Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Akerboom en Teunissen over het feit dat de mondiale biodiversiteitsdoelen alleen te behalen zijn door het hervormen van voedsel- en energiesystemen en een sterke beleidsinzet op natuurherstel en klimaatmitigatie
Vragen van de leden Akerboom en Teunissen (beiden PvdD) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof, voor Klimaat en Energie en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingszaken over het feit dat de mondiale biodiversiteitsdoelen alleen te behalen zijn door het hervormen van voedsel- en energiesystemen en een sterke beleidsinzet op natuurherstel en klimaatmitigatie (ingezonden 30 november 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 13 december
2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Innovatiekracht maatschappij nodig om internationale biodiversiteitsdoelen
te halen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Erkent u de urgentie tot het nemen van concrete acties om de klimaat- en biodiversiteitscrises
te stoppen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe komt dit tot uiting in uw beleid? Tot
wanneer meent u de tijd te hebben om deze verweven crises structureel aan te pakken?
Antwoord 2
In het coalitieakkoord erkent het kabinet dat we voor grote mondiale uitdagingen staan,
waaronder klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. Het kabinet zal zich maximaal
inspannen om ons land en onze planeet leefbaar en bewoonbaar te houden. Dit vraagt
om uiteenlopende acties op tal van terreinen, die in het coalitieakkoord staan gemeld.
Het kabinet erkent dat er geen tijd te verliezen is en dat een gezamenlijke aanpak
vereist is om de klimaat- en biodiversiteitscrisis aan te pakken.
Vraag 3
Erkent u de urgentie van het aanpassen van het Nederlandse beleid op basis van de
conclusies van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) -rapport dat stelt dat de
mondiale biodiversiteitsdoelen alleen te behalen zijn door een «fundamentele verandering»,
zoals het hervormen van voedsel- en energiesystemen en een sterke beleidsinzet op
natuurherstel en klimaatmitigatie? Zo ja, op welke manier en op welke termijn bent
u van plan daar vorm aan te geven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De staat van de biodiversiteit is zorgelijk, zowel mondiaal, in Europa als in Nederland.
Het kabinet onderschrijft de urgentie die het rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving
(PBL) en verschillende andere rapporten uitdragen. Het halen van de mondiale biodiversiteitsdoelen,
welke momenteel worden herzien op de Convention on Biological Diversity (CBD), vergt een maatschappelijke transitie op tal van terreinen richting een natuurinclusieve
samenleving. Zo ook in de landbouw- en energiesector. Maatschappelijke partijen hebben
elk een belangrijke verantwoordelijkheid om deze transitie te realiseren. Het kabinet
spant zich hier maximaal voor in en ondersteunt de Agenda Natuurinclusief om deze
beweging te versterken en te versnellen. Als het nieuwe mondiale biodiversiteitsraamwerk
is vastgesteld, zal het kabinet een nationaal biodiversiteit-actieplan opstellen om
daar uitvoering aan te geven.
Vraag 4
Erkent u de urgentie om op korte termijn specifieke plannen te maken voor het Nederlandse
natuurbeleid, de eiwittransitie en het reduceren van de Nederlandse voetafdruk in
het buitenland op basis van de conclusies van het PBL-rapport? Zo ja, wat gaat u veranderen
op deze gebieden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
In het coalitieakkoord zijn verschillende acties geformuleerd met betrekking tot het
versterken van de Nederlandse natuur. Met betrekking tot de eiwittransitie is uw Kamer
op 2 juni 2022 eerder geïnformeerd over de uitwerking van de Nationale Eiwitstrategie
(Kamerstuk 35 925-XIV, nr. 156). In het kader van het VN-Biodiversiteitsverdrag dient Nederland een nationaal biodiversiteitplan
op te stellen waarin ook nader ingegaan zal worden op mogelijke handelingsopties voor
het reduceren van de Nederlands voetafdruk.
Vraag 5
Onderschrijft u de conclusie van het rapport van PBL over de noodzaak van een vermindering
van de vlees- en zuivelconsumptie en een transitie naar meer plantaardige eiwitten?
Zo ja, bent u van plan uw inzet voor de eiwittransitie te vergroten? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Ja, de conclusie van het rapport van PBL komt overeen met het streven van het kabinet
naar de consumptie van meer plantaardige eiwitten. De inzet op deze transitie is opgenomen
in de Nationale Eiwitstrategie (zie antwoord vraag2. Het kabinet zet stappen in de transitie door een concreet doel te stellen waarbij
de verhouding tussen dierlijke en plantaardige eiwitten in het dieet van consumenten
in 2030 verschuift van 60/40-% naar een balans van 50/50-%.
Vraag 6
Hoe heeft u zich op de COP27 in Egypte ingezet voor biodiversiteit en het veranderen
van het voedselsysteem met een focus op meer plantaardige eiwitten en welke concrete
resultaten zijn daaruit gekomen?
