Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de COSAC Voorzittersconferentie, gehouden in Praag, Tsjechië van 13 november tot en met 15 november 2022
22 660 Conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden uit de parlementen van de lidstaten van de EU en van een delegatie uit het Europees Parlement
BM/ Nr. 84 VERSLAG
            
Vastgesteld 20 januari 2023
Van zondag 13 november tot en met maandag 15 november 2022 vond in Praag, Tsjechië,
                  de plenaire conferentie van commissies voor Europese aangelegenheden van de parlementen
                  van de Europese Unie, hierna aangeduid als de plenaire COSAC, plaats. Naast de genoemde
                  delegaties namen ook delegaties van de nationale parlementen van de kandidaat-lidstaten
                  van de Europese Unie deel als waarnemer, evenals delegaties van de Raad van de Europese
                  Unie en van de Europese Commissie.
               
De Nederlandse delegatie naar deze conferentie bestond uit Ria Oomen-Ruijten (CDA), voorzitter van de commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, en Jeroen
                  van Wijngaarden (VVD), lid van de commissie Europese Zaken van de Tweede Kamer. De ambtelijke ondersteuning
                  bestond uit Van den Driessche, Den Hartog (beiden Eerste Kamer) en Timmer, Poulino
                  (beiden Tweede Kamer).
               
De delegatie brengt als volgt verslag uit1:
1. En marge van de conferentie
Voorafgaand aan de conferentie heeft de delegatie op maandag 14 november 2022 een
                  technische briefing gekregen, verzorgd door Daan Huisinga, Nederlands Ambassadeur
                  te Tsjechië. Met name is gesproken over het politieke en economische landschap in
                  Tsjechië, de relaties met Nederland en het Tsjechische EU-Voorzitterschap, mede ook
                  in het licht van de oorlog in Oekraïne en de gevolgen daarvan.
               
2. Plenaire COSAC
De conferentie werd geopend door Markéta Pekarová Adamová, Voorzitter van de Tsjechische
                  Kamer van volksvertegenwoordigers. Mevrouw Adamová stelde de oorlog in Oekraïne centraal
                  in haar toespraak en prees daarbij de snelle reactie van de Europese Unie in het uitvaardigen
                  van een sanctiepakket tegen Rusland. Ze herinnerde eraan dat financiële en militaire
                  hulp aan Oekraïne noodzakelijk is, en met name ook hulp bij wederopbouw van het land.
                  Verder verwelkomde zij het toekennen door de EU van de status van kandidaat-lidmaatschap
                  van Oekraïne en Moldavië. Tot slot ging ze in op de unanimiteitsregel bij besluitvorming
                  in het buitenlandbeleid van de Europese Unie en op de strategische autonomie van de
                  Europese Unie.
               
De dagvoorzitters Ondřej Benešík, commissievoorzitter Europese Zaken van de Tsjechische
                     Kamer van volksvertegenwoordigers, en David Smoljak, commissielid Europese Zaken van
                     de Tsjechische Senaat, verwelkomde de delegaties.
                  
De heer Benešík vervolgde met de procedurele zaken, waaronder een verwijzing naar
                     de ingekomen brieven en de door de Troika vastgesteld conceptconclusies en -contributies.
                     Hij keek ook terug op het werkbezoek dat een aantal commissievoorzitters van nationale
                     parlementen en de Vicevoorzitter van het Europees Parlement hadden gebracht aan Kiev
                     in Oekraïne op 30 september jl. Het permanent lid van het COSAC-secretariaat, Bruno
                     Dias Pinheiro, presenteerde tot slot het 38ste halfjaarlijks COSAC-rapport dat inging op de thema’s 1. Conferentie over de Toekomst
                     van Europa; 2. De voorstellen van de COSAC werkgroepen; 3. De EU en Oekraïne, Moldavië
                     en Georgië.
                  
Na de vaststelling van de agenda en de procedurele zaken volgde een videoboodschap
                     van de Voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, waarin zij sprak
                     over steun aan Oekraïne, de gevolgen van de oorlog op de energievoorziening in Europa
                     en het blijven uitdragen van de rechtsstaatprincipes door de Europese Unie.
                  
