Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Tjeerd de Groot over het bericht 'Uren vergaderd, maar bespreken Landbouwakkoord moet nog beginnen'
Vragen van het lid Tjeerd de Groot (D66) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Uren vergaderd, maar bespreken Landbouwakkoord moet nog beginnen» (ingezonden 2 februari 2023).
Antwoord van Minister Adema (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 21 februari
            2023).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Uren vergaderd, maar bespreken Landbouwakkoord moet
               nog beginnen»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Ligt u op schema om het Landbouwakkoord voor april 2023 af te hebben zoals u eerder
               heeft aangegeven?
            
Antwoord 2
            
In het debat over de LNV-begroting afgelopen december, heb ik aangegeven dat het Landbouwakkoord
               eind maart, begin april rond moet zijn. Het proces is erop gericht om in april tot
               een akkoord te komen.
            
Vraag 3
            
Wilt u de Kamer uitvoerig berichten over de voortgang en de resultaten?
Antwoord 3
            
De hoofdtafel komt sinds eind december met regelmaat bij elkaar en heeft goede vorderingen
               gemaakt in het opstellen van een gedeelde visie op de toekomst van de landbouw in
               Nederland in brede zin. Hierin is aandacht voor langjarige ontwikkelingen en mogelijke
               ontwikkelrichtingen die agrarische ondernemers kunnen inslaan naar de toekomst. Kringlooplandbouw
               is hierbij het uitgangspunt. Daarnaast is in beeld gebracht over welke thema’s in
               het kader van het landbouwakkoord afspraken zouden moeten worden gemaakt om het tweeledige
               doel te bereiken dat in de brief Toekomstvisie agrarische sector (Kamerstuk 30 252, nr. 77) voor het Landbouwakkoord is gesteld: het beschrijven van de toekomstbestendige positie
               van de landbouw als strategisch belangrijke economische sector, producent van duurzaam
               voedsel en grondstoffen en essentiële drager van een vitaal platteland, en het beschrijven
               van de wijze waarop de landbouwsector haar aandeel gaat leveren aan de grote opgaven
               van natuurherstel, water en klimaat.
            
Het zwaartepunt ligt in deze fase bij de sectortafels: zij leveren deze week de eerste
               producten op en zullen aan de hoofdtafel bouwstenen aanleveren voor het akkoord. Aan
               de hoofdtafel zal vervolgens bepaald worden hoe de inbreng van de sectortafels zal
               worden gesmeed tot een integraal landbouwakkoord, in overeenstemming met de visie
               die de hoofdtafel heeft op de toekomst van de Nederlandse land- en tuinbouw.
            
Vraag 4
            
Herkent u de constatering uit het bericht dat er bij de reflectietafel – waar experts
               vanuit verschillende universiteiten op het Landbouwakkoord kunnen reflecteren – deelnemers
               zijn ingeruild, na druk vanuit de hoofdtafel?
            
Antwoord 4
            
Nee, dat beeld herken ik niet. De reflectietafel is bedoeld ter ondersteuning van
               de hoofdtafel. Aan de hoofdtafel is afgewogen welke expertises in de reflectietafel
               gewenst zijn en voor deze verschillende kennisdomeinen zijn meerdere kandidaten in
               beeld gebracht. De hoofdtafel heeft uiteindelijk een afgewogen besluit genomen over
               de samenstelling van de reflectietafel. Er zijn daarna geen experts «ingeruild» voor
               andere.
            
Vraag 5
            
Kunt u aangeven wie er aan de reflectietafel deelnemen en kunt u daarbij ook ingaan
               op nevenfuncties, commissariaten, private financiering van eventuele leerstoel(en)
               van betrokkene(n) dan wel politieke oriëntatie van de deelnemers?
            
Antwoord 5
            
In de bijlage treft u een overzicht van de leden van de reflectietafel.
De reflectietafel heeft geen bepalende stem in het proces, maar een adviserende. De
               gevraagde experts zijn benaderd vanwege hun inhoudelijke deskundigheid op onderwerpen
               die door de hoofdtafel van belang worden gevonden om over geadviseerd te kunnen worden.
               Welke belangen en meningen zij hebben naast deze expertise en ervaring, heeft geen
               rol gespeeld bij de samenstelling.
            
Vraag 6
            
Op welke wijze is de integriteit en onafhankelijkheid van de reflectietafel geborgd?
Antwoord 6
            
De reflectietafel is samengesteld uit deskundigen met relevante kennis en ervaring,
               die op een aantal momenten gedurende het proces reflecteren op het werk aan de akkoordtafel
               en die gedurende het proces ook (collectief of individueel, afhankelijk van de benodigde
               expertise) benaderd kunnen worden om over specifieke vragen mee te denken. Gezien
               de veelheid en complexiteit van opgaven en onderwerpen die bij het landbouwakkoord
               aan de orde komen, zijn deskundigen benaderd die, vanuit verschillende kennisvelden
               kunnen meedenken en adviseren over de vragen en discussies die aan de orde komen.
               Bij de selectie is gelet op het vermogen tot inspiratie en reflectie en het vermogen
               voorgenomen afspraken op doelbereik en consequenties te kunnen beoordelen. Dit vraagt
               een mix van economische, juridische, ecologische/ruimtelijke en maatschappelijke expertise.
               De reflectietafel heeft een adviserende rol voor de hoofdtafel.
            
