Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de mobilisatie in Rusland
Vragen van Jasper van Dijk (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Buitenlandse Zaken over de mobilisatie in Rusland (ingezonden 18 januari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 22 februari
2023). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 1481.
Vraag 1
Wat is uw oordeel over de berichtgeving waarin gesteld wordt dat de Oekraïense inlichtingendiensten
een nieuwe mobilisatie in Rusland verwachten, met mogelijk 500.000 nieuwe recruten?1
Antwoord 1
De ontwikkelingen rond de oorlog in Oekraïne worden continu in brede zin in de gaten
gehouden door het kabinet. Zo ook met betrekking tot een mobilisatie in Rusland. Op
28 oktober jl. heeft de Russische Minister van Defensie aangekondigd dat de mobilisatie
is afgerond. De praktijk van mobiliseren is toen stopgezet. De mobilisatie is niet
formeel beëindigd bij wijze van presidentieel decreet en zodoende bestaat er nog een
juridische basis voor een volgende grote mobilisatieronde. Hier kan echter niet op
vooruit worden gelopen. Uit verschillende bronnen is gebleken dat er nog wel mensen
incidenteel geronseld worden en dat de autoriteiten moeite doen om mensen te werven,
maar er is niet gebleken dat er momenteel daadwerkelijk een mobilisatie plaatsvindt.2 Indien er op enig moment een nieuwe mobilisatieronde komt, zal moeten worden bezien
of en welke gevolgen dit heeft voor het landenbeleid en de besluitvorming door de
IND.
Vraag 2
Deelt u de mening van migratiehoogleraar Thomas Spijkerboer in Nieuwsuur (15 januari
jl.) dat het door u gemaakte onderscheid tussen dienstweigeraars en Russen die vrezen
voor mobilisatie lastig uit te leggen is?3
Antwoord 2
Ten aanzien van Russische dienstplichtigen geldt dat de IND hen op dit moment nog
niet individueel kan beoordelen. De reden daarvoor is omdat onvoldoende duidelijk
is of, en zo ja in welke mate, dienstplichtigen in Oekraïne worden ingezet en of zij
door hun dienstplicht te ontduiken ook risico op vervolging lopen. Daarom is er voor
gekozen om het besluit- en vertrekmoratorium voor hen te verlengen. Uw Kamer is hierover
bij brief van 13 december 2022 geïnformeerd.
Ten aanzien van andere Russen die vrezen voor de mobilisatie blijkt niet, zoals ook
gesteld hierboven, dat er momenteel daadwerkelijk een mobilisatie plaatsvindt. Met
deze informatie in relatie tot de individuele omstandigheden zoals die volgen uit
een asielprocedure is het goed mogelijk een besluit te nemen waarin wordt ingegaan
op de risico’s voor personen die stellen te vrezen voor de mobilisatie. Dit is dan
ook een voortzetting van de reguliere praktijk en niet een beleidswijziging.
Vanwege de plotse aankondiging van de mobilisatie moest worden bezien welke gevolgen
deze mobilisatie zou hebben voor personen die om deze reden zijn gevlucht. In deze
periode zijn er geen onomkeerbare stappen genomen in asielprocedures waarin de mobilisatie
als asielmotief werd genoemd.
Gelet op vorenstaande en de overige informatie die onzerzijds bekend is, zie ik geen
aanleiding om op dit moment een besluit- en vertrekmoratorium af te kondigen voor
personen die vrezen voor de mobilisatie.
Het onderscheid tussen dienstplichtigen enerzijds en personen die vrezen voor de mobilisatie
anderzijds is mijns inziens dan ook te rechtvaardigen.
Ik hecht er aan om in dit verband expliciet te benadrukken dat een besluit- en vertrekmoratorium
geen garantie op verblijf is maar enkel een verlenging van de beslistermijn betreft
met als doel het inwinnen van informatie waar het op dat moment aan ontbreekt dan
wel waar op dat moment onduidelijkheid over bestaat. Na het vervallen van het besluit-
en vertrekmoratorium zal er dan ook voor de groep dienstplichtigen een individuele
beoordeling plaatsvinden om vast te stellen of zij internationale bescherming behoeven.
Een nieuw ambtsbericht staat gepland voor het voorjaar en aan de hand daarvan zal
er bezien worden op welke wijze het beleid ten aanzien van Rusland ingevuld moet worden.