3. Sessies
1) het Tsjechische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie
De eerste sessie werd gewijd aan het Tsjechische voorzitterschap van de Europese Unie
                     en werd ingeleid door de Tsjechische Minister van Europese Zaken, Mikuláš Bek. Minister
                     Bek begon met de boodschap dat hulp aan Oekraïne centraal staat tijdens het Voorzittterschap,
                     alsook het sanctioneren van Rusland. Ook de sterk gestegen energieprijzen is een uitdaging
                     van de voorbije en komende maanden. Tot slot noemde hij ook de digitale transitie,
                     mediavrijheid en Fit-for-55 als kerntaken van de EU onder het Tsjechische EU-Voorzitterschap.
                  
In het debat dat volgde spraken vele delegaties hun steun uit voor Oekraïne. Ook het
                     uitbreidingsproces ten aanzien van de Westelijke Balkan en ten aanzien Oekraïne en
                     Moldavië kwam meermaals aan de orde. Verder werd nadruk gelegd op de uitkomsten van
                     de Conferentie over de toekomst van Europa, het belang van energieonafhankelijkheid
                     van de EU en andere door Minister Bek genoemde prioriteiten onder het Tsjechische
                     Voorzitterschap.
                  
2) De toekomst van de EU
De Vicevoorzitter van het Europees Parlement, Othmar Karas, opende deze sessie met
                  aandacht voor de problemen waar de EU mee kampt. De bevolking maakt zich, volgens
                  Karas, terecht zorgen om de oorlog in Oekraïne, inflatie, de pandemie en de klimaatcrisis.
                  Daarnaast sprak hij over een vertrouwenscrisis tussen burgers, politiek en media.
                  Jonge Europeanen willen oplossingen voor de klimaatcrisis en willen een sterkere democratie.
                  Europa moet volgens de heer Karas verder naar elkaar toe groeien en sterker worden
                  om de problemen het hoofd te kunnen bieden. De EU moet democratischer, efficiënter,
                  globaler en groener zijn en de rechtsstaat aan het hart drukken. De Conferentie over
                  de Toekomst van Europa heeft tot een indrukwekkend resultaat geleid: 49 aanbevelingen
                  en 326 specifieke voorstellen door burgers. Het is volgens hem de hoogste tijd dat
                  de Raad mogelijkheden schept voor een Verdragswijziging zodat de resultaten van de
                  Conferentie geïmplementeerd kunnen worden.
               
Ook vicevoorzitter Jourová van de Europese Commissie, verantwoordelijk voor waarden
                  en transparantie, gaf aan onder de indruk te zijn van de prestatie van de burgers
                  tijdens de Conferentie over de Toekomst van Europa. 43 van de 51 voorstellen in het
                  Werkprogramma van de Europese Commissie komen direct voort uit de aanbevelingen van
                  de burgers. Deze zullen besproken worden tijdens de follow-up/feedback bijeenkomst van de Conferentie, die op 2 december plaatsvindt met de burgers die
                  deelgenomen hebben. Als hoeder van de Verdragen zal de Europese Commissie ervoor blijven
                  waken dat de beste voorwaarden geschapen worden voor een veilig, modern, schoon, welvarend,
                  krachtig en vrij Europa van de toekomst, aldus Jourová.
               
Tijdens het daaropvolgende debat gaven de aanwezige Europarlementariërs en ook enkele
                  sprekers uit nationale parlementen aan dat Verdragswijziging nodig is en dat hiertoe
                  een Conventie opgestart zou moeten worden. Anderen gaven aan geen heil te zien in
                  Verdragswijziging. Verschillenden benadrukten daarnaast het belang van meerderheidsbesluitvorming
                  in plaats van besluitvorming op basis van unanimiteit. Het lid Van Wijngaarden stelde dat het niet nodig is om het Verdrag te wijzigen omdat men gebruik kan maken
                  van een snellere procedure, namelijk de passerelle clausule. Daarnaast meldde hij
                  teleurgesteld te zijn dat de Europese Commissie migratie niet noemde als belangrijke
                  uitdaging.
               
