Schriftelijke vragen : Amendering WHO-bepalingen met betrekking tot de International Health Regulations (IHR)
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over amendering WHO-bepalingen met betrekking tot de International Health Regulations (IHR) (ingezonden 24 januari 2023).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de amendering van de International Health Regulations (IHR)
van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en heeft u kennisgenomen van het artikel
«WHO wil mensenrechten en vrijheden schrappen»?1, 2
Vraag 2
Hebt u kennisgenomen van de wijziging in «Article 3 Principles» waarin de zin «The
implementation of these Regulations shall be with full respect for the dignity, human
rights and fundamental freedom of persons» is gewijzigd in «The implementation of
these Regulations shall be based on the principles of equity, inclusivity, coherence,
and in accordance with their common but differentiated responsibilities of the States
Parties, taking into consideration their social and economic development»?
Vraag 3
Weet u wat de reden is van deze specifieke wijziging in dit artikel? Zo ja, kunt de
overwegingen hiervoor delen? Zo nee, kunt nagaan wat de redenen en overwegingen zijn
voor deze specifieke wijziging?
Vraag 4
Welke invloed heeft Nederland (nog) op het doorvoeren van dergelijke wijzigingen in
de IHR? Zijn Nederlandse afgevaardigden betrokken bij de besluitvorming over deze
amenderingen en zo ja, wie, in welke hoedanigheid en op basis van welke bevoegdheden?
Kan Nederland nog bepaalde voorwaarden stellen aan de voorgelegde amenderingen en
zo ja, welke voorwaarden zullen vanuit Nederland gesteld worden? Worden de voorgestelde
amenderingen nog voorgelegd aan het Nederlandse Parlement? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Als deze amendering en de verdere voorstellen voor aanpassing/aanvulling van de IHR
worden aangenomen bij de komende World Health Assembly, betekent dat dan in potentie
dat de waarborging van de grond- en mensenrechten en vrijheden («human rights and fundamental freedom») opzij kan worden geschoven in het geval de WHO een pandemie of een andere «health
emergency of international concern» uitroept? Zo ja, bent u het daarmee eens? Hoe
kunnen de bepalingen van een ondemocratisch gekozen orgaan prevaleren boven de nationale
Grondwet?
Vraag 6
Welke invloed heeft de straks gewijzigde IHR op het toetsen van maatregelen aan proportionaliteit,
subsidiariteit, rechtsstatelijkheid, grondwettelijkheid, etc. volgens artikel 58b
van de Wet publieke gezondheid (Wpg) en in hoeverre verschilt die toetsing bij een
geamendeerd IHR van een toetsing conform het vorige IHR?
Vraag 7
Kunt u in het specifieke geval van de begin 2021 bij de Kamer door drie ministeries
geagendeerde vaccinatieplicht, een thema waarin collectieve rechten (publieke gezondheid)
afgewogen moeten worden tegen individuele rechten (integriteit lichaam), uitgebreid
ingaan op wat er bij zo'n afweging krachtens de nieuwe IHR anders zou zijn ten opzichte
van de vorige IHR, nu de nieuwe IHR in artikel 3 de nadruk op collectieve rechten
legt?
Vraag 8
Wanneer inderdaad sprake zou zijn van een maatregel op basis waarvan werkgevers werknemers
bijvoorbeeld kunnen verplichten om zich te laten vaccineren, welke wegen (behalve
het nemen van ontslag) heeft de werknemer onder de nieuwe IHR-bepalingen dan tot zijn
beschikking om onder die vaccinatie uit te komen?
Vraag 9
Waarom spelen inclusiviteit en gelijkwaardigheid plotseling een grotere rol bij implementeren
van gezondheidsbeleid dan grondrechten en vrijheden? Wat betekent het precies als
beleid daarop gebaseerd wordt? Kunt u met concrete voorbeelden aanduiden wat hiervan
het gevolg is voor het maken van beleid?
Vraag 10
Waar staan equity, inclusivity etc. zoals in artikel 3 IHR (amendering) vermeld objectief
beschreven? Of betreft het hier subjectieve richtlijnen die ruimte bieden voor een
brede interpretatie?
Vraag 11
Indien de voorgelegde amenderingen worden doorgevoerd, wat heeft dit dan voor gevolgen
voor de Nederlandse soevereiniteit op het gebied van gezondheidsbeleid? Is Nederland
te allen tijde verplicht zich te houden aan de aangenomen amenderingen, of mag hier
op nationaal niveau ook vanaf geweken worden? Betekent instemming op de World Health
Assembly dat Nederland gebonden zal zijn aan wat in feite een internationaal verdrag
is, met vergaande implicaties voor de nationale soevereiniteit? Heeft Nederland vetorecht?
Vraag 12
Indien Nederland inderdaad gebonden zal zijn aan een dergelijk internationaal pandemieverdrag,
moet voorafgaand aan de instemming op de World Health Assembly dan geen parlementair
debat plaatsvinden, waarin de regering aangeeft wat de Nederlandse inzet is bij de
onderhandelingen en onder welke voorwaarden Nederland zal instemmen met de wijzigingsvoorstellen?
Vraag 13
Wat betekent het dat de IHR gebaseerd zijn op de sociale en economische ontwikkeling
van de «State Parties»? Kunt u concrete voorbeelden geven van de uitwerking van deze
bepaling in het geval van een internationale gezondheidscrisis?
Vraag 14
In het geval van een (nieuwe) gezondheidscrisis, bent u dan voornemens om de nieuwe
bepaling in de IHR van de WHO boven de rechten en vrijheden van de bevolking volgens
de Grondwet te laten gaan, bij het maken en uitvoeren van beleid in Nederland? Zo
ja, kunt u hiervoor gedetailleerd uw motivatie uiteenzetten?
Vraag 15
Vindt u het geoorloofd dat een ondemocratisch gekozen orgaan zoals de WHO een dusdanige
verregaande invloed krijgt op het Nederlandse gezondheidsbeleid? Zo ja, kunt hiervoor
uw argumentatie geven?
Vraag 16
Hoe reflecteert u op de grote afhankelijkheid van de WHO van grote particuliere investeerders/financiers
met grote (financiële en farmaceutische belangen), die grotendeels aansturen op vaccinaties
als bestrijding van infectiebedreigingen?
Vraag 17
Wat vindt u van het streven van de WHO naar meer surveillance en meer mogelijkheden
tot controle van de gezondheid van burgers, bijvoorbeeld middels vaccinatiepaspoorten,
zoals blijkt uit de voorstellen die nu ter tafel liggen?
Vraag 18
Aangezien de EU door één persoon wordt vertegenwoordigd in de WHO Review Committee
van de IHR, neemt Nederland een eigen positie in of spreekt de EU namens Nederland
bij deze cruciale onderhandelingen, die verstrekkende gevolgen hebben voor het Nederlandse
gezondheidsbeleid?
Indieners
-
Gericht aan
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.