Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Beukering-Huijbregts en Podt over het bericht 'Arbeidsinspectie kreeg toch signalen over zwaar sjouwwerk Schiphol'
Vragen van de leden Van Beukering-Huijbregts en Podt (beiden D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Arbeidsinspectie kreeg toch signalen over zwaar sjouwwerk Schiphol» (ingezonden 12 januari 2023).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 27 januari
2023).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Arbeidsinspectie kreeg toch signalen over zwaar sjouwwerk
Schiphol»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens dat het zorgelijk is dat de Nederlandse Arbeidsinspectie (Arbeidsinspectie)
niet is ingegaan op meerdere meldingen van medewerkers over hun arbeidsomstandigheden
op Schiphol? Bent u het eens dat dit afbreuk doet aan het vertrouwen van werknemers
in de inspectie en de overheid, zeker nu het blijkt te gaan over meerdere meldingen?
Antwoord 2
Vooropgesteld vind ik dat werkenden altijd moeten kunnen rekenen op een gezonde en
veilige werkomgeving, waarbij een werkgever zich verantwoordelijk voelt én gedraagt.
Maar ook dat daar waar regels worden overtreden en misstanden plaatsvinden, hier laagdrempelig
melding van gedaan kan worden en tegen wordt opgetreden.
De meldingen waarover gesproken wordt in het bericht van de NOS, zijn naar voren gekomen
in een uitgebreide zoekslag door de Arbeidsinspectie in haar systemen mede ten behoeve
van de rapportage die ik u op 11 januari 2023 heb verstuurd.2 Concreet houdt dit in dat de Arbeidsinspectie in haar systemen alle meldingen van
de afgelopen jaren, voor zover nu nagegaan kan worden, opnieuw is nagelopen.
Naar aanleiding van de eerdere constatering door de Arbeidsinspectie dat fysieke belasting
van bagageafhandelaars op Schiphol niet specifiek als risico naar voren is gekomen,
heb ik de Arbeidsinspectie gevraagd haar werkwijze tegen het licht te houden.3 De eerste bevindingen daarvan en lessen die de Arbeidsinspectie getrokken heeft,
komen aan bod in de eerdergenoemde rapportage, die ik naar uw Kamer heb gezonden.
De rapportage beslaat een periode van 10 jaar. In die periode heeft de Arbeidsinspectie
in totaal ongeveer 100.000 meldingen ontvangen, waarvan 504 meldingen specifiek over
werkzaamheden op Schiphol. In de rapportage beschrijft de Arbeidsinspectie hoe haar
actieve en reactieve/responsieve werkwijze leidt tot inspecties op Schiphol. De rapportage
bevat een overzicht van de circa 400 bij op Schiphol actieve werkgevers uitgevoerde
inspecties in het kader van risicogerichte projecten (actieve inzet). Op basis van
de beoordelingssystematiek die in de afgelopen 10 jaar is gebruikt, die mede gebaseerd
is op de arbeidsomstandighedenregelgeving, heeft die beoordeling van de 504 meldingen
geresulteerd in 327 werkgevers die minimaal één keer zijn geïnspecteerd (reactieve
inzet).
Voor zover nu nagegaan kan worden, zijn er zeven meldingen gedaan die direct of zijdelings
met fysieke belasting te maken hebben. Deze meldingen zijn in een bijlage van de betreffende
rapportage opgenomen.
Hoewel iedere melding over een individuele werksituatie er één te veel is, vormden
de desbetreffende meldingen voor de Arbeidsinspectie, conform het afwegingskader dat
de Arbeidsinspectie hanteerde en dat gebaseerd is op de arbeidsomstandighedenregelgeving,
geen directe aanleiding om daar opvolging aan te geven op het vlak van fysieke belasting
(soms wel vanwege andere mogelijke overtredingen) en zijn deze wat betreft fysieke
belasting als «niet relevant» beoordeeld.
Op mijn verzoek houdt de Arbeidsinspectie haar werkwijze tegen het licht en ga ik
met de Arbeidsinspectie nader in gesprek over hoe de werkwijze verder verbeterd en
transparanter kan worden. De Arbeidsinspectie geeft aan haar werkwijze aan te passen.
