Schriftelijke vragen : Decentrale productie van bio-LNG.
Vragen van het lid Bontenbal (CDA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over decentrale productie van bioLNG (ingezonden 8 december 2022).
Vraag 1
Hoe kijkt u naar de groeiende CO2-uitstoot van het langeafstandstransport en de rol van bio-LNG in de verduurzaming
van deze sector?
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de huidige situatie, waarin er door een uitzonderlijk hoge LNG-prijs
in de transportsector wordt teruggeschakeld naar diesel, waardoor verduurzaming van
deze sector sterk wordt afgeremd? Welke mogelijkheden ziet u om deze trend te keren?
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe er in het beleid omtrent bio-LNG rekening wordt gehouden met het
feit dat er bij decentrale productie van bio-LNG ook CO2 wordt afgevangen, dat deze biogene CO2 fossiele CO2 in de industrie vervangt, en een basisgrondstof is voor toekomstige synthetische
brandstoffen?
Vraag 4
Kunt u een beeld schetsen van hoe u in het beleid rondom bio-LNG de voor- en nadelen
van zowel decentrale als centrale productie van bio-LNG tegen elkaar afweegt en daarbij
in ieder geval in te gaan op de volgende punten: de voordelen van decentrale productie
van bio-LNG met betrekking tot de CO2-voetafdruk, alsmede de onzekerheid waar decentrale initiatieven voor de productie
van bio-LNG mee te maken hebben en het gevaar van stilstand, ook bij het uit bedrijf
nemen van warmtekrachtkoppelingen (WKK’s) (en de daarmee gepaard gaande reductie van
stikstofemissies)?
Vraag 5
Welke mogelijkheden ziet u om de voordelen die het decentraal produceren van bio-LNG
heeft, beter te benutten en welke concrete maatregelen neemt u hiervoor?
Indieners
-
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Henri Bontenbal, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.