Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Mohandis over samenwerking tussen retailers en de tabaksindustrie om extra tabakswinkels te openen
Vragen van het lid Mohandis (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over samenwerking tussen retailers en de tabaksindustrie om extra tabakswinkels te openen (ingezonden 11 januari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
22 februari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Supermarkten openen steeds meer tabakswinkels, vergunningstelsel
is noodzaak» en het bericht «Plus in Soesterberg met afzonderlijke tabakszaak»?1
2
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit artikel.
Vraag 2
Hoe kijkt u vanuit een gezondheidsperspectief naar de trend waarbij supermarkteigenaren
vlakbij of direct naast hun supermarkt een tabakszaak openen?
Antwoord 2
Vanuit een gezondheidsperspectief zie ik uiteraard graag zo min mogelijk verkooppunten
van tabak. Echter op dit moment rookt helaas nog ongeveer 1 op 5 volwassenen en is
er dus nog vraag naar tabaksproducten. De verwachting is wel dat het aantal (volwassen)
rokers de komende jaren zal afnemen. Door de verkoop van tabaksproducten en aanverwante
producten, zoals e-sigaretten, te verbieden in supermarkten, worden kinderen en jongeren
minder vaak blootgesteld aan deze producten. Bovendien worden mensen die willen stoppen
met roken of al gestopt zijn minder in de verleiding gebracht toch tabaksproducten
en aanverwante producten te kopen.
Vraag 3
Bent u bekend met andere tabaksfabrikanten die, net als British American Tobacco,
inspelen op het aanstaande tabaksverkoopverbod in supermarkten door de opening van
nieuwe tabakszaken te stimuleren? Zo ja, op welke schaal gebeurt dit? Hoe beoordeelt
u dit?
Antwoord 3
Op basis van artikel 5, derde lid, van het WHO-Kaderverdrag inzake tabaksontmoediging
stelt de overheid zich terughoudend op in het contact met de tabaksindustrie. Contact
is alleen toegestaan om wet- en regelgeving goed uit te voeren. Ik ben dan ook niet
op de hoogte van dergelijke plannen van de tabaksindustrie. Ik had wel reeds vernomen
dat de in het artikel genoemde supermarktketen een samenwerking is aangegaan met een
bekende gemakszaak-keten om in de supermarkt een gemakszaak te openen. Het voornemen
bestaat deze constructie van een shop-in-shop te verbieden bij de invoering van het
verkoopverbod van tabaksproducten en aanverwante producten in supermarkten, en zal
dus vanaf 1 juli 2024 niet meer zijn toegestaan.
Vraag 4
Welke acties onderneemt u om te voorkomen dat met steun van de industrie een verschuiving
plaatsvindt van de verkoop in supermarkten naar de verkoop in nieuwe tabaksverkooppunten
in de directe omgeving van supermarkten en er dus de facto weinig verandert aan de
beschikbaarheid en toegankelijkheid van tabaksproducten door het verkoopverbod in
supermarkten?
Antwoord 4
Op dit moment stuurt de overheid actief op het soort verkooppunten waar verkoop van
tabaksproducten nog is toegestaan, maar niet op de locatie daarvan. Zoals in de brief
aan uw Kamer van 2 december jl. is aangekondigd, zal op 1 juli 2023 het verbod op
de online verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten in werking treden en
per 1 juli 2024 gaat het verbod op verkoop in supermarkten en soortgelijke verkooppunten
in. Daarnaast is het kabinet voornemens in 2025 de verkoop van e-sigaretten enkel
nog toe te staan in tabaksspeciaalzaken. Vanaf 2030 bestaat het voornemen de verkoop
van tabaksproducten enkel nog toe te staan in gemakszaken en tabaksspeciaalzaken en
vanaf 2032 is het kabinet voornemens de verkoop van tabaksproducten en aanverwante
producten alleen nog toe te staan in tabaksspeciaalzaken.3 Onderzoek van SEO Economisch onderzoek wijst uit dat deze aanpak van de overheid
leidt tot een flinke reductie in het aantal verkooppunten. Het aantal verkooppunten
daalt naar verwachting van 10.000 in 2021 naar 4.400 in 2024 door verbod op de verkoop
in supermarkten en zal uiteindelijk dalen tot minder dan 2000 tabaksspeciaalzaken
als de verkoop alleen nog in speciaalzaken mogelijk is. Het beeld dat er de facto
weinig verandert aan de beschikbaarheid en toegankelijkheid van tabaksproducten deel
ik daarom niet.