Antwoord 6
Nederland zet zich nationaal en internationaal in voor duurzame en toekomstbestendige
voedselsystemen en biodiversiteit. Een cruciaal onderdeel daarvan is een integrale
benadering waarin, naast de transitie naar meer plantaardige productie, ook dierlijke
productie een eigen plek heeft. Dit is onderdeel van een breder streven om inhoud
te geven aan de eiwittransitie. Op COP27 heeft Nederland deze inzet actief uitgedragen
in zowel de formele onderhandelingen als tijdens informele onderdelen en evenementen
waaraan Nederland tijdens COP27 deelnam. Implementatie en concrete actie vinden daarbuiten
plaats. Hierin vervult ook het landbouwattachénetwerk (LAN) een belangrijke rol. De
recent verschenen Agrospecials over de eiwittransitie en klimaat geven inzicht in
concrete resultaten. Ik verwijs u ook graag door naar de Kamerbrief over de uitkomsten
van COP27.
Vraag 7
Wat zijn de gevolgen voor de inzet van Nederland tijdens de Biodiversiteitstop van
december 2022 in Montreal gezien de conclusies van het rapport van PBL?
Antwoord 7
Het PBL-rapport «Exploring nature-positive pathways» sluit goed aan bij de Europese en Nederlandse onderhandelingsinzet in relatie tot
het Global Biodiversity Framework waarover tijdens de VN-Biodiversiteitstop wordt onderhandeld. Een voorbeeld is de
Nederlandse inzet gericht op de integratie van biodiversiteit in alle maatschappelijke
sectoren en beleid, inclusief de financiële sector. Hiermee worden heldere afspraken
gemaakt over het natuurinclusief maken van beleid en regelgeving.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de socio-economische drukfactoren, zoals schadelijke en/of perverse
fiscale maatregelen, die onderliggend zijn aan biodiversiteitsverlies, aangepakt dienen
te worden? Zo ja, welke concrete maatregelen stelt u voor om dit te bewerkstelligen?
Antwoord 8
Ik deel de overtuiging dat mogelijke schadelijke effecten van investeringen, subsidies
en andere financiele prikkels met betrekking tot biodiversiteit voorkomen moeten worden.
Door te werken aan een natuurinclusieve samenleving worden biodiversiteitsoverwegingen
gemeengoed in maatschappelijke sectoren. Een eerste stap om schadelijke effecten te
voorkomen is deze beter in kaart brengen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO) publiceert binnenkort een conceptrapport over subsidies die mogelijk schadelijk
zijn op het terrein van landbouw, natuur en voedselkwaliteit. De resultaten van dit
onderzoek zullen met uw Kamer worden gedeeld. Binnen verschillende departementen wordt
onderzocht of een soortgelijk onderzoek kan plaatsvinden.
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat biodiversiteitsverlies financiële gevolgen heeft voor de waarde
van beleggingen en voor investeringen? Kunt u drie concrete voorbeelden geven uit
de financiële sector waarin biodiversiteitsrisico’s zich hebben gematerialiseerd?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat biodiversiteitsverlies financiële gevolgen heeft voor de waarde
van beleggingen en voor investeringen? Kunt u drie concrete voorbeelden geven uit
de financiële sector waarin biodiversiteitsrisico’s zich hebben gematerialiseerd?
Vraag 10
Deelt u de mening dat investeringen niet alleen niet schadelijk zouden moeten zijn
voor de biodiversiteit, maar dat er ook geïnvesteerd moet worden in versterking van
de biodiversiteit? Zo nee, betekent dat dan dat u van mening bent dat biodiversiteitsherstel
alleen uit publieke middelen gefinancierd zou moeten worden? Zo ja, wat zou een minimumniveau
van biodiversiteit zijn voor Nederland en indien u dat niet weet, bent u dan bereid
om dit in kaart te brengen?
Antwoord 10
Investeren in biodiversiteit is van groot belang. Iedere geïnvesteerde euro in biodiversiteitsherstel
levert doorgaans een veelvoud aan maatschappelijke waarde op. Dit zou zeker niet alleen
met publieke middelen moeten worden gefinancierd. Private partijen hebben hierin ook
een stevige verantwoordelijkheid. Tevens is het bedrag dat nodig is te hoog om alleen
met publieke middelen te bekostigen. Het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) brengt
met Natuurlijk Kapitaalrekeningen de toestand van ecosystemen in Nederland in beeld.
In Nederland wordt niet gestuurd op een minimumniveau, maar er wordt gewerkt aan biodiversiteitsherstel.
Ik heb Uw Kamer 25 november jl. geïnformeerd over voortgang van het Nationaal Programma
Landelijk Gebied waarin de aanpak van de grote opgaven voor klimaat, water, stikstofreductie
en natuur worden geschetst (Kamerstuk 34 682, nr. 105).