Kortheidshalve verwijs ik naar de brief en rapportage.
Met de acties die ik met de Arbeidsinspectie heb afgesproken, waaronder een laagdrempeliger
meldingsysteem, waarmee meldingen effectiever behandeld kunnen worden, wil ik komen
tot een verbeterde werkwijze, die het vertrouwen van werknemers vergroot en uiteindelijk
leidt tot een gezonder en veiliger werkomgeving.
Vraag 3
Klopt het dat de werkwijze van de Arbeidsinspectie op zelfregulering is gericht en
dat bedrijven en medewerkers daarmee worden geacht zelf zorg te dragen voor goede
arbeidsomstandigheden?
Antwoord 3
Ja, dat is conform de Arbeidsomstandighedenwet. Uitgangspunt van het arbostelsel is
dat werkgevers de primaire verantwoordelijkheid dragen om te zorgen voor gezonde en
veilige arbeidsomstandigheden. Bij de invulling van de hun processen dienen werkgevers
te zorgen dat zij aan de relevante wet- en regelgeving voldoen. De Arbeidsinspectie
oefent, met inachtneming van die zelfregulering, haar toezicht uit. Ik verwijs naar
de bijlage van de antwoorden op eerder gestelde Kamervragen, waarin de Arbeidsinspectie
haar werkwijze toelicht4. Indien gewenst kan de Arbeidsinspectie in een technische briefing verdere toelichting
geven.
Vraag 4
Klopt het dat uit de risico-inventarisatie en evaluatie, die de Arbeidsinspectie mag
inzien, kon worden opgemaakt dat er nog steeds te zwaar werk werd gedaan op de bagageafhandeling
en dat gemaakte afspraken over onder meer aanschaf en gebruik van tilhulpen niet werden
nagekomen? Waarom is de Arbeidsinspectie hier niet op aangeslagen?
Antwoord 4
Werkgevers stellen een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en plan van aanpak
op. Dat is om risico’s in het bedrijf in kaart te brengen en maatregelen te nemen
om die te voorkomen of te verkleinen. De RI&E is voor het bedrijf zelf. Werknemers
en de Ondernemingsraad hebben een rol bij de vaststelling. De Arbeidsinspectie kan
bij inspecties om inzage vragen.
Naast het inzien tijdens of na een controle bij een werkgever, vraagt de inspectie
de afgelopen jaren in een aantal specifieke projecten de RI&E op bij groepen werkgevers5.
Criteria voor het opvragen zijn:
1. Sectoren waarin naleving op arbozorgbepalingen laag is (volgens cijfers uit Arbo in
bedrijf);
2. Sectoren waarin sprake is van wezenlijke arbeidsrisico’s (volgens Inspectiebrede Risicoanalyse
– IRA);
3. Daarbinnen concentreert de Arbeidsinspectie zich op kleine werkgevers (MKB), omdat
die vaker niet voldoen aan de RI&E-plicht dan grote bedrijven.
Op basis van deze criteria is de sector dienstverlening voor de luchtvaart, waar bagageafhandeling
op Schiphol onder valt, eerder niet specifiek naar voren gekomen om tot zo’n uitvraag
te leiden. De RI&E is daarom niet opgevraagd. Naar aanleiding van het onderzoek van
NOS/Nieuwsuur is de Arbeidsinspectie in september 2022 gaan inspecteren en heeft daarbij,
conform de standaardprocedure de RI&E opgevraagd. Dit onderzoek loopt nog.
In eerdergenoemde beantwoording van de Kamervragen en brief heb ik reeds aangegeven
dat de Arbeidsinspectie op mijn verzoek haar werkwijze tegen het licht houdt en dat
ik met de Arbeidsinspectie nader in gesprek ga over hoe de werkwijze verder verbeterd
en transparanter kan worden. Hierbij merk ik op dat de Arbeidsinspectie een lerende
organisatie is, die zich continu wil blijven verbeteren.