Vraag 5
Hoe houdt u zicht op een toename van het aantal tabaksverkooppunten in 2023 als gevolg
van dit soort acties vanuit de tabaksindustrie, aangezien de registratieplicht voor
tabaksverkooppunten pas ingaat vanaf 2024?
Antwoord 5
In het debat over concrete maatregelen in het kader van het Nationaal Preventieakkoord
van 3 september 2019 dienden de leden Kuik en Dik-Faber een later aangenomen motie4 in waarin de regering onder meer werd verzocht een nulmeting van het aantal tabaksverkooppunten
in Nederland uit te voeren, alsmede de komende jaren te monitoren hoe dit aantal zich
ontwikkelt. De nulmeting is in 2020 uitgevoerd en door mijn ambtsvoorganger naar uw
Kamer gestuurd.5 De vervolgmeting heb ik eind vorig jaar naar uw Kamer verzonden.6 Deze metingen zijn gebaseerd op data van Locatus, leverancier van retailinformatie.
SEO Economisch Onderzoek (SEO) heeft op basis van deze data een betrouwbare schatting
gemaakt van het aantal verkooppunten van tabak. Vanwege het grote aandeel in de nationale
tabaksomzet dat vrijvalt met het verkoopverbod in supermarkten kan ik niet uitsluiten
dat er veranderingen plaatsvinden in het type winkels dat tabaksproducten zal aanbieden.
Mede daarom zet ik in op een registratiesysteem om nog exacter in beeld te krijgen
waar de verkoop van tabaksproducten en aanverwante producten plaatsvindt. De verzamelde
gegevens in 2024 kan ik naast de huidige gegevens leggen om zodoende een betrouwbaar
beeld te schetsen van de toename, indien aanwezig. Voor het in laten gaan van een
registratieplicht is een wetswijziging nodig is. Wetswijzigingen vergen een zorgvuldig
proces. Ik werk er hard aan deze wetswijziging in 2024 van kracht te laten zijn, maar
2023 is, gezien dit langdurige proces, helaas niet mogelijk.
Vraag 6
Welk groeipercentage verstaat u onder de term «wildgroei van tabaksspeciaalzaken»,
zoals u die term gebruikte in het commissiedebat Leefstijlpreventie van 14 december
2022, toen u sprak over een mogelijke wildgroei aan tabaksspeciaalzaken na 2024 als
aanleiding voor verdere maatregelen?
Antwoord 6
In het Nationaal Preventieakkoord is afgesproken dat het aantal verkooppunten wordt
verminderd om de blootstelling aan tabaksproducten te verminderen en bij te dragen
aan de norm dat roken niet normaal is. Het verbod op tabaksverkoop in supermarkten
dient dan ook bij te dragen aan dat doel. Ultimo 2021 waren er ruim 6.000 supermarkten
die tabaksproducten verkochten7, stuk voor stuk winkels die na 2024 geen tabaksproducten en aanverwante producten
meer mogen verkopen. Wanneer het aantal nieuw geopende verkooppunten een aanzienlijk
deel van de daling van 6.000 verkooppunten teniet dreigt te doen, zie ik dat als aanleiding
voor verdere maatregelen.
Vraag 7
Deelt u de zorgen dat een mogelijke wildgroei aan tabaksverkooppunten vanaf 2024 niet
zichtbaar wordt, als tussen nu en het ingaan van de registratieplicht er al talloze
nieuwe tabaksverkooppunten bij komen en de sterke toename dus al in 2023 plaatsvindt?
