Schriftelijke vragen : Het actualiseren van de efficiënte CO2-prijs uit de WLO studies en de MKBA oliewinning Schoonebeek
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Infrastructuur en Waterstaat over het actualiseren van de efficiënte CO2-prijs uit de WLO studies en de MKBA oliewinning Schoonebeek (ingezonden 18 januari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de Welvaart en Leefomgeving (WLO)-studie uit 2015, uitgevoerd door
het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB)?
Vraag 2
Hoe apprecieert u in het hedendaagse perspectief de WLO-laag en WLO-hoog scenario
(en in het bijzonder de bijbehorende efficiënte CO2-prijzen), gezien de ontwikkelingen rondom klimaatbeleid sinds 2015? Kunt u toelichten
hoe de tweegradenvariant zich verhoudt tot deze twee WLO-scenario’s?
Vraag 3
Hoe ziet u de vertraging die de nieuwe WLO-studie (die in 2021 zou uitkomen) heeft
opgelopen? Kunt u toelichten waarom het PBL en CPB drie extra jaren nodig hebben om
deze studie te voltooien? Hoe ziet u de tijdspanne die nodig blijkt voor een geactualiseerde
WLO-studie? Waaruit bestaan de voorbereidende werkzaamheden precies, die maken dat
de planbureaus pas in 2024 kunnen komen tot een herziening?
Vraag 4
Klopt het dat het model (MERGE), dat voor de WLO-studie is gebruikt om efficiënte
CO2-prijzen af te leiden, een open-source model is en dat deze dus ook voor anderen raadpleegbaar
is dan PBL en CPB? Waarom verkiest u drie jaar aan vertraging boven het vragen van
een andere partij om de WLO-studie en/of de efficiënte CO2-prijzen te actualiseren? Zou een versnelde actualisatie van de WLO-studie en/of de
efficiënte CO2-prijzen door een andere partij als tussenoplossing kunnen fungeren?
Vraag 5
Klopt het dat de Werkgroep Discontovoet in 2015 adviseerde om bij de doorrekening
van maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA's) de uitkomsten af te zetten tegen
het Lage en Hoge WLO-scenario, maar (in de hoofdvariant) niet tegen tweegradenvariant,
die het meest realistische scenario vormt? Klopt het dat dit advies niet is herzien
in de Werkgroep Discontovoet 2020? Zo ja, wat waren de overwegingen hierbij? Hoe apprecieert
u dit in het licht van de aangenomen Europese Klimaatwet die uitgaat van klimaatneutraliteit
in 2050 voor de hele Europese Unie (EU)?
Vraag 6
Klopt het dat het tweegradenscenario vooral wordt toegepast bij klimaatgerelateerde
projecten, zoals PBL en CPB adviseerden bij de publicatie van de WLO 2015 in het kader
van gevoeligheidsanalyses? Zo ja, op basis van welke overwegingen wordt ervoor gekozen
om wél te werken met het tweegradenscenario en de bijpassende CO2-prijs en niet met de WLO-laag en WLO-hoog? Kunt u hier voorbeelden van noemen? Hoe
vaak wordt dit daadwerkelijk gedaan en op welke manier wordt dan gevolg gegeven aan
het gebruik van een berekening met het tweegradenscenario?
Vraag 7
Welke redenen worden ervoor aangedragen om slechts bij klimaatgerelateerde projecten
de MKBA uit te voeren met het tweegradenscenario en niet bij overige projecten? Waarom
wordt er op die manier bij projecten onderscheid gemaakt tussen een berekening met
ofwel verouderde of recentere klimaatdoelen?
Vraag 8
Wat is de reden dat er geen anderhalvegradenscenario bestaat voor de MKBA’s met een
bijpassende CO2-prijs? Welke mogelijkheden ziet u om bij de herziening van de WLO-studie tevens een
anderhalvegradenvariant met bijbehorende CO2-prijs te ontwikkelen teneinde een realistische afweging te kunnen maken met inachtneming
van het streven naar een klimaatneutraal Europa in 2050?
Vraag 9
Wat is het nut van een MKBA op basis van WLO-scenario’s uit 2015, die nog uitgaan
van maximaal 65% CO2-reductie in 2050?
Vraag 10
Is het tot aan de actualisatie van de WLO-studie mogelijk om via een aanvulling op
het advies van de Werkgroep Discontovoet uit 2020 voor te schrijven dat bij een MKBA
slechts de tweegradenvariant doorgerekend wordt in plaats van het WLO-hoog en WLO-laag
scenario? Zou u dit wenselijk vinden en waarom wel/niet?
Vraag 11
Klopt het dat bij de efficiënte CO2-prijzen in WLO-hoog en WLO-laag bij een MKBA rekening wordt gehouden met het mondiale
klimaatbeleid? Betekent dit dat elke inspanning die Nederland levert die sneller gaat
dan de mondiale reductie een negatief batensaldo oplevert in een MKBA? Welke invloed
heeft deze mondiale maatstaf op de uitkomsten van de MKBA’s, in vergelijking met als
de nationale of EU-doelstellingen voor klimaat zouden worden gebruikt?
Vraag 12
Deelt u de opvatting dat het gebruik van de mondiale CO2-reductie als maatstaf onwenselijk is? In het bijzonder gezien de voortrekkersrol
die Nederland, maar ook de EU, wil vervullen in het mondiale klimaatbeleid?
Vraag 13
Welke mogelijkheden ziet u om de MKBA’s te berekenen met inachtneming van de nationale
of in ieder geval Europese klimaatambities?
Vraag 14
Hoe apprecieert u de MKBA oliewinning Schoonebeek en de welvaartseffecten die voor
de verschillende beleidsalternatieven zijn uitgewerkt?
Vraag 15
Hoe apprecieert u het gegeven dat in het eindsaldo van de MKBA in tabel 1, de alternatieven
alleen afgezet zijn tegen het WLO-laag en het WLO-hoog scenario, en niet tegen de
tweegradenvariant?
Vraag 16
Hoe apprecieert u de resultaten van de gemonetariseerde klimaateffecten in tabel 13,
in het bijzonder de resultaten van het WLO-tweegradenprijspad?
Vraag 17
Klopt het dat in het tweegradenprijspad in tabel 13 voor het stopalternatief (waarbij
oliewinning in Schoonebeek wordt afgebroken) de positieve klimaateffecten relatief
laag zijn, omdat wordt uitgegaan dat deze oliewinning zich dan verplaatst naar een
andere plek in de wereld?
Vraag 18
Wordt hierbij rekening gehouden met de Europese klimaatambitie om vóór 2030 55% CO2-reductie te bewerkstelligen (Fit-for-55) en voor 2050 klimaatneutraal te zijn? Zo
niet, wat zou volgens u in theorie het effect zijn op de resultaten van het WLO-tweegradenprijspad,
als uitgegaan wordt van 55% CO2-reductie in de EU, ongeacht het mondiale klimaatbeleid?
Vraag 19
Verwacht u dat een scenario waarin in 2050 65% CO2-reductie behaald wordt (WLO-hoog scenario) dezelfde olieprijs zal bestaan als in
een scenario van 80–95% CO2-reductie in 2050? Als u dat niet verwacht: waarom wijzigt in de tweegradenvariant
de olieprijs dan niet?
Vraag 20
Kunt u elk van deze vragen afzonderlijk beantwoorden en aan de Kamer toezenden vóór
1 februari 2023, gezien op deze datum de behandeling van de MKBA Schoonebeek op de
parlementaire agenda staat?
Indieners
-
Gericht aan
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Suzanne Kröger, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.