Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Omtzigt over het bericht dat Japan weigert verantwoordelijk te nemen voor de onmenselijke behandeling van 'troostmeisjes' – die gedwongen werden tot prostitutie – gedurende de Tweede Wereldoorlog en over het geld dat door deze meisjes en jonge vrouwen verdiend is en na de oorlog in handen is gekomen van de aandeelhouders van de NHM, onder wie de Nederlandse Staat
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister-President en de Ministers van Financiën en van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat Japan weigert verantwoordelijk te nemen voor de onmenselijke behandeling van «troostmeisjes» – die gedwongen werden tot prostitutie – gedurende de Tweede Wereldoorlog en over het geld dat door deze meisjes en jonge vrouwen verdiend is en na de oorlog in handen is gekomen van de aandeelhouders van de NHM, onder wie de Nederlandse Staat (ingezonden 10 februari 2023).
Mededeling van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 3 maart 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel in Trouw van 18 januari jl. dat Japan weigert
verantwoordelijkheid te nemen en schuld te bekennen voor de onmenselijke behandeling
van zogenoemde «troostmeisjes» (een bijzonder naargeestig eufemisme voor dwangprostitie)
die gedwongen in de prostitutie werkten?1
Vraag 2
Wat is uw oordeel over het feit dat Japan nog steeds weigert verantwoordelijkheid
te nemen en schuld te bekennen voor de behandeling van vrouwen die tussen 1932 en
1945 tewerkgesteld werden in militaire dwangbordelen?
Vraag 3
Bent u bekend met artikel in het NRC van 18 januari jl.2 waaruit blijkt dat de gemeente Amsterdam een monument krijgt voor de slachtoffers
in Nederlands-Indië? Omarmt u net als de gemeente Amsterdam dit eerste gedenkteken
voor «troostmeisjes» in Nederland?
Vraag 4
Heeft u eerder kennis kunnen nemen van de publicatie op het platform Follow the Money
13 augustus 2022 over de ontmanteling van de Japanse oorlogsbanken na de capitulatie
van Japan?3
Vraag 5
Herkent u de schatting in het genoemde artikel in Follow the Money en het recente
artikel van 19 januari jl. in Trouw dat ongeveer een half miljoen vrouwen (tussen
1932 en 1945) hier slachtoffer van zijn geworden.4? Zo nee, wat acht u een aannemelijke schatting?
Vraag 6
Is het redelijk om aan te nemen dat dit onrecht naast Nederlandse vrouwen ook Indo-Europese
en veel inheemse vrouwen betrof, zoals in dit artikel wordt aangegeven?
Vraag 7
Klopt het dat er ten minste 70 duizend jonge vrouwen (Hollands, Indo-Europees, Indonesisch,
Moluks, Chinees, Papoea, zoals beschreven in het genoemde artikel in Follow The Money)
zijn misbruikt in dwangbordelen, verspreid over heel Nederlands-Indië (tijdens de
bezettingsperiode vanaf maart 1942 tot augustus 1945)?5
Vraag 8
Klopt het dat geld, wat werd verdiend in de bezettingsperiode door deze 70 duizend
vrouwen, werd gedeponeerd bij filialen van de Yokohama Specie Bank en de Bank of Taiwan?
Vraag 9
Klopt het dat een deel van die liquidatieopbrengsten van de ontmanteling van de Japanse
oorlogsbanken geld betrof dat door «troostmeisjes» in Japanse dwangbordelen is verdiend
en bij filialen van de oorlogsbanken, zijnde de Bank of Taiwan en de Yokohama Specie
Bank, in bezit van het Nederlandse koloniale gezag is gekomen?
Vraag 10
Klopt het dat de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) de begunstigde partij werd
bij de liquidatie van de Japanse banken, nadat alle filialen van de Japanse banken
tot 1948 rechtstreeks onder toezicht van de NHM werden geplaatst?
Vraag 11
Is er reden om aan te nemen dat de Nederlandse Staat als opdrachtgever en begunstigde
van de NHM een deel van het dwangbordeelgeld heeft opgestreken?
