Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Formele Raad WSBVC 8 december 2022 (Kamerstuk 21501-31-690)
2022D51171 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties
de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over de op 25 november 2022 ontvangen Geannoteerde Agenda
Formele Raad WSBVC op 8 december 2022 (Kamerstuk 21 501-31, nr. 690).
De voorzitter van de commissie, Kuzu
De adjunct-griffier van de commissie, Meester-Schaap
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
II Antwoord/Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken die
geagendeerd staan voor de Formele Raad voor Werkgelegenheid en Sociaal Beleid (WSB)
van 8 december 2022. Hierover hebben deze leden enkele vragen.
Algemene Oriëntatie t.a.v. het Europese Unie(EU)-voorstel Richtlijn verbetering van
Arbeidsvoorwaarden bij Platformwerk
De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat wordt bedoeld met een algemeen in te
roepen rechtsvermoeden zonder enige criteria zoals voorgesteld door de rapporteur.
Hoe beoordeelt de Minister deze inzet? Deelt de Minister dat het zonder enige waarborgen
omgeven rechtsvermoeden geen proportionele maatregel is?
Daarnaast zijn de leden van de VVD-fractie benieuwd of de Minister deelt dat het nauwkeuriger
formuleren van het rechtsvermoeden door middel van het preciseren van de criteria
toegevoegde waarde kan hebben voor het beperken van de reikwijdte van de richtlijn
tot daadwerkelijke schijnzelfstandigen.
Kwartaalrapportage t.a.v. herziening Coördinatieverordening Sociale Zekerheid
De leden van de VVD-fractie delen de inzet van de Minister ten aanzien van het niet
verder uitbreiden van de exportmogelijkheden van uitkeringen en het beperken van de
exportduur.
Kwartaalrapportage t.a.v. het EU-voorstel Richtlijn Beloningstransparantie en handhavingsmechanismen
voor gelijke beloning mannen en vrouwen
De leden van de VVD-fractie delen de zorg van de Minister ten aanzien van de administratieve
lastendruk van de richtlijn voor midden- en kleinbedrijven (mkb’ers). Deelt de Minister
dat ter voorkoming hiervan noodzakelijk is dat niet wordt afgeweken van de definitie
van een midden- of kleinbedrijf, te weten 250 medewerkers? Deze leden vragen zich
af of de Minister deelt dat het verlagen van deze grens van beperkte toegevoegde waarde
is en dat de administratieve lastendruk in dit geval niet opweegt tegen de te verwachten
positieve effecten. Zal de Minister zich hiertegen verzetten?
Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie zich af wat de consequenties zijn van
het uitbreiden van de reikwijdte ten aanzien van andere persoonskenmerken voor de
te verwachten administratieve lastendruk voor bedrijven?
De leden van de VVD-fractie onderschrijven daarnaast de noodzaak tot voldoende nationale
implementatieruimte en vragen of de Minister kan toelichten wat hierbij haar concrete
inzet is.
Agendapunt: Raadsaanbeveling over toereikende minimuminkomens die actieve inclusie
borgen
De leden van de VVD-fractie onderschrijven de noodzaak om de raadsaanbeveling niet
tot een richtlijn om te vormen, te meer gezien de bevoegdheidsverdeling tussen lidstaten
en de EU. Zij vragen of hiervoor ook in de Raad brede steun bestaat.
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de Formele Raad voor WSB. Zij spreken waardering uit richting de Minister
voor haar inzet tijdens deze Formele Raad en voor het informeren van de Kamer over
de stand van de diverse dossiers. Aanvullend hebben de leden van de D66-fractie met
belangstelling gekeken naar de kwartaalrapportages Herziening coördinatieverordening
socialezekerheidsstelsels en het richtlijnenvoorstel beloningstransparantie. Daarnaast
hebben deze leden de volgende vragen en opmerkingen.
Richtlijnenvoorstel platformwerk
De leden van de D66-fractie bemerken dat de partijen nog midden in de onderhandelingen
zitten en zijn tevreden met de inzet van Nederland hierin. Zij complimenteren de Minister
met deze inzet.
