Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Raemakers over het bericht dat er toch weer jeugddelinquenten geplaatst worden in Cadier en Keer
Vragen van het lid Raemakers (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat er toch weer jeugddelinquenten geplaatst worden in Cadier en Keer (ingezonden 24 januari 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 6 maart 2023). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1539.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het plaatsen van jeugddelinquenten in Cadier en Keer?1
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van het bericht. De geschetste gang van zaken in het artikel
is echter onjuist. In het artikel wordt de suggestie gewekt dat jeugdigen op strafrechtelijke
titel in een civiele gesloten jeugdhulpinstelling zijn geplaatst. Dit klopt niet.
Voor de plaatsing in de gesloten jeugdhulp is altijd een afzonderlijke (civielrechtelijke)
machtiging van de kinderrechter vereist.2 Daarmee is in de wettelijke systematiek uitgesloten dat een plaatsing in de gesloten
jeugdhulp uitsluitend het gevolg is van een strafrechtelijke veroordeling. Verder
kan ik zoals bekend niet ingaan op individuele casussen.
Vraag 2
Bent u het eens met de stelling van de bestuurder van Via Jeugd dat criminele jongeren
andere kwetsbare jongeren binnen de gesloten jeugdzorg beïnvloeden met crimineel gedachtegoed?
Antwoord 2
In het jeugdstrafrecht geldt als uitgangspunt dat jeugdigen worden behandeld en hulp
krijgen die nodig is om aan een gunstige ontwikkeling bij te dragen. Daarom is het
denkbaar dat jeugdigen die zijn veroordeeld en jeugdigen die niet zijn veroordeeld
wegens een strafbaar feit, bij een zorgaanbieder gezamenlijk worden behandeld. Bijvoorbeeld
omdat een (civielrechtelijke) plaatsing in een jeugdhulpinstelling naast een strafrechtelijke
sanctie wordt opgelegd of omdat het meewerken aan de ingezette (civiele) jeugdhulpverlening
onderdeel is van een bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke veroordeling. Ook
jeugdigen die veroordeeld zijn voor een strafbaar feit kunnen de hulp nodig hebben
die in een gesloten jeugdhulpinstelling geboden wordt. In een gesloten jeugdhulpinstelling
verblijven jeugdigen met een diversiteit aan problematiek en achtergronden op basis
van een civiele titel. Dat brengt het risico met zich mee dat zij elkaar negatief
beïnvloeden. Dat geldt niet alleen voor beïnvloeding met crimineel gedachtengoed,
maar ook bijvoorbeeld verslavingsproblematiek. Jeugdhulpinstellingen beschikken echter
over de kennis voor het bieden van een positief en veilig leefklimaat en hun medewerkers
zijn toegerust in het hanteren van groepsdynamische processen.
Vraag 3
Kunt u uiteenzetten waarom de vier Kleinschalige Voorzieningen Justitiële Jeugd (KVJJ)
in Nederland niet op volledige capaciteit draaien?
Antwoord 3
Zoals ik eerder in antwoord op schriftelijke Kamervragen van de leden Mutluer en Raemakers
met uw Kamer heb gedeeld, is de gemiddelde bezetting van de vijf Kleinschalige Voorzieningen
Justitiële Jeugd (hierna: KVJJ’s) momenteel laag.3 De toeleiding naar de KVJJ’s verloopt nog niet goed, waardoor deze mogelijkheid nog
onderbenut wordt. Ik zet me in om de mogelijkheden van de KVJJ’s optimaal te benutten
en daarmee het gewenste maatwerk voor strafrechtelijke jeugdigen te realiseren. De
Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna: DJI) is continu met ketenpartners in gesprek
om de bekendheid van de KVJJ te vergroten en knelpunten weg te nemen. Daarnaast zijn
onlangs de plaatsingscriteria herijkt, en deze worden op dit moment door DJI geïmplementeerd.
In de monitor van de KVJJ wordt de organisatie van de KVJJ’s momenteel onderzocht.
Tevens wordt geïnventariseerd hoe groot de potentiële doelgroep voor deze modaliteit
in de praktijk is. De resultaten hiervan worden uiterlijk in juni 2023 verwacht.
Vraag 4
Kunt u uiteenzetten wanneer het risico te hoog wordt geacht om criminele jongeren
niet in een KVJJ te plaatsen maar in de gesloten jeugdzorg, zoals in het geval van
Cadier en Keer?
