Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellian over de communicatie tussen familieleden van en met AIT-en EBI gedetineerden
Vragen van het lid Ellian (VVD) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de communicatie tussen familieleden van en met AIT-en EBI gedetineerden (ingezonden 12 januari 2023).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming) (ontvangen 3 februari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het requisitoir van het Openbaar Ministerie (OM) in de strafzaak
tegen voormalig advocaat Youssef T. en specifiek de stellingen dat meerdere familieleden
van Ridouan Taghi zich schuldig maken aan criminele communicatie en dat zij onderdeel
zijn van een criminele organisatie waarvan Ridouan Taghi de leider is?
Antwoord 1
Ik ben op de hoogte van de ontwikkelingen in de strafzaak tegen voormalig advocaat
Youssef T. Ik ben ook bekend met de strekking van het requisitoir. Het requisitoir
zelf heb ik echter niet ingezien noch ontvangen van het Openbaar Ministerie. De inhoud
en vorm van het requisitoir zijn aan de Officier van Justitie die wat betreft de strafvervolging
onafhankelijk optreedt.
Vraag 2
In hoeverre is volgens u het recht op communicatie van een gedetineerde onbeperkt?
Antwoord 2
Een gedetineerde heeft recht op contact met de buitenwereld. Dat kan via brieven,
telefoon of bezoek.1 Dit contact is voor de ruim 9.000 gedetineerden van belang om het contact met hun
gezin of familie te behouden, voor het vinden van een baan of voor het volgen van
een studie. Dat wil niet zeggen dat het recht op communicatie onbeperkt is. Afhankelijk
van het soort justitiële inrichting en type regime kan de toegestane frequentie en
wijze verschillen. Daarnaast heeft de directeur van een inrichting de bevoegdheid
om brieven of andere poststukken te controleren en/of weigeren met oog op de handhaving
van de orde of de veiligheid in de inrichting en ter bescherming van de openbare orde
of nationale veiligheid.2
Als het gaat om de communicatie tussen gedetineerden en de buitenwereld dient er een
onderscheid te worden gemaakt tussen het overgrote deel van de gedetineerdenpopulatie,
die communicatie gebruikt voor het doel zoals hierboven omschreven, en een categorie
gedetineerden die de communicatiemogelijkheden gebruikt om door te gaan met hun criminele
praktijken. Voor de laatste, kleine categorie is het mogelijk om intensiever toezicht
te houden of om in sommige gevallen de communicatiemogelijkheden – tijdelijk – stil
te leggen. Zo zijn er door een recente wijziging van de huisregels per medio december
jl. voor plaatsing in de extra beveiligde inrichting (EBI) in Vught verstrekkende
toezichtsmaatregelen mogelijk bij gedetineerden.3 Deze gedetineerden mogen nog maar één keer per week 10 minuten telefonisch contact
hebben. Dit contact mag alleen met mensen die zich op dat moment hebben gemeld en
geïdentificeerd bij een door DJI aangewezen locatie. Een telefoongesprek vanuit huis
voeren kan daardoor niet meer. Ook het bezoeken van gedetineerden in de EBI is verder
ingeperkt. Deze gedetineerden kunnen één keer per week één uur bezoek ontvangen, waarbij
maximaal één persoon per bezoekmoment is toegestaan.
Communicatie tussen gedetineerden en geprivilegieerde personen zijn uitgesloten van
de toezichtsmaatregelen die op basis van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) opgelegd
kunnen worden. Slechts in zeer uitzonderlijke omstandigheden hebben politie en justitie
bevoegdheden om op dit contact inbreuk te maken. In september 2022 heb ik uw Kamer
geïnformeerd over de spoedige aanpassing van de Pbw. In deze aanpassing neem ik de
mogelijkheid van visueel toezicht op gesprekken tussen geprivilegieerde personen en
een specifieke groep gedetineerden mee.4 In november 2022 heb ik uw Kamer laten weten dat ik de uitvoering van de motie-Ellian
mee zal nemen bij de aanpassing van de Pbw.5 Zoals aangekondigd verwacht ik dat het wetsvoorstel begin april bij uw Kamer kan
worden ingediend.