In antwoorden op eerdere vragen over de juridische haalbaarheid van het voorstel en
het beoogde rechtsvermoeden gaf de Minister aan in gesprek te zijn over de juridische
en uitvoeringstechnische haalbaarheid van het voorstel. De leden van de D66-fractie
vragen de Minister of zij inmiddels meer zicht heeft op deze haalbaarheid.
De leden van de D66-fractie vragen zich af of de Minister verwacht dat er onder het
Tsjechisch voorzitterschap nog een poging gedaan gaat worden om alsnog een akkoord
te bereiken, of dat de Minister verwacht dat het Tsjechisch voorzitterschap dit over
zal laten aan het Zweedse voorzitterschap?
Raadsaanbeveling minimuminkomen
De leden van de D66-fractie zijn het met de Minister eens dat het compromis gebalanceerd
is, welke bij kan dragen aan een opwaartse sociaaleconomische convergentie en de bescherming
tegen armoede. Deze leden vragen de Minister wel naar de te verwachten impact van
deze raadsaanbeveling op de Nederlandse situatie. Concreet vragen zij de Minister
om aan te geven welke elementen om opvolging vragen in Nederland en op welke manier
zij hiermee aan de slag gaat.
Raadsaanbeveling herziening Barcelonadoelstellingen
De leden van de D66-fractie vragen de Minister haar verwachtingen uit te spreken over
de impact van de stelselherziening van het kinderopvangstelsel per 2025 door directe
financiering en 96%-vergoeding voor alle werkende ouders op de herziene Barcelonadoelstellingen.
Tevens vragen de leden van de D66-fractie of de Minister ook over de landsgrenzen
heen kijkt op het gebied van kinderopvangsystematiek om op deze manier ideeën op te
doen voor het Nederlandse systeem. Deze leden verzoeken de Minister dan ook in gesprek
te treden met bijvoorbeeld haar Finse collega’s over het Finse model van ouderschapsverlof,
waarbij beide ouders verlof krijgen, net zoals in Nederland, maar waarbij beide ouders
minder verlof hebben om te verdelen als de verdeling ongelijk is. Zo wordt het aantrekkelijk
om zorgtaken gelijk te verdelen, ook als er nog een verschil in inkomens bestaat tussen
beide ouders. Hoe denkt de Minister over dit Finse model van ouderschapsverlof voor
ouders, zo vragen deze leden.
Voorts stemt het de leden van dede D66-fractie tevreden dat een groot deel van de
Nederlandse kinderen naar de kinderopvang gaat en de verwachting is dat de stelselherziening
per 2025 ervoor zal zorgen dat er nog meer kinderen naar de kinderopvang gaan om elkaar
te ontmoeten, zichzelf te kunnen ontwikkelen en dat ouders aan het werk kunnen. Daarom
vragen deze leden naar de inzichten van de Minister in het gebruik van kinderopvang
per inkomensgroep. Is het gebruik van de kinderopvang veel lager bij lagere inkomens
en zo ja, wat wil de Minister hieraan doen, zo vragen zij.
Richtlijnvoorstel beloningstransparantie
De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk dat er haast wordt gemaakt met het
richtlijnvoorstel beloningstransparantie. Deze leden verwijzen hierbij naar de schriftelijke
antwoorden van de Minister waarin zij aangeeft dit voorstel af te wachten alvorens
zij stappen zet in de Nederlandse context. Voorts zien zij graag dat de Minister binnen
Europa een proactieve houding aanneemt en een voortrekkersrol op zich neemt om dit
voorstel spoedig te laten slagen.
De leden van de D66-fractie vragen de Minister verder om achter het voorlopige politieke
akkoord te staan. Zij vragen de Minister tevens wat zij gaat doen om op zoek te gaan
naar een meerderheid in de Raad.
Voorts vragen de leden van de D66-fractie zich af of de Minister het met deze leden
eens is dat het recht op informatie van Artikel 7 zo sterk mogelijk behouden zou moeten
worden. Tevens vragen de leden van de D66-fractie aan de Minister of zij bereid is
om binnen de Raad te pleiten voor een beweging naar de richting van het standpunt
van het Europees parlement op specifiek het verwijderen van contractuele geheimhouding
van salarissen.