Vraag 5 en 6
Hoe verhoudt de werkwijze van de Arbeidsinspectie zich tot enerzijds zelfregulering
en anderzijds het negeren van signalen/meldingen?
Bent u het eens dat als er zware tekortkomingen zijn geconstateerd bij de bagageafhandeling
er geen of minder sprake kan zijn van zelfregulering? Zo ja, dat dat betekent dat
ieder signaal of melding reden moet zijn voor onderzoek?
Antwoord 5 en 6
Het instrument zelfregulering is vastgelegd op wetsniveau. De Arbeidsinspectie maakt
geen zelfreguleringsafspraken. Uitgangspunt van het Arbostelsel is dat werkgevers
de primaire verantwoordelijkheid dragen om te zorgen voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden
(zie ook het antwoord op vraag6.
In de rapportage die ik aan uw Kamer heb toegezonden, geeft de Arbeidsinspectie een
overzicht van de inspecties die ze heeft uitgevoerd op Schiphol. Daaruit blijkt dat
er 504 meldingen over Schiphol zijn gedaan, waarvan er, voor zover nu nagegaan kan
worden, zeven meldingen zijn die direct of zijdelings met fysieke belasting te maken
hebben. Deze meldingen heeft de Arbeidsinspectie, conform het geldende afwegingskader,
beoordeeld als «niet relevante» meldingen om opvolging aan te geven op het vlak van
fysieke belasting (soms wel vanwege andere mogelijke overtredingen).
Op mijn verzoek heeft de Arbeidsinspectie haar werkwijze tegen het licht gehouden
en ga ik met de Arbeidsinspectie nader in gesprek over hoe de werkwijze verder verbeterd
en transparanter kan worden. De Arbeidsinspectie geeft aan haar werkwijze aan te passen.
Onder meer zal de Arbeidsinspectie bij haar risicobeoordeling werkzaamheden aan de
«air side» (het gebied voorbij de douane, waaronder de bagageafhandeling) op Schiphol
een zwaardere weging geven. Kortheidshalve verwijs ik naar mijn eerdergenoemde brief
van vorige week en de rapportage van de Arbeidsinspectie.
De Arbeidsinspectie heeft de informatie/vragen van Nieuwsuur opgevat als melding.
Dat was voor de Arbeidsinspectie aanleiding om in september 2022 te gaan inspecteren
bij bagageafhandelaars op Schiphol. In de eerdergenoemde rapportage heeft de Arbeidsinspectie
aangegeven dat op grond van die inspecties nog handhavingstrajecten lopen.
Zoals de rapportage toont, lopen er, niet alleen op Schiphol maar in heel Nederland,
op ieder moment in de tijd honderden handhavingstrajecten met werkgevers. Signalen
uit die toezichtspraktijk kunnen aanleiding zijn om wet- en regelgeving of de werkwijze
(ook ten aanzien van prioritering en risicoafweging) van de inspectie aan te passen.
Iedere melding wordt beoordeeld. Niet iedere melding kan of moet aanleiding zijn tot
onderzoek. De Arbeidsinspectie krijgt vele malen meer meldingen dan kunnen worden
opgepakt. De meldingen worden daarom na beoordeling door de Arbeidsinspectie geprioriteerd.
Daarbij wordt dan onderscheid gemaakt tussen zware overtredingen en niet zware overtredingen.
Zware overtredingen krijgen altijd een opvolging. Niet zware overtredingen krijgen
opvolging afhankelijk van de ernst van de situatie; zie tevens het antwoord bij vraag
8. Meldingen van onder andere vakbonden en personeelsvertegenwoordigingen krijgen
altijd opvolging op grond van bepalingen in de Arbeidsomstandighedenwet. Meldingen
die niet op het terrein van de inspectie liggen, geleidt de Arbeidsinspectie door
naar de verantwoordelijke instantie (bijvoorbeeld gemeenten, andere diensten).
In haar rapportage geeft de inspectie aan welke lessen ze trekt ten aanzien van dat
proces, om zich te kunnen blijven verbeteren. Ik ga met de Arbeidsinspectie nader
in gesprek over hoe de werkwijze verder verbeterd en transparanter kan worden. Ik
zal daarbij ook betrekken welke gevolgen deze lessen hebben op het afwegingskader,
ook in relatie tot de positie van de individuele melder, waaronder (oud) medewerkers.