3) Strategische autonomie van de EU
Maroš Sefčovič, Eurocommissaris voor interinstitutionele relaties en Václav Bartuška,
                  ambassadeur voor energiezekerheid van Tsjechië leidden de derde sessie in. De heer
                  Sefčovič benadrukte dat Europa moet optreden tegen de stijgende energieprijzen, vooral
                  om verplaatsing of deïndustrialisering van het continent te voorkomen. Hiervoor kondigde
                  hij de volgende drie prioriteiten aan: 1) de versnelling van de groene transitie 2)
                  meer energiebesparing en 3) efficiëntie en diversificatie van de energiebronnen. De
                  heer Bartuška gaf aan dat voor het begin van de Russische invasie in Oekraïne 40%
                  van de invoer van energiematerialen van Russische oorsprong was en dat deze invoer
                  is teruggebracht tot bijna nul. Hij zei echter dat de Europese Unie haar energie moet
                  blijven importeren en daarvoor maar een aantal betrouwbare partners heeft. Hij gaf
                  aan dat Europa een model voor de wereld wilde zijn wat betreft het afzien van fossiele
                  brandstoffen, maar dat door energieafhankelijkheid van andere niet EU-landen het niet
                  langer alleen de richtsnoeren en de belangrijkste richtingen op energiegebied kan
                  bepalen. Tijdens het debat werd door veel sprekers de noodzaak voor een strategische
                  energie-autonomie benadrukt.
               
In haar bijdrage stelde het lid Oomen-Ruijten aan de orde dat de oorlog in Oekraïne de lidstaten heeft gedwongen om meer na te
                  denken over onze Europese strategische onafhankelijkheid. Volgens Oomen kan dit niet
                  enkel bij woorden blijven, maar moeten ook maatregelen worden getroffen om die autonomie
                  te bewerkstelligen, waaronder het snel implementeren van het EU-strategisch kompas
                  en het uitvoeren van de Europese beginselen van handelsbeleid.
               
4) Stand van zaken, wederopbouw en migratie in Oekraïne
De sessie werd geopend door Lucie Potůčková, ondervoorzitter van de Commissie Europese
                  Zaken van de Tsjechische Kamer van volksvertegenwoordigers. Zij gaf aan het cruciaal
                  te vinden dat alle tijdens het oorlogsconflict gepleegde misdaden worden onderzocht
                  en bestraft. Tomáš Pojar, adviseur van de premier van Tsjechië voor Veiligheids- en
                  Buitenlandse Zaken, en Ivanna Klympush-Tsintsadze, voorzitter van de commissie voor
                  de integratie van Oekraïne in de EU van het Oekraïense parlement gaven een keynote speech. De heer Pojar benadrukte dat grensverschuivingen tussen Rusland en Europa van beide
                  kanten voorgoed moeten stoppen en de EU Oekraïne moet helpen op politiek, economisch
                  en militair gebied. Vervolgens spoorde hij de EU aan om te zorgen voor een veilige
                  en stabiele energievoorziening op lange termijn, zodat EU-landen in de toekomst minder
                  kwetsbaar zijn wat betreft energieafhankelijkheid. Tot slot pleitte hij voor meer
                  samenwerking tussen de EU en de VS op het gebied van steun en veiligheid aan Oekraïne
                  en benadrukte dat de EU zonder de VS niet in staat is zichzelf te verdedigen. Mevrouw
                  Klympush-Tsintsadze gaf het belang aan van de erkenning van het huidige Russische
                  leiderschap als een terroristisch regime door nationale parlementen. Zij pleitte ervoor
                  om Oekraïne te blijven steunen en ervoor te zorgen dat Rusland geen verdere terreuraanslagen
                  kan plegen in Oekraïne of elders. Zij ging vervolgens in op de omvang van de verwoesting
                  in Oekraïne, waardoor mede het Oekraïense BBP met 30% zou kunnen dalen. Daarom is
                  het land volgens haar naast militaire steun ook afhankelijk van economische en financiële
                  steun. In dit verband vermeldde zij dat de Oekraïense regering een fonds voor snel
                  herstel gaat oprichten, dat kan worden bestuurd door een raad van toezicht met maximaal
                  75% vertegenwoordigers van internationale donateurs. Zij moedigde alle aanwezige landen
                  aan om hieraan deel te nemen. In het debat werd met name steun voor Oekraïne uitgesproken
                  en de Russische agressie veroordeeld.
               
In zijn bijdrage stelde het lid Van Wijngaarden aan de orde dat Rusland niet moet worden onderschat en dat Israël leveringen van
                  spike anti-tank raketten aan Oekraïne heeft geblokkeerd, die de Oekraïners hard nodig
                  hebben.
               
