Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over ouderen met onderkoeling
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over ouderen met onderkoeling (ingezonden 18 januari 2023).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister voor Langdurige Zorg en Sport (ontvangen 9 februari 2023).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Ouderen vaker met onderkoeling in ziekenhuis
door valpartijen: «Liggen soms uren op de grond»»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Hoe reflecteert u op de constatering van medici dat de werkdruk voor huisartsen heden
ten dage zo groot is dat zij niet meer in staat zijn om alle patiënten in hun praktijk
te kennen en te screenen, waardoor kwetsbare ouderen tussen wal en schip vallen, met
ongelukken en schrijnende situaties als gevolg?
Antwoord 2
Ik herken niet dat kwetsbare ouderen tussen wal en schip vallen, doordat huisartsen
niet meer in staat zijn om alle patiënten in hun praktijk te kennen en te screenen.
Dat er ouderen vallen en gebruik moeten maken van spoedzorg betekent niet per se dat
zij niet in beeld waren bij hun huisarts.
De werkelijkheid is complexer. Natuurlijk proberen alle zorgprofessionals die bij
een oudere betrokken zijn te voorkomen dat kwetsbare mensen vallen. Tegelijkertijd
willen veel (kwetsbare) ouderen op een fijne, veilige en vertrouwde manier zo lang
mogelijk zelfstandig kunnen blijven. Crisissituaties, onder- en overbehandeling en
de noodzaak van langdurige zorg willen de Minister voor Langdurige Zorg en ik zoveel
mogelijk voorkomen. Het uitbannen van elk risico is echter onhaalbaar en ook niet
gewenst als dit betekent dat mensen disproportioneel in hun bewegingsvrijheid worden
beperkt of dag en nacht in de gaten moeten worden gehouden.
Dat neemt niet weg dat ik erken dat de huisartsenzorg onder druk staat. Daarom heb
ik het in Integraal Zorgakkoord (IZA) afspraken gemaakt om de werkdruk van huisartsen
te verlichten. Zo zet ik onder andere in op het opleiden van meer huisartsen en heeft
de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met ingang van januari 2023 hogere en gedifferentieerde
tarieven voor de avond-, nacht- en weekend (ANW-)diensten vastgesteld. Ook zijn er
afspraken gemaakt over het landelijk beschikbaar stellen van «meer tijd voor de patiënt»
voor 100% van de huisartsenpraktijken per 2024. Dit moet bijdragen aan meer werkplezier
voor de huisarts en ondersteunend personeel in de huisartsenzorg, en zorgt ervoor
dat huisartsenpraktijken het werk slimmer kunnen organiseren waardoor er ook meer
tijd beschikbaar is voor kwetsbare patiënten.
Vraag 3
Hoe reflecteert u op de ingeboekte bezuiniging op de wijkverpleging in de begroting
van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, terwijl dit soort zorg nu
al ontoereikend is, er grote personeelstekorten zijn, ouderen vaak lang moeten wachten
op zorg en minder zorg krijgen en de sociale controle die nodig is om deze kwetsbare
mensen in het vizier te houden afkalft, waardoor deze patiënten in gevaar komen?
Antwoord 3
Er is geen sprake van een bezuiniging. Bij vaststelling van het IZA is het niveau
van het macrokader van de wijkverpleging bijgesteld naar aanleiding van voortdurende
onderbesteding. Vergeleken met de realisatie van 2022 laat het budgettair kader 2023
en verder groei zien.
Groeipercentages
2023
2024
2025
2026
Wijkverpleging
2,0%
2,4%
3,0%
3,5%
Bedragen x € 1 miljoen
2023
2024
2025
2026
Wijkverpleging
3.802
3.870
3.973
4.100
Vraag 4
Bent u bereid de bezuinigingen op de wijkverpleging/thuiszorg te heroverwegen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4
Er is geen sprake van een bezuiniging.
Vraag 5
Kunt u inschatten in hoeverre de coronacrisis en het coronabeleid van invloed is geweest
op het feit dat kwetsbare ouderen regelmatig met niet-gediagnosticeerde aandoeningen
en/of onopgemerkte klachten rondlopen, waardoor zij nog kwetsbaarder worden voor bijvoorbeeld
valpartijen? In welke mate is alle uitgestelde zorg hiervan (mede) de oorzaak? Weet
u hoeveel ouderen tijdens de coronaperiode niet met klachten naar de huisartsen durfden
of mochten komen, in verband met het coronavirus?