De Arbeidsinspectie heeft in haar Meerjarenplan 2023–2026 aangekondigd ondermeer een
nieuw programma trends en ontwikkelingen op te richten, waarmee snel kan worden geacteerd
op nieuwe ontwikkelingen. Zie tevens antwoord 8.
Vraag 7
Bent u het eens dat het onwenselijk is dat meldingen niet worden geregistreerd binnen
de Arbeidsinspectie waardoor een stapeling van meldingen niet zichtbaar wordt? Deelt
u de opvatting dat een dergelijk registratiesysteem wenselijk is en dat het zaak is
dat dit zo snel mogelijk ontwikkeld wordt?
Antwoord 7
Ik ga nader met de Arbeidsinspectie in gesprek over hoe de werkwijze, waaronder de
meldingssystematiek, verder kan worden verbeterd. Ik vind het van groot belang dat
van misstanden op een laagdrempelige manier melding kan worden gedaan en deze meldingen
zo worden verwerkt, dat op een effectieve manier kan worden opgetreden. Daarbij wordt
ook gekeken naar de positie van de individuele melder, waaronder (oud) medewerkers.
Zie tevens het antwoord bij vraag 9.
Meldingen worden door de Arbeidsinspectie altijd geregistreerd en beoordeeld (zie
antwoord op vraag7. De ervaringen die naar aanleiding van Covid zijn opgedaan met de registratie en
de analyse van verbanden, trends en ontwikkelingen over individuele meldingen heen,
zijn mede aanleiding geweest voor de Arbeidsinspectie om in mei 2022 een Directie
Meldingen en Verzoeken in te richten8.
Vraag 8
Kunt u toelichten wat wordt bedoeld met de mededeling van de Arbeidsinspectie dat
«een melding in de toekomst zwaarder wordt gewogen» en hoe verschillende meldingen
nu worden gewogen en op basis van welke afwegingen dit plaatsvindt? Bent u het eens
dat een stapeling van meldingen afkomstig van werknemers van één werkgever ook zwaar
moet worden gewogen?
Antwoord 8
In de rapportage heeft de Arbeidsinspectie toegelicht dat een melding over fysieke
belasting voortaan zwaarder zal worden gewogen als het werkzaamheden aan de «air side»
op Schiphol betreft. In den brede, dus los van Schiphol, kan sinds september 2022
een stapeling van meldingen, afhankelijk van de aard en feitelijke onderbouwing, leiden
tot een zwaardere weging (zie ook vraag9. Het gezamenlijke doel is om een zo effectief mogelijke werkwijze te ontwikkelen,
die recht doet aan de meldingen die worden gedaan en uiteindelijk leidt tot een gezonder
en veiliger werkomgeving.
De Arbeidsinspectie krijgt circa tienduizend meldingen per jaar. Bij de beoordeling
van een melding door de Arbeidsinspectie zijn veel aspecten van belang, zoals: heeft
de melding betrekking op het domein waar de Arbeidsinspectie als toezichthouder is
aangewezen, de zwaarte van de overtreding, de ernst van het risico, de urgentie van
de melding, de positie van de melder en het aantal meldingen bij een werkgever. Het
beoordelen van de stroom meldingen is een trechterproces. Eerst worden de meldingen
er uit gefilterd die geen betrekking hebben op de arbeidsregelgeving en/of arbeidsomstandighedenregelgeving.
De overgebleven meldingen worden vervolgens aan een reviewproces onderworpen, waarbij
bovengenoemde aspecten deel uit maken van de uiteindelijke beoordeling. Waar nodig
wordt aanvullende informatie verzameld of een (inspectie)onderzoek gestart. De keuze
welke opvolging een melding over arbeidsomstandigheden krijgt, wordt ook bepaald door
de vastgelegde beleidsregels.
De analyse over individuele meldingen heen heeft de Arbeidsinspectie versterkt door
in mei 2022 een Directie Meldingen en Verzoeken te vormen. Zie tevens antwoord 9.