5) Europees perspectief op de Westelijke Balkan en Oostelijk Partnerschap-landen
Jaroslav Bžoch, voorzitter van de Tsjechische Commissie voor Europese Zaken, leidde
                  het onderwerp in. Hij benadrukte het belang van EU-uitbreiding en de noodzaak om de
                  Westerse Balkan en de Oostelijk Partnerschap-landen te verzekeren dat er geen obstakels
                  zijn om bij de EU te horen, mits er voldaan is aan alle condities. De volgende spreker
                  was Mirek Topolánek, voormalig premier van Tsjechië. De heer Topolánek verwees naar
                  de waarden die aan de basis staan van de EU en de noodzaak deze waarden niet uit het
                  oog te verliezen. Hij blikte terug op het vorige Tsjechische voorzitterschap, en merkte
                  op dat er een aantal dezelfde punten op de agenda staan, namelijk energie-afhankelijkheid,
                  economisch herstel en veerkracht, en het Oostelijk Partnerschap. Daarnaast noemde
                  hij dat de oude lidstaten op zoek zijn naar andere manieren om samen te werken. Tot
                  slot stelde hij dat de enige manier waarop de hedendaagse problemen kunnen worden
                  overwonnen het uitbreiden is van het gebied van de waarden van de EU, namelijk vrijheid,
                  welvaart en vrede. Salvatore de Meo, voorzitter van de commissie Constitutionele Zaken
                  van het Europees Parlement, was de tweede spreker over dit onderwerp. De heer De Meo
                  noemde het belang van het zien van de landen in de Westelijke Balkan als grootste
                  geografische, historische, economische en strategische partners van de EU. Daarnaast
                  noemde hij het gebrek aan significante vooruitgang in de integratie van de Westelijke
                  Balkan en stelde dat het nodig is om opnieuw naar dit proces te kijken. Verder zei
                  De Meo dat alle EU-leiders hun betrokkenheid met de Westelijke Balkan moeten benadrukken
                  tijdens de komende Westelijke Balkan Top. Hij sloot af door de huidige situatie als
                  uniek te bestempelen en waarschuwde dat als de EU er niet in slaagt om het geopolitieke
                  gat te dichten, andere landen hun invloed op ons continent zullen uitbreiden. In het
                  daaropvolgende debat werd door een groot aantal sprekers verwelkomt dat EU-uitbreiding
                  weer hoog op de agenda staat van de EU. Verschillende sprekers onderstreepten het
                  belang van politieke steun, met name van lidstaten.
               
In zijn bijdrage stelde het lid Van Wijngaarden dat de EU landen moet aanmoedigen zich bij de EU te voegen, maar dat het duidelijk
                  moet zijn dat er alleen uitbreiding kan zijn wanneer er sprake is van een opstelling
                  die in lijn is met die van de EU.
               
COSAC-voorzittersbijeenkomst: conclusies en contributies
In de bijeenkomst van de commissievoorzitters werden de ontwerpcontributies en -conclusies
                     besproken, evenals de door delegaties ingediende amendementen op de ontwerpteksten.
                  
De Eerste Kamerdelegatie had een amendement ingediend bij een paragraaf waarin de
                     Europese Politieke Gemeenschap werd verwelkomd. Het amendement verduidelijkte dat
                     de Europese Politieke Gemeenschap niet de bevoegdheden van bestaande regionale organisaties
                     in Europa, met name ook de Raad van Europa, mag overvleugelen. Met positief advies
                     van het COSAC-voorzitterschap werd dit amendement door de delegatieleiders aangenomen.
                  
De Tweede Kamerdelegatie heeft een aantal amendementen ingediend, met als voornamelijk
                  doel bepaalde uitspraken in de conclusies en contributies te nuanceren of te verduidelijken.
                  De onderwerpen waarbij de amendementen zijn ingediend betreffen de steun aan het parlement
                  van Oekraïne en het proces van EU-integratie van de Westelijke Balkan. Delen van deze
                  amendementen zijn aangenomen en verwerkt in de uiteindelijke tekst.
               
Vaststelling van de contributies en conclusies van de LXII COSAC
De ontwerpcontributies en-conclusies, zoals besproken door de vergadering van de COSAC-commissievoorzitters
                  op maandag 14 november 2022, werden bij consensus door de plenaire vergadering aangenomen.
                  Daarmee werd de plenaire vergadering gesloten.
               
Namens de delegatie,
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Eerste Kamer, Oomen-Ruijten
Lid van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer, Van Wijngaarden
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
J. van Wijngaarden, Tweede Kamerlid