Antwoord 4
Het is uiteindelijk aan de rechter om te bepalen welk wettelijk kader het meest passend
is voor de jeugdige en zijn problematiek. Jeugdigen worden niet op basis van een strafrechtelijke
titel in een (civiele) gesloten jeugdhulpinstelling geplaatst. Aan de hand van landelijk
vastgestelde criteria wordt getoetst of plaatsing in een KVJJ passend is. Indien plaatsing
in een KVJJ niet passend wordt geacht zal de jeugdige geplaatst worden in een Justitiële
Jeugdinrichting (hierna: JJI). Plaatsing in een gesloten jeugdhulpinstelling vormt
geen een-op-een alternatief voor plaatsing in een JJI of een KVJJ.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het een onwenselijke situatie is dat criminele jongeren worden
samengevoegd met kwetsbare jongeren binnen de gesloten jeugdzorg? Zo ja, kunt u uiteenzetten
welke maatregelen zowel op korte als lange termijn genomen zullen worden om het aantal
criminele jongeren, die niet thuishoren in de jeugdzorg/gesloten jeugdzorg, een alternatieve
plek te bieden?
Antwoord 5
Laat ik vooropstellen dat het in de wettelijke systematiek is uitgesloten dat een
plaatsing in een gesloten jeugdhulpinstelling uitsluitend het gevolg is van een strafrechtelijke
veroordeling. Zoals hiervoor vermeld is het echter denkbaar dat jeugdigen die zijn
veroordeeld en jeugdigen die niet zijn veroordeeld wegens een strafbaar feit, bij
dezelfde zorgaanbieder gezamenlijk worden behandeld. Medewerkers binnen de gesloten
jeugdhulp beschikken over de kennis en kunde om jeugdigen met een diversiteit aan
problematiek en achtergronden te behandelen. Het hanteren van groepsdynamische processen
en het bieden van een positief en veilig leefklimaat is hier een belangrijk onderdeel
van.
Vraag 6
Deelt u de stelling dat jongeren die blijkbaar voldoen aan de voorwaarden om in een
jeugdzorginstelling opgenomen te worden op een enkele uitzondering na ook zouden moeten
voldoen aan de voorwaarden om opgenomen te worden in een KVJJ?
Antwoord 6
Nee, deze stelling deel ik niet. Plaatsing in een (gesloten) jeugdhulpinstelling of
een KVJJ vindt plaats vanuit verschillende kaders, respectievelijk het jeugdbeschermingskader
(civielrechtelijk) en het strafrechtelijk kader.
Een jeugdige wordt in een gesloten jeugdhulpinstelling geplaatst als jeugdhulp noodzakelijk
is in verband met ernstige opgroei- of opvoedproblemen die de ontwikkeling van de
jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren, en als de opname en het verblijf noodzakelijk
zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door
anderen wordt onttrokken. Binnen de gesloten jeugdhulp ligt de nadruk op bescherming,
zorg en behandeling. Plaatsing in een KVJJ vindt plaats op grond van voorlopige hechtenis
of (de laatste fase van) een straf of maatregel waarbij de nadruk ligt op krachtige
correctie voor een jeugdige en het voorkomen van recidive. Hoewel de problematiek
van jeugdigen in een gesloten jeugdhulpinstelling en in een KVJJ vaak vergelijkbaar
is, zijn de overwegingen van de rechter voor plaatsing van de jeugdige dus anders.
Vraag 7
Welke maatregelen neemt u om ervoor te zorgen dat jeugddelinquenten eerst worden doorverwezen
naar een KVJJ voordat zij worden overgeplaatst naar een jeugdzorginstelling?
Antwoord 7
Zoals hiervoor genoemd vindt plaatsing in een (gesloten) jeugdhulpinstelling of een
KVJJ plaats vanuit verschillende kaders. Zoals ik heb aangegeven, kan het echter zo
zijn dat jeugdigen van wie de voorlopige hechtenis geschorst is onder voorwaarden
of jeugdigen die een voorwaardelijke straf of maatregel opgelegd hebben gekregen in
een civiele (gesloten) jeugdhulpinstelling terechtkomen. Indien er al sprake is van
een civiel kader, kan de rechter in de bijzondere voorwaarden opnemen dat de jeugdige
moet meewerken aan de ingezette (civiele) jeugdhulpverlening. In sommige gevallen
betreft dit terugplaatsing naar een gesloten jeugdhulpinstelling. Plaatsing in het
strafrechtelijke kader en het civiele kader zijn dan achtereenvolgend, als de rechter
dit in het belang van de jeugdige noodzakelijk vindt.
