Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk, Van Campen en Grinwis over het bericht 'Boer Arjan moet verplicht zijn veestapel drastisch verkleinen; "Ze maken je helemaal kapot"'
Vragen van de leden Boswijk (CDA), Van Campen (VVD) en Grinwis (ChristenUnie) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over het bericht «Boer Arjan moet verplicht zijn veestapel drastisch verkleinen; «Ze maken je helemaal kapot»» (ingezonden 17 november 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 1 december
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Boer Arjan moet verplicht zijn veestapel drastisch
verkleinen; «Ze maken je helemaal kapot»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wat vindt u ervan dat boeren die te goeder trouw hebben gehandeld nu in een situatie
terecht komen waarbij zij verplicht hun veestapel moet reduceren en anders een dwangsom
moeten betalen?
Bent u voornemens deze situatie op te lossen? Zo ja, op welke manier en op welke termijn?
Antwoord 2 en 3
Alle PAS-melders verkeren sinds de PAS-uitspraak in uiterst onzekere tijden. Voor
een aantal PAS-melders in de provincie Overijssel is een zeer ernstige situatie ontstaan
doordat de provincie zich genoodzaakt ziet om te handhaven. Dat vind ik verschrikkelijk.
Ik doe er samen met de provincie alles aan om deze PAS-melders in Overijssel te helpen.
We zijn het wettelijk vastgestelde legalisatieprogramma met prioriteit aan het uitvoeren.
De eerste ruimte is nu beschikbaar. Verder wordt voor provincies 250 miljoen euro
beschikbaar gesteld om maatwerk toe te passen en het legalisatieprogramma verder te
versnellen. Provincies kunnen op basis van voorfinanciering nu al maatregelen nemen.
Als de maatregelen aan de geldende criteria voldoen, is er zekerheid dat de provincies
de kosten daarvoor vergoed krijgen. De regeling voor deze specifieke uitkering treedt
begin 2023 in werking. Ook wil ik bezien wat de verschillen zijn tussen de provincies
ten aanzien van extern salderen en overige beleidsregels en of hier nog mogelijkheden
zitten om zo snel mogelijk PAS-melders te legaliseren. Voor de korte termijn doe ik
in ieder geval alles wat nodig is om te bezien of nog van handhaving kan worden afgezien.
Als het afzien van handhaving onverhoopt niet mogelijk is, is het voorstelbaar dat
er sprake is van schade. Het kabinet zet zich maximaal in om de schade te vergoeden
die PAS-melders ondervinden vanwege onontkoombare handhaving en richt daarvoor een
schadeloket in. Dat geldt natuurlijk niet enkel voor Overijsselse PAS-melders, maar
voor alle PAS-melders waar hiervan sprake is. De eerste uitgangspunten voor welke
situaties mogelijk in aanmerking komen voor een schadevergoeding zijn op aanpakstikstof.nl
nader toegelicht. Ik begrijp dat dit de onzekerheid van de mensen die het treft niet
wegneemt, maar het kabinet spant zich tot het uiterste in om deze mensen niet te laten
vallen.
Vraag 4
Betrekt u bij de zoektocht naar een oplossing voor de PAS-melders ook de inzet van
de aantoonbare en juridisch geborgde daling van ammoniakaanwendig bij bemesting wegens
het voorgeschreven afbouwpad van derogatie op de Nitraatrichtlijn (zie ook de motie
van het lid Van Campen c.s.)? Zo ja, wanneer stuurt u het voorstel hiertoe naar de
Kamer? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 4
In de aanstaande brief «Stand van zaken openstaande moties en toezeggingen op het
gebied van stikstofbeleid» zal in worden gegaan op het bedoelde onderzoek die de motie
Van Campen vraagt.
Vraag 5, 6 en 7
Hoe verklaart u dat de toezeggingen van de afgelopen jaren over het legaal houden
van PAS-melders nog niet zijn waargemaakt (zie ook de motie van het lid Boswijk)?
