Schriftelijke vragen : De ‘zorgarrangeur’
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de «zorgarrangeur» (ingezonden 23 februari 2023).
Vraag 1
Hoe is het idee van de zogenaamde «zorgarrangeur» ontstaan? Welke signalen uit de
samenleving hebben u doen besluiten om vanuit de overheid een dergelijke dienst in
het leven te roepen?1
Vraag 2
Hoe reflecteert u op het feit dat de zorg in Nederland kennelijk dusdanig complex
is geworden dat een «zorgarrangeur» nodig is om cliënten/patiënten bij te staan in
het laveren door het zorgstelsel?
Vraag 3
Bent u niet van mening dat het aanstellen van «zorgarrangeurs» een uiting is van symptoombestrijding,
in plaats van het daadwerkelijke probleem, namelijk de steeds verdergaande complexiteit
van en bureaucratie in het zorgstelsel, aan te pakken?
Vraag 4
Op welke manier is de «zorgarrangeur» «bevoegd om mensen zorg toe te zeggen»? Op basis
van welke criteria kunnen deze personen dergelijke afwegingen maken? Welke eisen worden
gesteld aan de functie van «zorgarrangeur»? Welke kwalificaties dient iemand hiervoor
te hebben?
Vraag 5
Op welke manier wordt de 8,9 miljoen euro die wordt uitgetrokken voor het aanstellen
van «zorgarrangeurs» gedekt? Uit welke middelen wordt dit betaald?
Vraag 6
Hoe rijmt u de kabinetslijn dat de zorgkosten te erg stijgen met deze miljoenenuitgave
voor een secundaire zorgvoorziening? Op welke manier is het geoorloofd om een nieuwe,
administratieve zorgkostenpost, die bovendien voornamelijk voorziet in werkverschaffing
voor overheidsmedewerkers, te creëren als er op praktische/uitvoerende/medische zorg
aan patiënten/cliënten aanhoudend bezuinigd wordt?
Vraag 7
Kunt u een analyse geven over waarom burgers zelf kennelijk niet in staat zijn om
zichzelf van de juiste zorg op de juiste plek te voorzien? Heeft u een knelpuntenanalyse
gemaakt van deze problematiek en wat is daaruit gekomen? Wat zijn de problemen waar
mensen tegenaan lopen?
Vraag 8
Bent u in gesprek gegaan met de zorgsector en/of zorgverzekeraars over de knelpunten
die door patiënten/cliënten ervaren worden en heeft u samen met hen gepoogd hiervoor
binnen de eigen beleidskaders oplossingen te vinden zonder dat daar hulp van derden,
zoals een «zorgarrangeur», bij nodig is? Zo ja, waarom is dit niet (voldoende) gelukt?
Zo nee, waarom heeft u dit niet gedaan?
Vraag 9
Bent u in gesprek gegaan met patiënten/cliënten (organisaties) om ervaringen op te
halen met knelpunten in het regelen van zorg? Zo ja, wat is er uit deze gesprekken
gekomen en welke oplossingen hebben deze groepen zelf aangedragen? Zo nee, waarom
heeft u dit niet gedaan?
Vraag 10
Bent u niet van mening dat nog een extra schakel in de zorgverleningsketen het stelsel
alleen nog maar onoverzichtelijker en meer bureaucratisch maakt? Zo nee, op welke
manier simplificeert het implementeren van nog een schakel het zorgstelsel dan?
Vraag 11
Bent u niet van mening dat het voor patiënten/cliënten van belang is om zoveel mogelijk
autonomie te behouden bij hun eigen zorgvraag? Zo ja, vindt u het dan niet onwenselijk
dat hen met een «zorgarrangeur» juist alleen maar meer regie uit handen genomen wordt,
waardoor het zicht op hun eigen zorg nog verder vertroebelt, wat uiteindelijk onvermijdelijk
leidt tot meer afhankelijkheid van het zorgstelsel, minder maatwerk, minder zelfredzaamheid,
meer en complexere zorg en hogere kosten?