De Arbeidsinspectie is bereid uw Kamer een (besloten) technische briefing over het
meldingenproces en de afwegingen daarbinnen te geven.
Vraag 9
Welke maatregelen gaat u treffen zodat in de toekomst de juiste informatie door de
Arbeidsinspectie wordt verstrekt aan de Tweede Kamer, zodat dit niet pas naar boven
komt doordat gedreven journalisten onderzoekswerk verrichten?
Antwoord 9
Ik was graag eerder door de Arbeidsinspectie geïnformeerd over de zeven specifieke
meldingen die direct of zijdelings te maken hadden met fysieke belasting en die door
de Arbeidsinspectie als «niet relevant» zijn beoordeeld. Ook had ik, vanuit mijn intentie
om de Tweede Kamer juist en volledig te informeren, dit graag eerder aan uw Kamer
willen melden. Ik vind het zondermeer vervelend dat dit nu niet is gebeurd.
Zoals ik in mijn brief bij de rapportage heb aangegeven ga ik, mede naar aanleiding
van de onderhavige kwestie, met de Arbeidsinspectie nader in gesprek over hoe de werkwijze
verder verbeterd en transparanter kan worden. Daarbij betrek ik ook de verbeteringen
in het meldingenproces.
Daarnaast loopt er binnen de Arbeidsinspectie al een aantal initiatieven. In het Meerjarenplan
2023–202610 heeft de Arbeidsinspectie aangegeven met welke verbeteringen zij aan de slag is.
Dit zijn onder andere:
• Meld- en informatiecentrum: Alle meldingen, klachten en signalen komen sinds mei 2022
centraal binnen bij het Meld- en informatiecentrum (MIC). Het MIC is verstevigd en
alle meldingen, klachten en signalen komen nu op deze centrale plek binnen. Hierdoor
kunnen meldingen en signalen sneller en efficiënter worden beoordeeld en behandeld.
Daarnaast biedt deze werkwijze meer mogelijkheden om patronen in meldingen te herkennen,
waaronder stapeling van meldingen. In het Meerjarenplan (MJP) wordt hierop ingegaan.
• Eenvoudiger melden bij de Arbeidsinspectie: Meldingen zijn voor de Arbeidsinspectie
een belangrijke informatiebron. Om deze reden is het van belang dat meldingen nog
eenvoudiger en laagdrempeliger gedaan kunnen worden. Vanaf januari 2023 is het meldingenportaal
op de website van de Nederlandse Arbeidsinspectie vernieuwd waardoor burgers, werknemers
en werkgevers eenvoudiger kunnen melden.
• Bedrijfsartsen: De huidige contacten met de beroepsvereniging bedrijfsartsen gaan
vooral over blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Naar aanleiding van de casus Schiphol
zal de Arbeidsinspectie de contacten met de beroepsvereniging bedrijfsartsen verbreden
en het voor hen makkelijker maken om misstanden breder te melden en de Arbeidsinspectie
te raadplegen en te betrekken.11 Zie ook pagina 14 van het MJP.
• Analyse: De informatie uit alle meldingen helpt bij verbetering van de risicoanalyses
en aanscherping van het actieve toezicht. Analyse kan aanleiding zijn voor signalen
naar beleid, politiek of andere organisaties. Daarom is een intensieve verbinding
tussen de reactieve/responsieve en de actieve werkzaamheden van de Inspectie van belang.
Zie pagina 15 van het MJP.
• Data- en informatiegestuurd werken: De Arbeidsinspectie investeert in verdere versteviging
van haar informatiepositie via de bevordering van hoogwaardige data-analyse en kwalitatieve
verbetering van de vastlegging en het gebruik van data. In het werkproces borgt de
Inspectie ethische, juridische afwegingen en houdt ze rekening met de privacy. Hiermee
levert de Inspectie de inzichten die bijdragen aan de risico-gerichte inzet12.
Ik heb de Arbeidsinspectie gevraagd om u in haar jaarplan 2024 te rapporteren over
de doorgevoerde verbeteringen in de werkwijze.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.