Antwoord 5
Het RIVM heeft over dit onderwerp twee onderzoeken gepubliceerd,
2, 3. Hieruit blijkt dat zorg tijdens de pandemie is uitgesteld. Dit heeft ertoe geleid
dat een deel van de gezondheidswinst waar deze zorg normaliter toe geleid zou hebben,
niet behaald is. Omgerekend in verwachte QALY’s (extra levensjaren in goede gezondheid)
betreft dit 18% van de verwachte gezondheidswinst in 2020 en 2021. Vaak ging dit echter
niet om verlening van acute/hoog urgente zorg.
Ook hebben mensen de huisartsenzorg vermeden. Tussen maart en juni 2020 (eerste golf)
lag het totaal aantal bezoeken aan de huisartsen gemiddeld 11% lager dan in dezelfde
periode in 2019. Het aandeel huisartsbezoeken naar aanleiding van symptomen die mogelijk
duiden op ernstige klachten, zoals kanker of hartziekten, was deze periode 21% lager
dan in 2019. Er zijn hierbij echter duidelijke verschillen zichtbaar naar leeftijd.
Uit het onderzoek blijkt dat bij ouderen veel minder sprake was van een daling in
het aantal huisartsconsulten. Bij 85-plussers lag het aantal consulten vanaf de eerste
golf tot het einde van 2020 zelfs hoger dan in 2019. Wel waren er duidelijk minder
huisartsvisites bij ouderen thuis. Artsen geven aan dat zij de «sociale» visites bij
kwetsbare ouderen veelal vervangen hebben door telefonische consulten. Tijdens de
zomer en tweede golf lag het gemiddelde aantal huisartsconsulten weer op het niveau
van 2019.
Vraag 6
Wat betekent het gestegen aantal ouderen dat door valpartijen en onderkoeling in het
ziekenhuis terechtkomt voor de druk op de ziekenhuiszorg en vervolgens voor de druk
op de wijkverpleging en de thuiszorg?
Antwoord 6
Het kabinet zet in op het zoveel mogelijk voorkomen van valpartijen door ouderen thuis.
Gezien de vergrijzing is extra inzet in de komende jaren op valpreventie cruciaal.
Dit kan letsel voorkomen en onnodige druk op de zorg. Samen met onder meer gemeenten,
GGD-en en maatschappelijke partijen – zoals VeiligheidNL – zetten we vanaf dit jaar
in op het beperken van risico op vallen door ouderen. Onder meer door ervoor te zorgen
dat ouderen met een verhoogd valrisico sneller in beeld komen en een effectief valpreventief
beweegaanbod aangeboden krijgen. In de Kamerbrief van de Staatssecretaris van VWS
over de onderwerpen bevordering gezondheid, preventie en leefstijl van 2 december
20224 bent u geïnformeerd over alle acties die in het kader van valpreventie in gang zijn
gezet. De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, de Staatssecretaris van VWS, en
ik zullen in het najaar uw Kamer over de voortgang hiervan informeren.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat ouderen als gevolg van de hoge energieprijzen hun huis niet
meer voldoende (kunnen) verwarmen, waardoor zij onderkoeld raken en dus kwetsbaarder
worden? Hoe verhoudt de plicht die de overheid heeft om de volksgezondheid te waarborgen
zich ten opzichte van de gevolgen van de keuze van diezelfde overheid om de energieprijzen
dusdanig te laten oplopen en geen werk te maken van energiesoevereiniteit, dat mensen
noodgedwongen in de kou gaan zitten en daardoor ziek worden?
Antwoord 7
Dat ouderen onderkoeld kunnen raken als zij lang op de grond liggen na een val is
bekend. Er is mij geen onderzoek bekend naar een directe relatie tussen het lager
zetten van de thermostaat en de klachten waarmee ouderen in het ziekenhuis belanden.