Vraag 11
Heeft u inzicht in de omvang van de investeringen die nodig zijn voor biodiversiteitsherstel
in Nederland? Zo ja, hoeveel bedragen die? Zo nee, bent u bereid om dit in kaart te
brengen?
Antwoord 11
Op dit moment loopt een Interdepartementaal Beleidsonderzoek biodiversiteit, dat onder
meer antwoord tracht te geven op die vraag. Het rapport wordt in de tweede helft 2023
verwacht. In het Programma Natuur is al 3 miljard euro gereserveerd voor het herstel
van natuur.
Vraag 12
Deelt u de mening dat er bindende internationale afspraken, regulatie en/of fiscale
maatregelen (bijvoorbeeld (Pigouviaanse) belasting) nodig zijn omtrent de investeringsmogelijkheden
van de financiële sector? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit tijdens de Biodiversiteitstop
van de Verenigde Naties (VN) bewerkstelligen?
Antwoord 12
Ik deel de mening dat mondiale afspraken een belangrijke rol kunnen spelen bij het
faciliteren van investeringen voor biodiversiteit. De afspraken die tijdens de VN-Biodiversiteitstop
gemaakt worden kunnen daar – hoewel deze niet juridisch bindend zijn – een bijdrage
aan leveren.
Vraag 13
Bent u bereid om de noodzaak van investeringen in de biodiversiteit te bepleiten tijdens
de VN-Biodiversiteitstop?
Antwoord 13
Ja, ik ben op de COP aanwezig en spreek op de speciale dag over biodiversiteitsfinanciering
daar over de noodzaak van investeringen uit zowel private als publieke bronnen. Ik
spreek op deze dag ook over het belang van het in lijn brengen van alle publieke en
private financiering met de doelen van het nieuwe Global Biodiversity Framework (GBF).
Nederland draagt op de biodiversiteitstop ook bij met kennis en ervaring aan een 10-punten
plan voor de financiering van biodiversiteit dat is opgesteld met als doel een brede
coalitie van landen te verenigen rondom het belang van financiering voor biodiversiteit.
Vraag 14
Deelt u de mening dat er bindende internationale afspraken, regulatie en/of fiscale
maatregelen (bijvoorbeeld (Pigouviaanse) belasting) nodig zijn om bedrijven te stimuleren
om anders te produceren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit tijdens de VN-Biodiversiteitstop
bewerkstelligen?
Antwoord 14
De Europese en daarmee de Nederlandse onderhandelingsinzet is erop gericht om overheden
aan te sporen zich in te zetten voor regelgeving voor de financiële sector zodat zij
hun impact op, en afhankelijkheid van biodiversiteit in kaart brengen.
Vraag 15
Bent u bereid de Nederlandse inzet voor de Biodiversiteitstop aan te scherpen gezien
de urgentie van het behalen van de biodiversiteitsdoelen voor zowel Nederland vanwege
de stikstofcrisis, maar voornamelijk vanwege het feit dat mensen en het daarbijbehorende
economische systeem niet kunnen bestaan zonder natuur en biodiversiteit?
Antwoord 15
Natuur en biodiversiteit zijn de basis voor een sterke economie en een gezonde leefomgeving.
De Europese en daarmee de Nederlandse onderhandelingsinzet voor de VN-Biodiversiteitstop
is er op gericht om biodiversiteitsverlies zo spoedig mogelijk te stoppen.
Vraag 16
Hoe gaat u er zorg voor dragen dat er meer synergie zit tussen het klimaat- en natuurbeleid
in Nederland, gelet op het gegeven dat maatregelen zoals het hervormen van voedsel-
en energiesystemen ook bijdragen aan het halen van de Parijs-doelen? Welke concrete
maatregelen kunnen synergie stimuleren? Hoe gaat u deze synergie onder de aandacht
brengen tijdens de VN-Biodiversiteitstop?
Antwoord 16
Het kabinet zet zich via verschillende wijzen in om klimaat en biodiversiteit in samenhang
aan te pakken op zowel nationaal als internationaal niveau. Het kabinet werkt op nationaal
niveau bijvoorbeeld aan het vernatten van veenweidegebied om klimaatwinst te boeken
in combinatie met een toekomstbestendige landbouw en meer biodiversiteit. Ook werkt
het kabinet aan natuurlijke klimaatbuffers waarin natuurlijke processen de ruimte
krijgen en daarmee bijdragen aan een klimaatbestendig Nederland voor mens en natuur.
Tijdens de VN-Biodiversiteitstop zal de Minister voor Natuur en Stikstof tijdens een
door PBL georganiseerde ministeriële bijeenkomst het belang van het gezamenlijk aanpakken
van de klimaat- en biodiversiteitscrisis uitdragen. Ook tijdens de onderhandelingen
zal de Nederlandse delegatie het belang van natuurlijke oplossingen voor het tegengaan
van klimaatverandering en het behoud van biodiversiteit steunen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.