Schriftelijke vragen : Utrechtse standplaatshouders die hun vertrouwde plaats moeten opgeven vanwege Europese regelgeving
Vragen van het lid Van Haga (Groep van Haga) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over Utrechtse standplaatshouders die hun vertrouwde plaats moeten opgeven vanwege Europese regelgeving (ingezonden 7 december 2022).
Vraag 1
Kent u het artikel «Bloemetje of broodje op vertrouwde plek op straat kopen dat is
straks mogelijk verleden tijd»?1
Vraag 2
Kent u de Europese Dienstenrichtlijn ten gevolgen waarvan circa 90 ondernemers hun
vaste standplaatsen in Utrecht verliezen, standplaatsen die soms al drie generaties
in één familie zitten?
Vraag 3
Vindt u het gerechtvaardigd dat zij nu moeten concurreren met nieuwe ondernemers uit
heel Europa om de plek te bemachtigen waar zij al jarenlang staan en zijn ingebed
in de sociale structuur van de omgeving?
Vraag 4
Wist u dat zij investeringen hebben gedaan omdat zij erop vertrouwden dat dit kon
voortduren, ondanks dat hun in het verleden verleende onbeperkte vergunning was omgezet
in een beperkte? Snapt u dat dit enorme onzekerheid en stress met zich meebrengt?
Vraag 5
Kent u de uitspraken van 15 mei 2012 (ECLI:NL:CBB:2012:BW6630) en van 24 augustus
2012 (ECLI:NL:CBB:2012:BX6540) waarin is besloten dat het bestuursorgaan rekening
moet houden met de vraag of kosten die gemaakt moeten worden in de verleningsperiode
terugverdiend kunnen worden? Is het niet klinkklaar dat de huidige standplaatshouders
juist zo veel meer kans hebben aan dit criterium te voldoen, al jarenlang succesvol
een onderneming hebben gerund op deze plek en een vaste klantenkring hebben? Waarom
moeten zijn dan opnieuw concurreren met nieuwkomers uit heel Europa die vaak geen
binding met de plek hebben?
Vraag 6
Erkent u dat het strijdig is met het rechtszekerheidsbeginsel dat deze ondernemers
die vele investeringen en meerjarige leningen hebben gedaan en nu in hun bestaan bedreigd
worden verkeren in deze toch al moeilijke tijd?
Vraag 7
Bent u het met de stelling van de gemeente Utrecht eens, die zegt niet anders te kunnen
dan Europese regels volgen? Gebeurt dit dus ook in andere plaatsen in Europa en zo
ja, heeft u hier een overzicht van?
Vraag 8
Deelt u de mening dat het Europese economische beleid een perverse uitwerking kan
hebben omdat zij geen rekening houdt met lokale en menselijke factoren?
Vraag 9
Denkt u ook niet dat ook de inwoners van Utrecht dit beleid afkeuren? Bent u bereid
moeite te doen voor onze ondernemers?
Indieners
-
Gericht aan
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Indiener
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.