Vraag 3
Wat vindt u van communicatie tussen gedetineerden op een Afdeling Intensief Toezicht
of in een Extra Beveiligide Inrichting (AIT- en EBI-gedetineerden) en andere personen,
waaronder ook familieleden, die een verdachte rol in een criminele organisatie kunnen
hebben?
Antwoord 3
In principe is er communicatie mogelijk tussen deze gedetineerden en andere personen.
Wel is het zo dat personen met wie gedetineerden op de EBI contact willen hebben vooraf
worden gescreend. Als het GRIP hier aanleiding toe ziet kunnen zij de directeur adviseren
geen contact toe te staan.6 Een gedetineerde kan bezwaar en beroep aantekenen tegen een specifieke door de penitentiaire
inrichting opgelegde maatregel. In de aanpassing van de Pbw wordt meegenomen dat de
bevelsbevoegdheid kan worden ingezet voor EBI- en AIT- gedetineerden. Deze aanpassing
ziet op de mogelijkheid te bevelen dat een gedetineerde wordt onderworpen aan verdergaande
beperkingen in zijn communicatie.
Vraag 4
Vindt u dat gedetineerden, maar specifiek gedetineerden op een AIT en in een EBI,
mogen communiceren met personen waarvan minst genomen het vermoeden bestaat dat zij
criminele boodschappen doorgeven aan anderen of minst genomen het vermoeden bestaat
dat sprake is van deelneming aan een criminele organisatie? Zo ja, waarom? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 4
Als de directeur van een inrichting, het Openbaar Ministerie en/of de politie het
vermoeden hebben dat communicatie met een gedetineerde wordt misbruikt om voortgezet
crimineel te kunnen handelen, dan wordt hiertegen opgetreden. Het GRIP kan hierover
gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan een directeur van een penitentiaire inrichting.
Zo kan de communicatie met specifieke personen worden verboden of kan extra toezicht
op de communicatie worden uitgeoefend. In de EBI worden gesprekken standaard opgenomen
en poststukken worden gescreend. Dit is met uitzondering van geprivilegieerde contacten.
Op een Afdeling Intensief Toezicht (AIT) gebeurt dit via specifiek opgelegde maatregelen.
Voor penitentiaire inrichtingen met een ander regime zijn deze maatregelen eveneens
mogelijk indien hiertoe aanleiding is. De directeur beslist over het opleggen van
een maatregel.
Vraag 5 en 6
Waarom mag Ridouan Taghi contact hebben met familieleden waarvan het OM ten minste
een verdenking heeft van het doorgeven van criminele boodschappen aan de buitenwereld?
Kunt u bij deze vraag de stelling van het OM betrekken dat sprake is van een strak
aangestuurd samenwerkingsverband, waar de familie van Ridouan Taghi onderdeel van
is?
Bent u bereid om per direct te realiseren dat Ridouan Taghi niet mag communiceren
met personen waarvan het vermoeden bestaat dat zij criminele boodschappen doorgeven
en/of onderdeel zijn van zijn criminele organisatie?
Antwoord 5 en 6
Ik ga niet in op de situatie rondom individuele gedetineerden. In de antwoorden op
vragen 2 tot en met 4 heb ik in aangegeven wat de regels zijn omtrent communicatie
van gedetineerden met andere personen en dat er maatregelen kunnen worden getroffen
indien er aanwijzingen zijn dat er misbruik wordt gemaakt van de communicatie.
Vraag 7
Kunt u deze vragen afzonderlijk en binnen de termijn van drie weken, dus ruim vóór
het commissiedebat gevangeniswezen en tbs van 8 februari 2023, beantwoorden?
Antwoord 7
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.