Tot slot vragen de leden van de D66-fractie om ook een voortrekkersrol te spelen voor
de inclusie van intersectionele discriminatie in het uitvoeringsaspect van deze richtlijn
en om zich binnen de Raad hard te maken voor de solide juridische basis van intersectionele
discriminatie met betrekking tot de loonkloof op basis van TFEU157. De leden van de
D66-fractie zien hierbij intersectionele discriminatie met betrekking tot de loonkloof
passen binnen dat juridische kader en vragen of de Minister het hiermee eens is.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie maken graag gebruik van de mogelijkheid tot het leveren
van een schriftelijke inbreng voor de Formele Raad WSB van 8 december 2022.
Op dit moment is er nog geen onderhandelingsakkoord bereikt over het Richtlijnvoorstel
platformwerk. Kan de Minister schetsen wat de nu te volgen route is? Verwacht de Minister
dat er nog dit jaar een poging komt om tot een onderhandelingsakkoord te komen? Hoe
verlopen de onderhandelingen over het rechtsvermoeden? Kan de Minister ook aangeven
wat het speelveld is op het vlak van «Algorithmic Management» en hoe zij zelf aankijkt
tegen de nu voorliggende tekst?
Onlangs is er een akkoord bereikt over de Raadsaanbeveling adequaat minimuminkomen
en sociale inclusie. Het voorstel beoogt bij te dragen aan het bereiken van de sociale
doelstellingen van de EU voor 2030 om het aantal mensen dat in, of op de rand van
armoede leeft, met tenminste 15 miljoen mensen te verminderen. Denkt de Minister dat
de EU deze doelstelling gaat halen? Welke elementen in de Raadsaanbeveling vragen
naar de mening van de Minister om opvolging in Nederland? Met welke aanbevelingen
wil de Minister aan de slag?
Nog een dossier waar men een akkoord op heeft bereikt, is de Raadsaanbeveling tot
aanscherping van de Barcelona kinderopvang targets. Acht de Minister het target, dat
in 2030 96% van de kinderen vanaf de leeftijd van drie jaar tot aan de leerplichtige
leeftijd moet deelnemen aan kinderopvang, haalbaar? Kan daar ook voor- en vroegschoolse
educatie (vve) en/of peuterspeelzaalwerk en/of gastouderopvang bij betrokken worden?
De «Europese pijler van sociale rechten» is toe aan zijn eerste lustrum. Wat de leden
van de CDA-fractie betreft is het tijd voor reflectie. Kan de Minister hierop kort
haar bevindingen over aangeven? Welke invloed heeft de «Europese pijler van sociale
rechten» naar mening van de Minister met betrekking tot de wetgevende activiteit van
de Europese Commissie op het gebied van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
Raadsaanbeveling Barcelona kinderopvang targets
De leden van de SGP-fractie vragen de Minister in te zetten op maximale keuzevrijheid
voor ouders in plaats van ouders de arbeidsmarkt op te «duwen» door middel van de
Barcelona kinderopvang targets. Is de Minister het ermee eens dat het om die reden
onwenselijk is dat dergelijke doelstellingen worden geformuleerd voor lidstaten? Vindt
de Minister het ook onwenselijk dat voor lidstaten die de in 2002 geformuleerde Barcelona
kinderopvang targets niet gehaald hebben, afzonderlijke targets zijn geformuleerd?
Wat moet er gebeuren wil Nederland het target halen, namelijk dat in 2030 96% van
de kinderen vanaf de leeftijd van 3 jaar tot aan de leerplichtige leeftijd moet deelnemen
aan kinderopvang? Acht de Minister dit haalbaar?
De leden van de SGP-fractie lezen dat wordt voorgesteld een wettelijk recht op kinderopvang
in te stellen. Deze leden vragen wat daarvan de implicaties voor Nederland zouden
zijn. Daarnaast vragen zij de Minister zich met haar Europese collega’s te verzetten
tegen een dergelijk plan, en daarvoor steun te verwerven.
II Antwoord/Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. Kuzu, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
T.M. Meester-Schaap, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.