Denkt u dat het nu wel lukt om deze bedrijven legaal te houden? Zo ja, waarom kan
het nu wel en een jaar geleden niet?3
Hoe verklaart u het dat de toezeggingen van de afgelopen jaren over het legaal houden
van interim-mers nog niet zijn waargemaakt (zie ook de motie van het lid Bisschop
c.s.)? Denkt u dat het nu wel lukt om deze bedrijven legaal te houden? Zo ja, waarom
kan het nu wel en een jaar geleden niet?4
Kunt u aangeven waarom er nog geen plan van aanpak ligt voor het legaal houden van
PAS-melders en interim-mers en voor de opkoop van piekbelasters?
Antwoord 5, 6 en 7
Sinds een jaar geleden heeft het kabinet grote stappen gezet als het gaat om het legaliseren
van de meldingen. Ten eerste is het legalisatieprogramma vastgesteld. Daarin staan
de maatregelen die het Rijk neemt en die stikstofruimte voor het legalisatieprogramma
leveren (Srv, MGA en Lbv). Afgelopen zomer is aangekondigd dat er voor de provincies
€ 250 mln. beschikbaar is gesteld om te versnellen en maatwerk te leveren. Ook de
aanpak piekbelasters gaat een belangrijke rol spelen bij het legaliseren van de meldingen.
Het kabinet is voornemens om de ondernemers met een PAS-melding zo snel mogelijk duidelijkheid
te bieden. Ook is voor enkele tientallen meldingen via intern salderen vastgesteld
dat er sprake is van een legale situatie.
De interim-mers zijn geen onderdeel van het legalisatieprogramma, behalve PAS-melders
met een interim-situatie. Voor interim-mers geldt dat zij deelnemen aan het gebiedsproces
als die zijn gestart. Daar moet worden bepaald welke activiteiten op welke manier
nog kunnen plaatsvinden.
Vraag 8
Hoe realistisch is het dat het doel zoals wettelijk vastgelegd, om de noodzakelijke
maatregelen voor het legaal houden van PAS-meldingen uiterlijk in februari 2025 uitgevoerd
te hebben, gehaald wordt?
Antwoord 8
Het is een wettelijke opgave om de maatregelen tijdig uitgevoerd te hebben. Het Rijk
en provincies spannen zich in om zo snel mogelijk duidelijkheid te bieden voor ondernemers
met een PAS-melding over wanneer er gelegaliseerd kan worden. De Lbv en de Lbv+ zullen
begin volgend jaar opengesteld worden zodat de effecten ruim voor de wettelijke termijn
beschikbaar zijn.
Vraag 9
Kan een noodwet een oplossing bieden voor het oplossen van dit probleem? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, hoe zou deze noodwet er volgens u uit moeten zien?
Antwoord 9
Om PAS-melders te kunnen voorzien van een vergunning die stand houdt bij de rechter,
dienen er mitigerende maatregelen tegenover de mogelijk significante effecten te staan.
Een noodwet lost dat probleem niet op. Een noodwet waarmee voorbij gegaan wordt aan
de vergunningplicht of de beginselplicht tot handhaven is in strijd met de Europese
regelgeving en zal dus geen stand houden voor een rechter.
Vraag 10
Bent u bekend met de brief van het college van gedeputeerde staten van de provincie
Overijssel, waarin zij vragen om dringende hulp voor het oplossen van dit probleem?
Kunt u in de beantwoording van deze vragen inhoudelijk reageren op de punten in deze
brief?5
Antwoord 10
In de brief van provincie Overijssel roept de provincie Overijssel op maatregelen
te nemen waarmee natuurherstel geborgd is en PAS-meldingen ook daadwerkelijk gelegaliseerd
kunnen worden. In de Kamerbrieven van 25 november jl. heeft het kabinet een pakket
maatregelen aangekondigd die ook helpen bij het legaliseren van meldingen (kenmerk
2022Z23249, Kamerstuk 34 682, nr. 105 en Kamerstuk 27 625, nr. 592). Daarnaast wordt opgeroepen om de ondernemers met een PAS-melding waarbij gehandhaafd
moet worden financieel te ondersteunen. Zoals in het antwoord op vraag 2 en 3 is aangeven,
geef ik hier invulling aan.
