het rapport «Sterfte en Oversterfte in 2020 en 2021» hebben opgesteld?1
Antwoord 4
Bij het oversterfte onderzoek dat in juni 2022 is afgerond door het CBS en het RIVM
is de vaccinatiedata op dezelfde manier als hierboven beschreven, gekoppeld aan doodsoorzakengegevens
en de sterftedata. Het RIVM heeft binnen de beveiligde remote access omgeving van
het CBS, onderzoek gedaan naar de redenen en oorzaken van oversterfte, gebruikmakend
van CIMS vaccinatiedata.
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat het CBS volgens informatie op haar website een automatische,
softwarematige batch-classificatie van de doodsoorzaken zoals opgegeven in doodsoorzaakformulieren
laat plaatsvinden met de door de WHO aanbevolen Iris software (ja/nee)? Dat met deze
software ook de primaire doodsoorzaak kan worden bepaald (ja/nee)? Dat de daaruit
voortvloeiende ICD-10 gecodeerde doodsoorzaken leidend zijn in de onderzoeken die
door ZonMW worden gehonoreerd (ja/nee)? Kunt u de Kamer berichten, eventueel na navraag
bij het CBS, wat de classificatiespecificiteit en -sensitiviteit van deze Iris software
is ten opzichte van COVID-19, dat wil zeggen, wat de kans is op een COVID-19 classificatie
als er geen sprake is van COVID als doodsoorzaak en de kans op een niet-COVID classificatie
als er wel sprake is van COVID als doodsoorzaak? Kunt u deze waarden voor beide voor
COVID gereserveerde ICD-10 codes opgeven, namelijk U07.1 en U07.2?
Antwoord 5
Ja, ik ben met al deze zaken bekend. Ruwweg 60 procent van alle doodsoorzaakverklaringen
kan automatisch door Iris software gecodeerd worden. Ongeveer 40 procent wordt handmatig
gecodeerd. Formulieren waarop door een arts melding is gemaakt van vermoedelijke of
vastgestelde COVID-19 doodsoorzaak zijn allen echter handmatig onderzocht en gecodeerd.
Classificatiespecificiteit en -sensitiviteit van de Iris software is in deze situatie
daarom niet van toepassing. Aanvullend vertrouw ik op de professionaliteit van de
artsen die de doodsoorzaken registreerden van de overleden patiënten.
Vraag 6
Wilt u het CBS verzoeken om bij de landelijke doodsoorzakenrapportage op haar website
ook de ICD-10 codes bij de diverse rubrieken te vermelden, zoals ook in andere landen
gebruikelijk is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
De ICD-10 codes worden door het CBS bij de diverse rubrieken vermeld2.
Vraag 7
Is het op basis van bovengenoemde registratie en classificatie niet mogelijk om de
meest prevalente doodsoorzaken in die groep te rapporteren, gezien het feit dat in
diverse krantenberichten staat te lezen dat het CBS ruim 3.000 doden niet kan verklaren
in de periode van de derde prik voor de immuungecompromitteerden en de boosterprik
van de rest van de populatie in het vierde kwartaal van 2021? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het klopt dat naar aanleiding van de huidige oversterfte rapportages van het CBS er
in 2021 een deel (nog) niet te verklaren oversterfte is. Dit betekent echter niet
dat er voor deze groep overledenen geen doodsoorzaken bekend zijn. Er wordt momenteel
aanvullend en diepgaand onderzoek uitgevoerd naar de redenen en oorzaken van de oversterfte
in 2020 en 2021.
Vraag 8 en 9
Heeft het CBS de code U12 in de doodsoorzakenclassificatie en daaropvolgend rapport
«Sterfte en Oversterfte in 2020 en 2021» meegewogen, gezien het feit dat de WHO diverse
ICD-codes vastgesteld heeft voor preventie, diagnose en post-covid registratie en
dat de code U12 door de WHO in januari 2021 voor (ook fatale) bijwerkingen van vaccinatie
gereserveerd is? Zo nee, waarom niet?3
Kunt u aangeven welke impact het weglaten van een doodsoorzaak gerelateerd aan vaccinatie
(bijvoorbeeld U12) heeft in de classificatie van doodsoorzaken en de daarop gebaseerde
wetenschappelijke onderzoeken, als in dit proces een mogelijk significante doodsoorzaak
niet wordt meegenomen?
Antwoord 8 en 9
Binnen het oversterfteonderzoek hebben RIVM en het CBS een analyse verricht naar mogelijk
overlijden als gevolg van bijwerkingen van vaccinaties. Het CBS heeft in dit kader
alle doodsoorzaakverklaringen waarop melding is gemaakt van bijwerkingen van COVID-19
vaccinaties onderzocht. In 11 gevallen, waarbij er geen sprake was van onderliggend
lijden, werd door artsen op de doodsoorzaakverklaring vermeld dat aandoeningen na
vaccinatie tegen COVID-19 mogelijk het startpunt van de causale keten zouden kunnen
zijn. Hierbij werden zowel bekende bijwerkingen als nog niet als bijwerking bekende
aandoeningen vermeld. De resultaten zijn vergelijkbaar met bevindingen van bijwerkingencentrum
Lareb.
De 11 gevallen waarbij vaccinatie tegen COVID-19 mogelijk het startpunt van de causale
keten zou kunnen zijn, moeten afgezet worden tegen de 166.076 doodsoorzakenverklaringen
die in 2021 zijn ontvangen.
Vraag 10
Kunt u uitvoerig ingaan op welke ICD-10 codes die de WHO in het bovenstaande document
aanbeveelt in Nederland straks in iemands medisch dossier worden opgenomen en of zorgverzekeraars
toegang hebben tot bijvoorbeeld iemands vaccinatiestatus?
Antwoord 10
De ICD-10 codes worden bij klinische opnamen, dagopnamen en langdurige observaties
geregistreerd ten behoeve van de Landelijke Basisregistratie Ziekenhuiszorg op basis
van het medische dossier van de patiënt. Ziekenhuizen worden geadviseerd om code U12.9
vast te leggen voor eventuele ongewenste gevolgen en bijwerkingen van een COVID-19
vaccinatie. Zorgverzekeraars hebben geen directe inzage in de doodsoorzaak of in de
vaccinatiestatus van een persoon.
Vraag 11
Kunt u in het algemeen en uitvoerig ingaan hoe welke COVID-specifieke ICD-codes, die
in het bovengenoemde WHO-document vermeld staan, op welke wijze worden en zullen worden
toegepast in Nederland?
Antwoord 11
Vanaf 2020 zijn voor COVID-19 door de WHO een tweetal codes toegevoegd aan de lijst
met ICD-10 codes.
Namelijk:
• U07.1 COVID-19, virus geïdentificeerd
• U07.2 COVID-19, virus niet geïdentificeerd, waaronder:
○ Klinisch-epidemiologisch gediagnosticeerde COVID-19
○ Waarschijnlijk COVID-19
○ Vermoedelijke COVID-19
Deze ICD-10 codes zijn vanaf het begin van de COVID-19 epidemie gebruikt voor de registratie
van aan COVID-19 overleden personen. De WHO werkt op dit moment aan meer actuele richtlijnen
voor de classificatie van dergelijke gevallen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.