Energiekosten van ouderen hebben wel de aandacht. Ik verwijs u naar eerdere Kamerbrieven4 waarin uitgebreid wordt ingegaan op de maatregelen die dit kabinet neemt om ook ouderen
te ondersteunen bij hun gestegen energiekosten.
Vraag 8
Hoe reflecteert u op de keuze van het kabinet om te streven naar het zo lang mogelijk
thuis laten wonen van ouderen, om de druk op de zorg te beteugelen en zorgkosten te
verlagen, terwijl het resultaat van die keuze het tegenovergestelde bewerkstelligt,
aangezien veel ouderen hierdoor kwetsbaarder en zieker worden, vaker ongelukken krijgen
en dus uiteindelijk langer, complexer en kostbaarder zorg nodig hebben?
Antwoord 8
De voorkeuren van ouderen zijn veranderd. Zij willen graag zo lang mogelijk, veilig
en vertrouwd, thuis wonen en met de juiste zorg en ondersteuning kan dat ook. Wij
ondersteunen met de maatregelen in programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen
(WOZO) en het IZA versterking van de zorg thuis, zodat crisissituaties, onder- en
overbehandeling en de noodzaak van Wlz-zorg gaan afnemen. Helaas hebben kwetsbare
ouderen een hoger risico om te vallen, zowel ouderen die hun zorg thuis krijgen, als
ouderen die zijn opgenomen in een ziekenhuis of verpleeghuis. Het voorkomen van valincidenten
is voor alle kwetsbare ouderen van belang.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het moreel onverantwoord is om onze ouderen als gevolg van financiële
overwegingen op deze manier te verwaarlozen en dat het bovendien leidt tot minder
vertrouwen in de politiek, de zorg en zorgt voor nog meer onvrede en polarisatie in
de samenleving?
Antwoord 9
Nee, ik deel niet het beeld dat ouderen worden verwaarloosd. Het beleid is er juist
op gericht om toegang van zorg te borgen voor die mensen die haar nodig hebben, waaronder
(kwetsbare) ouderen.
Vraag 10
Kunt u in kaart brengen wat de financiële gevolgen zijn van de onderkoeling en valpartijen
bij ouderen? Hoeveel kost alle extra zorg die als gevolg hiervan moet worden verleend?
Antwoord 10
Volgens VeiligheidNL (kenniscentrum voor letselpreventie) zijn de totale zorgkosten
(Wmo, Zvw en Wlz) van ouderen (65 jaar en ouder) in 2021 die met een letsel vanwege
een valincident (in huis, buiten of in een zorginstelling) een afdeling Spoedeisende
Hulp (SEH) bezochten en/of opgenomen werden in ziekenhuis in totaal 1,15 miljard euro.
Het gaat dan om de medische kosten van de behandeling en nazorg gedurende het eerste
jaar na het valincident, waarbij naast de kosten van SEH-bezoek, polikliniekconsulten
en opnamen ook de kosten van bijvoorbeeld revalidatie, huisartszorg, fysiotherapie,
thuiszorg, verpleeghuiszorg zijn inbegrepen. De verwachting is dat in april 2023 een
landelijk overzicht van de zorgkosten van valpartijen over 2022 beschikbaar is. In
welke mate bij de valincidenten ook sprake is van onderkoeling, is onbekend.
Vraag 11
Weet u hoeveel ouderen als gevolg van valpartijen en onderkoeling eerder komen te
overlijden dan wanneer zij wel bij huisartsen en wijkverpleging/thuiszorg in beeld
waren geweest?
Antwoord 11
Met betrekking tot een correlatie tussen niet in beeld zijn, vallen en overlijden
zijn geen cijfers beschikbaar.
Vraag 12
Welke stappen gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat ouderen niet meer onderkoeld
in het ziekenhuis terechtkomen na valpartijen?
Antwoord 12
De Minister voor Langdurige Zorg en Sport, de Staatssecretaris van VWS en ik zetten
ons gezamenlijk in voor passende zorg. In het kader van deze vraag hoort daarbij voortzetting
van de beleidsaandacht voor de signalering van kwetsbaarheid bij ouderen thuis, valpreventie
en acute zorg voor ouderen. Bij het laatste hoort vanzelfsprekend ook aandacht voor
het kunnen alarmeren en snel opvolgen van deze alarmering.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.