Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Brekelmans en Van Wijngaarden over de migratieroute via Servië
Vragen van de leden Brekelmans en Van Wijngaarden (beiden VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de migratieroute via Servië (ingezonden 2 november 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid), mede namens Minister
van Buitenlandse Zaken (ontvangen 6 december 2022.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «EU bezorgd over nieuwe migratie via Servië»1 en het bericht «EU does not rule out suspending Servia visa waiver over migration
spike»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Deelt u de zorgen van onder andere Eurocommissaris Johansson over de toegenomen instroom
door deze Servië-route? Deelt u de mening dat Nederland, gezien de asielcrisis, de
opvang van deze nieuwe stroom niet aankan? Deelt u de mening dat, gezien de asielcrisis
in Nederland en de toegenomen asielinstroom in de EU als geheel, het de grootste prioriteit
heeft om de instroom van asielzoekers via de «westelijke Balkanroute» te verminderen?
Antwoord 2 en 3
Het aantal succesvolle en gepoogde irreguliere grensoverschrijdingen vanuit de Westelijke
Balkanroute is in de eerste 9 maanden van 2022 bijna verdrievoudigd ten opzichte van
2021. Het gaat om ruim 100.000 gevallen. Zoals de Staatssecretaris van Justitie en
Veiligheid in zijn brief van 4 november jl.3 heeft aangegeven is de situatie van de asielketen in Nederland zorgelijk. In deze
analyse wordt gebruik gemaakt van de meest recent vastgestelde ramingen (instroom,
productie, capaciteit en uitstroom) voor de asielketen, de zogeheten Meerjaren Productie
Prognose (MPP). Op basis van deze bezettingsraming stelt het COA een capaciteitsbesluit
op, waarmee geraamd wordt hoeveel opvangplekken benodigd zijn. De prognose gebruikt
hiervoor de cijfers, trends en ervaring uit de achterliggende periode en verwachtingen
en scenario’s op basis van onder meer geopolitieke ontwikkelingen, beleidsontwikkelingen
en trends. In deze context deelt het kabinet de zorgen van Eurocommissaris Johansson
over de toegenomen instroom via Servië en ziet de noodzaak om de instroom via de Westelijke
Balkan tegen te gaan.
Vraag 4
Welke maatregelen kunnen er op korte termijn genomen worden om het aantal migranten
dat via de «westelijke Balkanroute» de EU binnenkomt te verminderen?
Antwoord 4
Tijdens de informele lunch van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ) op 13
en 14 oktober 2022 werden recente ontwikkelingen en toegenomen migratiedruk op de
Westelijke Balkan route besproken. Hierover is uw Kamer middels het verslag van de
JBZ-Raad geïnformeerd.4 Tijdens deze bespreking stelde het voorzitterschap een aantal acties voor om deze
migratiebewegingen aan te pakken, zoals de samenwerking met de Westelijke Balkanlanden
op terugkeer en grensbeheer, alsook stappen om het visumbeleid van de betreffende
landen in lijn te brengen met dat van de EU. Het kabinet steunt de geïdentificeerde
acties en benadrukt het belang van diplomatieke outreach naar de landen op de Westelijke
Balkan. Zo stelde Servië recent de visumplicht in voor Burundezen en Tunesiërs na
het bezoek dat Commissaris Schinas recent bracht aan de regio o.a. vanwege de problematiek
met betrekking tot het gebrek aan aansluiting bij het EU-visumbeleid. Na deze diplomatieke
inzet heeft Servië het visumbeleid aangepast. Het kabinet zal de voortgang op deze
toezegging nauwlettend monitoren en op voortgang blijven aandringen. Mocht dit niet
tot de gewenste resultaten leiden dan moeten ook andere instrumenten worden verkend.
Vraag 5
Deelt u de mening dat als er op korte termijn geen vorderingen zijn, er dan gevolgen
moeten zijn voor de afspraken tussen de EU en Servië rond visumvrij reizen?