Vraag 11
Wat vindt u ervan dat provincies nu in een positie zijn gekomen waarbij zij verplicht
zijn om te dreigen met dwangsommen in de richting van PAS-melders en interim-mers,
terwijl zij hier zelf niet achter staan?
Antwoord 11
Voor een aantal PAS-melders in de provincie Overijssel is een zeer ernstige situatie
ontstaan doordat de provincie zich genoodzaakt ziet om te handhaven. Dat vind ik verschrikkelijk.
Daarom zijn we met grote urgentie aan het onderzoeken welke mogelijkheden er nog zijn
om van handhaving af te kunnen zien. Vanwege de beginselplicht tot handhaving en de
uitspraken van de rechtbank Overijssel, ziet de provincie geen mogelijkheden om anders
te handelen dan nu wordt gedaan.
Vraag 12
Is het een mogelijkheid dat de rijksoverheid deze dwangsommen betaalt? Waarom wel
of niet?
Antwoord 12
Samen met de provincies onderzoek ik alle opties die er zijn om toch van handhaving
af te zien en dat het niet nodig is om dwangsommen op te leggen. Als dat onverhoopt
niet mogelijk is, is het voorstelbaar dat er sprake is van schade. Het kabinet zet
zich maximaal in om de schade te vergoeden die PAS-melders ondervinden vanwege onontkoombare
handhaving en heeft daarvoor een schadeloket ingericht. Helaas komt niet alle schade
voor vergoeding in aanmerking. Het Rijk moet zich hierbij houden aan de juridische
kaders die gelden. Dat betekent ook dat er niet méér schade vergoed kan worden dan
waarop juridisch aanspraak kan worden gemaakt. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk om
een opgelegde dwangsom te vergoeden. Omdat hierbij het risico bestaat dat deze moet
worden terugbetaald, wanneer deze niet voldoet aan de juridische kaders. Het is daarom
ook in het belang van de ondernemer dat het Rijk zorgvuldig beoordeelt welke schade
voor vergoeding in aanmerking komt.
Vraag 13
Zijn er andere manieren waarop de provincie Overijssel kan afzien van het opleggen
van dwangsommen aan de PAS-melders en interim-mers?
Antwoord 13
Voor de korte termijn doe ik alles wat nodig is om te bezien of nog van handhaving
kan worden afgezien. Het wettelijk vastgestelde legalisatieprogramma wordt met prioriteit
uitgevoerd. Ook wil ik bezien wat de verschillen zijn tussen de provincies ten aanzien
van extern salderen en overige beleidsregels en of hier nog mogelijkheden zitten om
zo snel mogelijk PAS-melders te legaliseren.
Aan de landsadvocaat is gevraagd wat de mogelijkheden zijn voor de provincie Overijssel.
Daaruit is helaas gebleken dat het heel moeilijk is voor de provincie om nog van handhaving
af te zien. De beginselplicht tot handhaving is een streng uitgangspunt, waarop niet
snel een uitzondering wordt aangenomen in de rechtspraak. Volgens vaste jurisprudentie
kan onder andere van handhaven worden afgezien wanneer handhavend optreden zodanig
onevenredig zou zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen, dat daarvan
moet worden afgezien. In het geval van de PAS-melders betekent dit dat voor het afzien
van handhaving aannemelijk moet worden gemaakt dat aan het natuurbelang in het concrete
geval geen zwaar gewicht hoeft te worden toegekend. Dat is aan de orde als met een
ecologische onderbouwing kan worden aangetoond dat de stikstofdepositie slechts een
zeer gering effect heeft op de natuur, of als maatregelen worden getroffen waarmee
de stikstofdepositie van de PAS-melder wordt weggenomen. Gezien de staat van veel
natuurgebieden zal dit moeilijk aangetoond kunnen worden. Als daar toch mogelijkheden
blijven te zijn, dan worden die met grote urgentie uitgevoerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.