Vraag 7
            
Klopt het dat de hoofd- en deeltafels als doel hebben inhoudelijke bijdrages te leveren
               aan het akkoord en op welke wijze is daarbij het doelbereik van het Landbouwakkoord
               geborgd als het gaat om de doelen op het gebied van water, stikstof en klimaat?
            
Antwoord 7
            
Het klopt dat de hoofd- en deeltafels als doel hebben inhoudelijke bijdrages te leveren
               aan het akkoord. Voor het kabinet vormen het Nationaal Programma Landelijk Gebied
               (NPLG), de Klimaatwet en de brief Water en Bodem sturend het toetsingskader. Het landbouwakkoord
               wordt beoordeeld op de bijdrage aan het bereiken van de genoemde doelen en aan de
               bijdrage aan een gezonde agrarische sector.
            
Vraag 8
            
Op welke wijze is de ambtelijke ondersteuning van de tafels geregeld en klopt het
               in dit verband dat de Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) Nederland een medewerker
               aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft uitgeleend?
            
Antwoord 8
            
Voorzitter en procesbegeleider Wouter de Jong wordt ondersteund door een klein team
               van extern ingehuurde medewerkers, aangevuld met enkele medewerkers afkomstig van
               LNV en (in deeltijd) een medewerker van LTO. Dit team heeft tot taak het proces om
               het werk aan de verschillende tafels om tot een landbouwakkoord te komen, te faciliteren
               en te ondersteunen.
            
Vraag 9
            
In hoeverre is er bij het maken van de afspraken over grondgebondenheid geborgd dat
               de melkproductie per koe, en daarmee de milieubelasting, niet verder zal toenemen?
            
Antwoord 9
            
In de brief van 25 november jl. (Kamerstuk 30 252, nr. 77) over de toekomst van de landbouw, heb ik de kaders voor de afspraken over grondgebondenheid
               geschetst. De invulling komt aan de orde in de gesprekken over het Landbouwakkoord.
               Milieubelasting is daarbij een belangrijk aspect.
            
Vraag 10
            
Hoe zorgt u dat de afspraken in het coalitieakkoord en de stikstofdoelen gewaarborgd
               worden bij de gesprekken en in de uitwerking van het Landbouwakkoord?
            
Antwoord 10
            
Ik voer de gesprekken in het kader van het landbouwakkoord op basis van de afspraken
               in het coalitieakkoord en de kaders die ik heb geschetst in de brief over de toekomst
               van de landbouw (Kamerstuk 30 252, nr. 77). Tevens stelt het Rijk als voorwaarde dat de gebiedsprogramma’s in overeenstemming
               moeten zijn met de afspraken uit het Landbouwakkoord wanneer deze betrekking hebben
               op de gebiedsprogramma’s. Daarnaast heb ik het Planbureau voor de Leefomgeving gevraagd
               een reflectie te geven op de maatregelen die in het Landbouwakkoord worden uitgewerkt.
            
Vraag 11
            
Bent u parallel aan het Landbouwakkoord bezig met het werken aan het perspectief voor
               de sector, inclusief de transitie naar kringlooplandbouw en de afspraken in het coalitieakkoord
               over de niet-vrijblijvende bijdrage van de verwerkende industrie, toeleveranciers
               en de retail?
            
Antwoord 11
            
We zijn serieus onderweg en zetten alles op alles om het Landbouwakkoord tijdig te
               laten slagen met concrete resultaten. Mocht het onverhoopt niet slagen dan kom ik
               met een kabinetsplan dat invulling geeft aan de stappen die gezet moeten worden voor
               de transitie van de landbouw. De voorbereidingen hiervoor lopen parallel aan de onderhandelingen
               voor het Landbouwakkoord. Kringlooplandbouw is hierbij, zoals genoemd in de brief
               van 25 november jl. (Kamerstuk 30 252, nr. 77) over de toekomst van de landbouw, het uitgangspunt.
            
Onderdeel van het Landbouwakkoord is het maken van bindende afspraken met de ketenpartijen,
               zowel met de toeleverende en de verwerkende industrie als met de retail en de financiële
               sector, zoals banken. Ik zal ook voorstellen doen voor wettelijke maatregelen, waarbij
               ook de Autoriteit Consument en Markt (ACM) betrokken is. Beide sporen zullen worden
               gewogen en tot een stevig pakket van maatregelen leiden.
            
Vraag 12
            
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden binnen een week?
Antwoord 12
            
De vragen zijn afzonderlijk beantwoord. Helaas is het niet gelukt uw vragen binnen
               deze korte termijn te beantwoorden.
            
Bijlage
            
Samenstelling Reflectietafel (alfabetische volgorde):
Chris Backes
hoogleraar Omgevingsrecht (Universiteit Utrecht)
Gé Backus
directeur Connecting Agri & Food
Peter van Bodegom
hoogleraar Milieubiologie (Universiteit van Leiden)
Elbert Dijkgraaf
hoogleraar Empirische economie van de publieke sector
(Erasmus Universiteit Rotterdam)
Anna Gerbrandy
hoogleraar Mededingingsrecht (Universiteit Utrecht)
Klaas de Jong
mede-eigenaar/ adviseur PPP-Agro Advies
Roel Jongeneel
universitair docent Agrarische economie en plattelandsbeleid
(Wageningen University & Research)
Frederike Praasterink
lector Future Food Systems (HAS Hogeschool)
Laurens Sloot
bijzonder hoogleraar Ondernemerschap in de detailhandel
(Rijksuniversiteit Groningen)
Steven van Westreenen
directeur-eigenaar Vanwestreenen Adviseurs Ruimtelijke Ontwikkeling
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.