Vraag 12
Op welke manier wordt de onafhankelijkheid van een «zorgarrangeur» gewaarborgd? Hoe
weten patiënten/cliënten dat zij te maken krijgen met iemand die geen persoonlijke
en/of professionele belangen heeft bij het arrangeren van (een bepaalde vorm van)
zorg (bij een bepaalde zorgverleningsorganisatie)? Mogen de «zorgarrangeurs» persoonlijk
en/of professioneel betrokken zijn bij zorgverleningsorganisaties en/of zorgverzekeraars?
Zo ja, hoe wordt belangenverstrengeling dan uitgesloten?
Vraag 13
Op welke manier heeft uw minsterie invloed op de zorg die door de «zorgarrangeurs»
wordt aangedragen/geregeld voor patiënten/cliënten? Vindt u niet onwenselijk dat uw
ministerie deze dienst deels financiert, omdat daarmee de onafhankelijkheid van het
aangedragen zorgaanbod wellicht in het geding komt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Hoe gaat de «zorgarrangeur» bijdragen aan het bestrijden van de krapte in de zorg?
Wat is de meerwaarde van een «zorgarrangeur» als er nog altijd niet voldoende aanbod/plekken
zijn voor patiënten/cliënten die zorg nodig hebben? Wat hebben we aan een «zorgarrangeur»,
als die geen zorg kan arrangeren, omdat deze zorg simpelweg niet beschikbaar is?
Vraag 15
Is het niet zo dat veel zorgverleners, zoals bijvoorbeeld wijkverpleegkundigen en/of
verzorgenden, al sinds jaar en dag optreden als verijdelde «zorgarrangeurs» en dat
deze zorgprofessionals als geen ander weten hoe zij hun patiënten/cliënten moeten
begeleiden bij het vinden en regelen van de juiste zorg? Wat voegt de «zorgarrangeur»
toe dat deze professionals niet al lang bieden aan kennis en expertise?
Vraag 16
Op welke manier verschilt de «zorgarrangeur» van andere soortgelijke, al bestaande
rollen, zoals de cliëntondersteuner, de mantelzorgmakelaar, het wijkteam, de casemanager,
etc., die allemaal in het leven zijn geroepen voor exact de taken die de «zorgarrangeur»
nu zou moeten gaan vervullen? Kunt u uitleggen waarom bovengenoemde rollen blijkbaar
niet (voldoende) aan deze specifieke zorgbehoefte voldoen en op welke manier de «zorgarrangeur»
dat dan wel zal bewerkstelligen?
Vraag 17
Hoe denkt u mensen te werven die willen optreden als «zorgarrangeur», aangezien de
personeelstekorten in de zorg op dit moment al nijpend zijn? Gaat de «zorgarrangeur»
mensen onttrekken aan andere takken van de zorgsector, of bent u voornemens mensen
van buiten de sector voor deze rol aan te trekken? Indien dat het geval is, kunt u
dan uitleggen hoe de kwaliteit van de gearrangeerde zorg gewaarborgd is, aangezien
de «zorgarrangeur» in veel gevallen geen zorgachtergrond heeft en dus kennis en expertise
mist?
Vraag 18
Wat betekent het voor de toch al lange wachtlijsten in de zorg als er een nieuwe bureaucratische
laag bijkomt, waarlangs patiënten/cliënten zorg moeten regelen? Denkt u niet dat dit
alleen maar nog meer vertraging, nog meer administratielast en nog minder zorg gaat
opleveren? Zo nee, waarom niet? Kunt u een onderbouwde uitleg geven?
Vraag 19
Hoe rijmt u het dat het volgens het Integraal Zorgakkoord niet wenselijk is dat in
er de toekomst nog meer mensen in Nederland in de zorg werkzaam zullen zijn, met het
in het leven roepen van weer een extra laag van werknemers in de zorg?
Vraag 20
Hoe worden de «zorgarrangeurs» gecontroleerd/getoetst om te bepalen of zij daadwerkelijk
de meest geschikte zorg arrangeren voor patiënten/cliënten? Op welke manier moeten
zij verantwoording afleggen?
Vraag 21
Heeft u kennisgenomen van alle kritiek die er is gekomen op het plan voor de «zorgarrangeur»,
niet in de laatste plaats van mensen uit de zorg zelf, en hoe reflecteert u daarop?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.