Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer, Klink en Inge van Dijk over exportkredietverzekeringen
Vragen van het lid Stoffer (SGP), Klink (VVD) en Inge van Dijk (CDA) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Financiën over exportkredietverzekeringen (ingezonden 25 januari 2023).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 22 februari 2023).
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoord in uw brief van 23 november 2022 betreffende de schriftelijke
antwoorden op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling
van Economische Zaken en Klimaat op 22 november 2022, waarin u stelt dat er maatregelen
genomen zijn die groene export stimuleren doordat hogere risico’s, bijvoorbeeld van
nieuwere technologie, geaccepteerd worden?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u uiteenzetten op welke maatregelen u doelt?
Antwoord 2
De exportkredietverzekering (hierna: ekv) is de afgelopen jaren ingezet om groene
export te stimuleren. Hieronder worden de diverse maatregelen uiteengezet.
In 2019 is gestart met het verzekeren van risicovolle groene exporttransacties die
kleiner zijn dan EUR 5 miljoen. Deze maatregel richt zich op het groene midden- en
kleinbedrijf, groene startups en groene scale-ups. Dergelijke bedrijven voldoen niet
altijd aan de reguliere ekv-voorwaarden, omdat zij over het algemeen beschikken over
een korter trackrecord dan grote bedrijven. Voor ekv-dekking op een exporttransactie
worden financiële eisen gesteld aan exporteurs en debiteuren, en deze eisen zijn versoepeld
voor kleine groene exporttransacties. Daarnaast kunnen voor leningen onder deze maatregel
langere looptijden dan gebruikelijk worden geaccepteerd. Op deze manier is de Nederlandse
staat bereid een hoger risico te accepteren. Daarbij geldt wel dat de looptijd van
de financiering nooit langer mag zijn dan de economische levensduur van het kapitaalgoed,
en dat deze moet voldoen aan de internationale afspraken uit de OESO Arrangement.2 Momenteel staan onder deze maatregel vijf groene polissen en drie groene dekkingstoezeggingen
(dt’s, voorlopers van verzekeringspolissen), uit met totaal ongeveer EUR 12 miljoen
aan obligo.
Daarnaast verzekert de Nederlandse staat sinds 2019 bij groene projectfinancieringen
een groter deel van de transactie dan bij reguliere projecten. Ook kan hierbij een
lager eigen risico worden gehanteerd. Daarom geldt dat de omvang van de schadevergoeding
in het geval van schade hoger is. Verder is het mogelijk om meer flexibiliteit te
bieden in de momenten waarop bij groene projectfinancieringen gebruik kan worden gemaakt
van de lening. Door verbetering van de financieringsvoorwaarden kan groene export
beter worden ondersteund, wat van belang is voor de energietransitie.
In 2021 is verder een nieuw verzekeringsproduct ontwikkeld om groene ontwikkelingen
te stimuleren, de zogenaamde «groendekking».3 Met de groendekking worden bedrijven geholpen om financiering aan te trekken voor
investeringen en onderzoek die groene export stimuleren. Er hoeft dus nog geen sprake
te zijn van een exporttransactie. Sinds 2022 zijn met de groendekking twee groene
dekkingstoezeggingen en twee groene polissen verstrekt. Een voorbeeld van een project
dat in aanmerking kwam voor groendekking is de ontwikkeling van innovatieve industriële
zeilen waarmee vrachtschepen wereldwijd hun CO2-uitstoot kunnen verminderen.
Tot slot biedt ADSB dekking op fondsen met een groene doelstelling, namelijk Climate
Investor One, Climate Investor Two en het Green Shipping Fund.
Vraag 3
Op welke wijze worden «hogere risico’s» geaccepteerd door deze nieuwe maatregelen?
Antwoord 3
Zie antwoord 2.
Vraag 4
Welke ruimte biedt u Atradius DSB, die namens de Staat exportkredietverzekeringen
(ekv) aanbiedt, om groene ekv’s aan te bieden en bent u bereidt deze ruimte te vergroten,
bijvoorbeeld door het toestaan van het nemen van meer marktrisico’s?
Antwoord 4
Het kabinet biedt de maximale ruimte binnen de vastgestelde nationale en internationale
kaders zoals de EU-staatssteunkaders en de OESO Arrangement. De huidige internationale
regels staan toe dat groene transacties gedekt worden met kredietlooptijden tot achttien
jaar, wat al fors hoger is dan reguliere transacties waarbij de maximale looptijden
tien jaar zijn. Nederland zet in op nog betere ondersteuning van groene transacties
via verdere verruiming van deze regels en een uitbreiding van de in aanmerking komende
groene transacties. Dit loopt via onderhandelingen bij de OESO voor de modernisering
van de OESO Arrangement on Officially Supported Export Credits. De insteek daarbij
is om de regels toekomstbestendiger te maken zodat tevens beter geconcurreerd kan
worden met landen die niet onder de afspraken van de «Arrangement» vallen, zoals China
en India.
Vraag 5
Welke mogelijkheden ziet u om, naast het uitfaseren van ekv’s, gericht op fossiele
activiteiten, groene ekv’s te stimuleren?
Antwoord 5
De maatregelen genoemd in antwoord 2 zijn gericht op het stimuleren van groene export.
In de Kamerbrief van november jl.4 zijn verschillende andere innovatieve maatregelen benoemd in het kader van flankerend
beleid voor de uitwerking van de COP26-verklaring. Over de stand van zaken van deze
maatregelen zal ik u voor het Commissiedebat van 23 februari a.s. een brief sturen.5
De ekv is een vraaggestuurd instrument, waarbij verzekering de laatste schakel vormt
in een investerings- of exporttransactie. De ekv dient daarom ook bekeken te worden
in het licht van het totale financieringsaanbod, waar zich ook diverse mogelijkheden
voor doen. In de beleidsnota voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
«Doen waar Nederlands goed in is»6, zijn deze mogelijkheden verder uitgewerkt.
Het huidige productenaanbod wordt voortdurend getoetst aan de vereisten van deze tijd.
Samen met de uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) is het kabinet continue
op zoek naar manieren om groene export te stimuleren.
Daarnaast zet het kabinet in op het verder verbeteren van de dienstverlening aan bedrijven
door intensievere samenwerking tussen ADSB, de ambassades, Invest International, de
Rijksdienst voor Ondernemen, Invest NL en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat een goede werking van ekv’s essentieel is voor het Nederlandse
bedrijfsleven in een vaak concurrerende en internationale markt en, zo ja, hoe komt
dat tot uiting in het kabinetsbeleid?
Antwoord 6
Ja, deze mening deel ik. De ekv is van belang voor het creëren en handhaven van een
internationaal gelijkwaardig speelveld voor bedrijven. Met het oog op dit speelveld
en de daaraan gerelateerde internationale concurrentiepositie is er vanuit het Nederlandse
bedrijfsleven met regelmaat vraag naar nieuwe ekv-maatregelen. Het kabinet komt hieraan
tegemoet door de inzet van nieuwe maatregelen ter ondersteuning van groene export,
zoals beschreven in de antwoorden op vraag 2 en 3.
Overigens is het aantal door de ekv-verzekerde groene exporttransacties de afgelopen
jaren toegenomen, waaruit geconcludeerd kan worden dat de maatregelen om groene export
te stimuleren effectief zijn geweest. In 2022 waren 48 groene exporttransacties verzekerd
met een ekv. Dit is een forse stijging ten opzichte van 2021 en 2020 waarin respectievelijk
24 en 14 groene transacties waren verzekerd.
Vraag 7
Kunt u deze vragen voor 23 februari 2023 beantwoorden?
Antwoord 7
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.