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat de NHM is opgegaan in ABN Amro die na de kredietcrisis in 2008
in handen van de Staat kwam?
Vraag 13
Wat is uw reactie op de conclusie in het artikel uit Follow the Money dat de Nederlandse
Staat en het Koninklijk Huis – leden van het koninklijk huis waren aandeelhouder van
NHM in 1948 en kregen dividend uitgekeerd – hierdoor dus zelf bij de ontmanteling
van Japanse oorlogsbanken, dus ook van geld wat is verdiend door troostmeisjes, hebben
geprofiteerd?
Vraag 14
Kunt u met zekerheid ontkennen dat een deel van het geconfisqueerde geld van de Japanse
oorlogsbanken (conform onderzoek doorFollow the Money) door de 70 duizend slachtoffers van Japanse dwangprostitutie in Nederlands-Indië
verdiend is?
Vraag 15
Uit de publicatie van Follow the Money komt naar voren dat uit een rapport van de
Nederlandse inlichtingendienst NEFIS over het geld dat werd verdiend in dwangbordelen
nooit in zijn geheel in een van de Nederlandse archieven ondergebracht is. Wat is
hier de reden voor?
Vraag 16
Hebben NEFIS-medewerkers die na de Japanse capitulatie de inventarisatie van bankbalansen
uitvoerden de hand weten te leggen op aantal documenten, waaronder bankoverzichten
van filialen op Java?
Vraag 17
Kunt u bewerkstelligen dat het hele rapport van NEFIS integraal openbaar gemaakt wordt
en gepubliceerd wordt zodat het voor eenieder gemakkelijk toegankelijk wordt?
Vraag 18
In de publicatie van Follow the Money op 13 augustus jl. en in het artikel van Trouw
op 19 januari jl. wordt aangegeven dat de Rijksvoorlichtingsdienst namens het Ministerie
van Algemene Zaken, het Ministerie van Economische Zaken en Ministerie van Financiën
destijds lieten weten niet bekend te zijn met de informatie over wat er met het dwangbordeelgeld
gebeurd is en hoe de Staat en het koningshuis mogelijk profiteerden van de winsten
die zijn gemaakt in de Japanse dwangbordelen. Is hier ondertussen wel meer over bekend?
Vraag 19
Bent u bekende met de schatting in de publicatie in Follow the Money en het artikel
in Trouw dat er ruim 155 miljoen euro is verdiend aan de troostmeisjes.6?
Vraag 20
Deelt u de mening dat dit voldoende reden is voor de Nederlandse Staat en het koningshuis
om serieus werk te maken van onderzoek naar hoe geldstromen lopen van het geld dat
is verdiend door «troostmeisjes» en waar dit terecht is gekomen na de ontmanteling
van Japanse oorlogsbanken?
Vraag 21
Wanneer eventueel blijkt dat de Nederlandse Staat en de koninklijke familie hebben
geprofiteerd van geld dat is verdiend door troostmeisjes, deelt u dan de mening dat
dit geld gerestitueerd dient te worden aan de laatste nog levende slachtoffers en
hun families?
Vraag 22
Wat is de reden dat is bepaald dat al het bewijsmateriaal betreffende het systeem
van Japanse dwangprostitutie in de Nederlandse archieven (NIOD en het Nationaal Archief)
tot het jaar 2026 vergrendeld is?7
Vraag 23
Wilt u bevorderen dat het bewijsmateriaal betreffende het systeem van Japanse dwangprostitutie
binnen drie maanden volledig toegankelijk wordt?
Vraag 24
Wilt u deze vragen afzonderlijk binnen drie weken beantwoorden?
Mededeling
De schriftelijke vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) over het bericht dat Japan weigert
verantwoordelijk te nemen voor de onmenselijke behandeling van «troostmeisjes» gedurende
de Tweede Wereldoorlog en over het geld dat door deze meisjes en jonge vrouwen verdiend
is en na de oorlog in handen is gekomen van de aandeelhouders van de NHM, onder wie
de Nederlandse Staat, kunnen met het oog op een zorgvuldige beantwoording en het achterhalen
van de historische feiten niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord.
Het streven is de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.