Zo ja, bent u bereid om de registratieplicht eerder in te laten gaan en 1 januari
2023 als uitgangspunt te nemen om de groei van het aantal tabaksverkooppunten in de
toekomst te kunnen meten?
Antwoord 7
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 8
Verwacht u dat de beschikbaarheid en toegankelijkheid van tabaksproducten werkelijk
zal verminderen, gegeven de stimulans die de tabaksindustrie geeft aan de oprichting
van nieuwe tabaksspeciaalzaken? Zo ja, waarom? Zo nee, wat gaat u daartegen doen?
Antwoord 8
SEO heeft in opdracht van mijn ambtsvoorganger onderzoek laten doen naar de te verwachten
ontwikkelingen in het aantal verkooppunten ten gevolge van de voorgestelde maatregelen
om het aantal verkooppunten te verminderen. Hieruit valt op te maken dat de maatregelen
een flinke daling van het aantal verkooppunten veroorzaken: van ca. 10.000 in 2021
tot minder dan 2.000 in 2032.8 De stimulans die de tabaksindustrie geeft aan de oprichting van nieuwe tabaksspeciaalzaken
neemt niet weg dat de marges op tabaksproducten laag zijn en het voor tabaksspeciaalzaken
niet eenvoudig is genoeg klandizie te genereren
om rendabel te zijn. Daarnaast heb ik in de brief aan uw Kamer van 2 december jl.
aangekondigd dat vanaf 2032 tabaksproducten en aanverwante producten alleen nog verkocht
mogen worden bij winkels die naast deze producten alleen loten en dagbladen mogen
verkopen (tabaksspeciaalzaken). Deze maatregel verkleint de aantrekkelijkheid van
het beginnen van een tabaksverkooppunt.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u het idee om de optionele bevoegdheid voor gemeenten om in het omgevingsplan
regels te stellen om de vestiging van nieuwe ongezonde voedselaanbieders te beperken,
uit te breiden voor tabaksspeciaalzaken?
Antwoord 9
De Tabaks- en rookwarenwet biedt veel mogelijkheden om de verkoop van tabaksproducten
en aanverwante producten te beperken tot specifieke verkooppunten, waarbij landelijk
hetzelfde beleid kan worden gevoerd. Uit onderzoek blijkt dat het verbod op de verkoop
van sigaretten in supermarkten in 2024 het aantal verkooppunten meer dan halveert,
ook wanneer de te verwachten nieuw te openen verkooppunten worden meegenomen. Ik verwacht
geen additioneel effect van de voorgestelde gemeentelijke bevoegdheid op het aantal
tabaksverkooppunten.
Vraag 10
Deelt u de mening dat een vergunningsstelsel met vergunningen met een maximale geldigheidsduur
de beste oplossing is om een wildgroei te voorkomen? Zo ja, wanneer wilt u dit invoeren?
Zo nee, waarom niet? Kunt u hierbij ingaan op de voordelen van de door u gekozen oplossing
om wildgroei te voorkomen?
Antwoord 10
Om het aantal verkooppunten te verminderen zullen strenge eisen worden gesteld aan
het assortiment van winkels die tabaksproducten en aanverwante producten mogen verkopen.
Gezien de grote afname in het aantal verkooppunten die wordt verwacht met de nu voorgestelde
beleidsmaatregelen (zie antwoord op vraag 4) en gelet op de hoge administratieve lasten
en kosten van een vergunningsstelsel, zie ik geen meerwaarde in het realiseren van
een vergunningsstelsel met vergunningen met een maximale geldigheidsduur. Dit ontneemt
de mogelijkheid om wendbaar te zijn in het maken van beleid om verkooppunten te verminderen.
Vraag 11
Wilt u deze vragen voor het tweeminutendebat Leefstijlpreventie beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.