Vraag 3
Vindt u een aankondiging van de Russische Minister van Defensie een voldoende betrouwbare
bron om de conclusie te rechtvaardigen dat de mobilisatie per 31 oktober 2022 is afgerond,
zoals u schrijft in uw brief van 13 december 2022?4
Antwoord 3
De Russische Minister van Defensie heeft inderdaad aangekondigd dat de mobilisatie
is afgerond en de militaire eenheden opgedragen om de mobilisatiewerkzaamheden stil
te leggen per 31 oktober 2022. Er is op dit moment daarnaast ook voldoende andere
informatie beschikbaar om tot deze conclusie te komen. Er is dan ook een afweging
gemaakt op basis van alle beschikbare relevante en betrouwbare informatie en bronnen.
Uiteraard gaan we niet louter en alleen af op informatie van welke regering dan ook.
Vraag 4
Bent u het eens met de stelling dat niet de formele regelgeving inzake de mobilisatie,
maar de praktijk ten aanzien van de gestelde vervolging leidend moet zijn bij de bepaling
van het landgebonden asielbeleid? Aangezien in het beslismemo wordt onderkend dat
er nog steeds mensen worden gemobiliseerd (zij het maar «weinig»), bent u het eens
met de stelling dat zelfs een kleine kans op gedwongen mobilisatie noopt tot bescherming?
Antwoord 4
In de beslisnota van 12 december jl. staat ten aanzien van de mobilisatie dat er in
de praktijk incidentele gevallen bekend zijn van Russen die na de stop gemobiliseerd
zijn. Uiteraard wordt niet alleen de formele regelgeving, maar ook de informatie over
de praktijk meegewogen bij de bepaling van asielbeleid. Indien een vreemdeling zich
beroept op de mobilisatie zullen deze verklaringen van de vreemdeling op eigen merites
worden beoordeeld en tevens worden beoordeeld in het licht van de relevante landeninformatie.
Het is daarbij aan de vreemdeling om aannemelijk te maken dat hij of zij te vrezen
heeft voor vervolging of ernstige schade in het land van herkomst. De situatie in
Rusland is op dit moment echter niet zo dat alle personen die zich beroepen op de
mobilisatie ook daadwerkelijk te vrezen hebben voor vervolging of ernstige schade.
Vraag 5
Op welke bron is de volgende bewering uit de beslisnota gestoeld: «... dat bezwaren
tegen mobilisatie, hetzij juridisch hetzij via de alternatieve dienstplicht, uiteindelijk
in de praktijk bijna altijd worden ingewilligd.»? Impliceert dit dat er volgens u
«bijna» geen Russen gedwongen naar het front gaan?
Antwoord 5
Het betreft hier een vertrouwelijke bron. Deze wordt niet openbaar gemaakt. Het is
geen ongebruikelijke werkwijze om vertrouwelijke bronnen te raadplegen. Dit impliceert
niet dat er niemand gedwongen naar het front wordt gestuurd. Indien een vreemdeling
uit Rusland stelt dat hij wel voor internationale bescherming in aanmerking dient
te komen in verband met de mobilisatie, dan wordt dat op individuele basis beoordeeld,
waarbij tevens de eventuele gevolgen op basis van de individuele omstandigheden worden
getoetst. Daarbij wordt indien van toepassing ook beoordeeld of er begaanbare mogelijkheden
zijn om onder deze mobilisatie uit te komen. Ook dat wordt individueel getoetst.
Vraag 6 en 7
Waarom wacht u inzake Rusland niet het nieuwe ambtsbericht af van Buitenlandse Zaken,
dat sowieso dit kwartaal verwacht wordt?
Bent u bereid om alsnog een beslis- en vertrekmoratorium in te stellen voor Russen
die te vrezen hebben voor mobilisatie?
Antwoord 6 en 7
Een vreemdeling heeft recht op internationale bescherming als hij bij terugkeer naar
zijn eigen land vervolgd wordt dan wel een reëel risico loopt op onmenselijke behandeling.
Er vindt altijd een zorgvuldige procedure plaats om te bekijken of de vreemdeling
internationale bescherming nodig heeft en elke zaak wordt op individuele omstandigheden
beoordeeld.
Het besluit om wel of geen besluit- en vertrekmoratorium in te stellen wordt zorgvuldig
gewogen. Er is op dit moment voldoende informatie beschikbaar om te beslissen in individuele
zaken van personen die stellen te vrezen voor mobilisatie. Er is geen aanleiding om
langer een pas op de plaats te maken en met besluitvorming te wachten, al dan niet
op basis van een besluit- en vertrekmoratorium voor personen die stellen te vrezen
voor mobilisatie tot een nieuw ambtsbericht. Het uitvoeringsproces kan dus worden
voortgezet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.