Antwoord 5
Het is een zorgelijke ontwikkeling dat irreguliere migratie via de Westelijke Balkan
toeneemt mede als gevolg van de afwijkende visumregimes van o.a. Servië. Van kandidaat-lidstaten
zoals Servië verwacht het kabinet dat zij hun visumbeleid harmoniseren met dat van
de EU. Na diplomatieke druk vanuit de EU heeft Servië recent enkele maatregelen aangekondigd
om de aansluiting bij het EU-visumbeleid te verbeteren. Het kabinet verwelkomt de
Servische toezegging, en zal de implementatie van de cruciale aansluiting bij het
Europese visumbeleid nauwlettend volgen en waar nodig op voortgang blijven aandringen.
Het kabinet kijkt daarbij uit naar het rapport over 2021 over het visumopschortingsmechanisme.
Het kabinet zal uw Kamer over dit rapport een appreciatie toesturen.
Vraag 6
Bent u bereid diplomatieke druk dan wel financiële druk uit te oefenen om Servië zijn
visumregime gelijk te trekken met de EU? Zo ja, voor de inzet van welke drukmiddelen
pleit u in de EU? Ziet u hierbij een link met het toetredingsproces van Servië tot
de EU?
Antwoord 6
De EU heeft in de afgelopen weken de diplomatieke druk op Servië reeds opgevoerd.
Dit heeft ertoe geleid dat Servië recentelijk enkele maatregelen heeft aangekondigd
om de aansluiting bij het EU-visumbeleid te verbeteren, zoals geschetst in het antwoord
op vraag 4. Het kabinet verwelkomt de Servische toezegging, zal de implementatie van
de cruciale aansluiting bij het Europese visumbeleid nauwlettend volgen en waar nodig
op voortgang blijven aandringen. Het vraagstuk komt binnenkort terug in de kabinetsappreciatie
van het rapport van 2021 over het visumopschortingsmechanisme.
Bij serieuze terugval op de voorwaarden in toetredingsproces kan de Commissie op ieder
moment voorstellen maatregelen te treffen, op eigen initiatief of op initiatief van
een lidstaat. De Raad kan vervolgens op basis van omgekeerde gekwalificeerde meerderheid
reageren op de situatie. Actie van de Raad kan variëren van het stopzetten van EU-financiering,
met uitzondering van steun aan het maatschappelijk middenveld, tot het heropenen van
gesloten hoofdstukken en het pauzeren of volledig stop zetten van de onderhandelingen.
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u om de grensbewaking op de «westelijke Balkanroute» te intensiveren?
Welke rol kan Nederland hierin spelen?
Antwoord 7
Momenteel verkent de EU verschillende stappen om migratiebewegingen via de Westelijke
Balkan route aan te pakken. De inzet is gericht op het intensiveren van samenwerking
met de Westelijke Balkan landen op terugkeer naar derde landen, het versterken van
de migratie- en asielsystemen en verstevigd grensbeheer in samenwerking met Frontex.
Nederland draagt bij aan deze inzet.
De Raad is 18 november jl. akkoord gegaan met een aanbeveling om onderhandelingen
te starten met Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro over nieuwe statusovereenkomsten
met Frontex. De Commissie zal nu op basis van dit mandaat starten met de onderhandelingen
met deze vier landen. Het doel hiervan is een effectievere inzet van Frontex in Servië
en daarmee betere samenwerking en versteviging ten aanzien van het grensbeheer. De
Raad zal nu deze aanbeveling van de Europese Commissie moeten goedkeuren om de onderhandelingen
te laten starten. Nederland heeft in beginsel een positieve grondhouding ten aanzien
van het voorstel.
Ook heeft de Europese Commissie tijdens de buitengewone JBZ-Raad op 25 november jl.
toegezegd met een actieplan te komen voor de Westelijke Balkanroute. Het verslag van
de JBZ-Raad wordt uw Kamer spoedig toegezonden. Ten slotte zal er waarschijnlijk aandacht
zijn voor dit onderwerp tijdens de Westelijke Balkantop van 6 december.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.