Vraag 8 en 9
Kunt u cijfermatig uiteenzetten om hoeveel jongeren en (gesloten) jeugdzorginstellingen
het gaat waar jeugddelinquenten in een jeugdzorginstelling zitten vanwege een tekort
aan jeugdgevangenissen?
Kunt u aangeven hoeveel criminele jongeren worden ondergebracht in jeugdzorg/gesloten
jeugdzorginstellingen, vanwege het tekort aan plek binnen een jeugdgevangenis?
Antwoord 8 en 9
Deze cijfers heb ik niet omdat de geschetste gang van zaken niet aan de orde is. Het
is aan de rechter te bepalen wat in het belang is van de jeugdige en de samenleving
en om te beslissen of vrijheidsbeneming in strafrechtelijk kader aan de orde is. Ik
kan hier niet op interveniëren. Echter, plaatsing in een civiele (gesloten) jeugdhulpinstelling
is nooit uitsluitend het gevolg van een strafrechtelijke veroordeling. Dit is in de
wettelijke systematiek uitgesloten. Het is niet voorgekomen dat er voor een jeugdige
geen plek was voor tenuitvoerlegging van de straf en er is geen reden om aan te nemen
dat dit in de toekomst nodig is.4
Vraag 10
Welke ondersteunende maatregelen gaat u nemen om gesloten jeugdzorginstellingen te
ondersteunen wanneer zij criminele jongeren binnen krijgen om te voorkomen dat andere
jongeren in de instelling ook het criminele pad opgaan?
Antwoord 10
Zoals hiervoor beschreven worden jeugdigen nooit op basis van een strafrechtelijke
titel in een (civiele) gesloten jeugdhulpinstelling geplaatst. Daarbij beschikken
medewerkers binnen de gesloten jeugdhulp over de kennis en kunde om jeugdigen met
een diversiteit aan problematiek en achtergronden te behandelen.
Vraag 11 en 12
Hoe zijn de contra-indicaties voor KVJJ’s opgesteld en is recent gekeken of deze tegen
het licht gehouden kunnen worden, gelet op de positieve ervaringen en lage bezetting
van KVJJ’s?
Heeft de voor vorig najaar aangekondigde herijking van de plaatsingscriteria van KVJJ’s
plaatsgevonden en wat zijn daarvan de resultaten?
Antwoord 11 en 12
In april 2021 zijn de herziene landelijke plaatsingscriteria voor de KVJJ’s vastgesteld
en is afgesproken dat deze periodiek worden geëvalueerd. Deze criteria zijn leidend
voor plaatsing in een KVJJ en gelden voor alle locaties. Ze zijn leidend voor de keten,
maar ook voor de plaatser (DJI, die namens mij plaatst).
Onlangs zijn de plaatsingscriteria, op basis van ervaren knelpunten en in samenspraak
met de ketenpartners, herijkt.5 De belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de eerdere criteria zijn dat veel criteria
van een harde vaststaande indicatie naar een te wegen criterium zijn veranderd. Door
meer factoren in samenhang af te wegen, ontstaan meer mogelijkheden voor maatwerk.
De herziene plaatsingscriteria worden in het huidige kwartaal geïmplementeerd. Ik
verwacht dat dit op korte termijn bijdraagt aan het verbeteren van de toeleiding naar
de KVJJ.
Vraag 13
Welke acties zijn er ondernomen om er zorg voor te dragen dat plaatsingscriteria op
uniforme wijze worden geïnterpreteerd?
Antwoord 13
De plaatsingscriteria worden met de keten periodiek tegen het licht gehouden. Tevens
is DJI doorlopend met de keten in gesprek over de (interpretatie van de) plaatsingscriteria.
Vraag 14
Welke doelen met welke deadlines worden door u gesteld ten aanzien van het gebruik
van KVJJ’s waarvan het gebruik dit moment minder is dan gewenst, omdat het nog een
relatief nieuwe manier van werken is?
Antwoord 14
Ik zet me in om de mogelijkheden van de KVJJ’s optimaal te benutten, om zo het gewenste
maatwerk voor strafrechtelijke jeugdigen te realiseren. Op dit moment ben ik in afwachting
van de resultaten van de monitor KVJJ waarin de organisatie en grootte van de potentiële
doelgroep van deze modaliteit onderzocht wordt. De resultaten van deze monitor worden
uiterlijk in juni 2023 verwacht. Aan de hand van deze resultaten zal ik beoordelen
of er aanvullende maatregelen nodig zijn en uw Kamer hierover informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.