Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Jasper van Dijk over de documentaire 'Het laatste woord' en de straf die Jurriën in erbarmelijke omstandigheden uitzit in Tunesië
Vragen van de leden Van Nispen en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Buitenlandse Zaken over de documentaire «Het laatste woord» en de straf die Jurriën in erbarmelijke omstandigheden uitzit in Tunesië (ingezonden 14 december 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 17 januari 2023).
Vraag 1
Bent u bekend met de documentaire «Het laatste woord», waarin wordt ingegaan op de
casus van Jurriën die in Tunesië is veroordeeld tot een celstraf van 20 jaar?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie hierop?
Antwoord 2
De schrijnende situatie van Jurriën is het Ministerie van Buitenlandse Zaken terdege
bekend en heeft onze onverminderde aandacht. Jurriën heeft bij aanvang van zijn detentie
een beroep gedaan op consulaire bijstand. Hij is afgelopen jaren zeer regelmatig bezocht,
meerdere gratieverzoeken zijn ondersteund en er is uitvoerig contact met zijn familie.
Vraag 3
Heeft u kennisgenomen van de serieuze twijfels die zijn gerezen over het daderschap
van Jurriën en de juistheid van de veroordeling, zoals in de documentaire verwoord?
Antwoord 3
Deze aspecten vragen een strafrechtelijke en inhoudelijke beoordeling. De Nederlandse
overheid verleent consulaire bijstand, maar kan geen invloed uitoefenen op de rechtsgang
in een ander land of een buitenlands strafproces inhoudelijk beoordelen. Net zoals
andere landen geen invloed op de rechtsgang in Nederland kunnen uitoefenen. Het is
aan de gedetineerde en zijn advocaat de aspecten ten aanzien van de rechtsgang en
rechtsmiddelen aan de orde te stellen en aan de rechter hierover vervolgens te beslissen.
Vraag 4
Heeft u eveneens kennisgenomen van de erbarmelijke omstandigheden zoals een gebrek
aan eten en de koude temperatuur van de detentielocatie, die ervoor zorgen dat Jurriën
gezondheidsproblemen heeft?
Antwoord 4
De detentieomstandigheden in alle Tunesische gevangenissen zijn zwaar. Deze detentieomstandigheden
zijn de belangrijkste reden dat Tunesië in het kader van consulaire bijstand aan gedetineerden
door het Ministerie van Buitenlandse Zaken is aangemerkt als zogenoemd zorgland. De
elementen van de begeleiding van Nederlandse gedetineerden in een zorgland staan in
de Staat van het Consulaire van 7 december 20182.
De Nederlandse ambassade in Tunis heeft meerdere malen de gezondheidssituatie van
Jurriën bij de Tunesische autoriteiten onder de aandacht gebracht. Als gevolg daarvan
heeft recent een medisch onderzoek in een extern ziekenhuis plaatsgevonden. Omwille
van persoonsgegevensbescherming kan ik over de aard van de onderzoeken geen nadere
mededelingen doen.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat deze detentielocatie waar Jurriën zijn straf uitzit wordt omschreven
als onbegaanbaar voor buitenstaanders zoals zijn familie en journalisten?
Antwoord 5
In de meeste landen, zo ook in Tunesië, is vooraf toestemming nodig voor bezoeken.
Op één na zijn alle bezoekaanvragen vanuit de ambassade voor Jurriën door Tunesië
gehonoreerd. De detentieomstandigheden in alle Tunesische gevangenissen zijn zwaar.
De gevangenis waarin hij verblijft behoort echter niet tot de slechtsten van het land.
De bezoekduur die betrokkene wordt toegestaan is gemiddeld langer dan regel is in
deze gevangenis. Ook heeft hij als uitzondering op de algemene regel bezoek mogen
ontvangen in een separate ruimte zonder glasafscheiding.
Vraag 6
Op welke vorm of mate van consulaire bijstand of hulp vanuit Buitenlandse Zaken mogen
Nederlanders die zijn aangemerkt als verdachten in landen buiten de Europese Unie
rekenen?
Antwoord 6
In de zogenoemde zorglanden, waartoe ook Tunesië wordt gerekend, biedt het Ministerie
van Buitenlandse Zaken vanwege de detentieomstandigheden uitgebreidere consulaire
bijstand dan in andere landen met adequatere omstandigheden. De Staat van het Consulaire
van 7 december 20183 beschrijft de elementen van consulaire bijstand in zorglanden en niet-zorglanden.
Vraag 7
In welke vorm of mate is sprake geweest van consulaire bijstand of hulp vanuit Buitenlandse
Zaken in deze zaak? Hoe vaak is Jurriën bezocht door medewerkers van de Nederlandse
ambassade?
Antwoord 7
Jurriën ontvangt sinds aanvang van zijn detentie de consulaire bijstand die wordt
geboden in een zorgland. Zie het antwoord op vraag 2, Jurriën is in de afgelopen negen
jaar op initiatief van de Nederlandse ambassade in Tunis 54 keer bezocht.
Vraag 8
Kunt u zich via diplomatieke kanalen richting Tunesië maximaal inspannen voor gratieverlening
in het geval van Jurriën om zijn straf in Nederland te kunnen uitzitten?
Antwoord 8
De Nederlandse ambassade in Tunis heeft het door betrokkene ingediende gratieverzoek
mondeling en schriftelijk meermaals op humanitaire gronden bij de Tunesische autoriteiten
ondersteund. Vanaf 2023 heeft Jurriën de helft van zijn gevangenisstraf uitgezeten.
De kans van slagen van een gratieverzoek wordt daarmee groter, gezien de Tunesische
regel dat gratieverzoeken pas nadat de helft van de straf is uitgezeten door de autoriteiten
in overweging worden genomen.
Nederland en Tunesië hebben geen bilateraal verdrag voor strafoverdracht. Ook is Tunesië
geen partij bij het multilaterale Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen
(VOGP). Voor een strafoverdracht naar Nederland is dat wel vereist (artikel 2 Wots).
Alle verzoeken in Tunesië richten zich derhalve op strafvermindering en/of vrijlating
en niet op strafoverdracht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.