Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Strolenberg en Bevers over het artikel: ‘Rijk trekt zich steeds verder terug uit Friesland, diensten krimpen met tientallen ambtenaren’
Vragen van de leden Strolenberg en Bevers (beiden VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het artikel «Rijk trekt zich verder terug uit Friesland, diensten krimpen met tientallen ambtenaren» (ingezonden 16 september 2022).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
23 november 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 425.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Rijk trekt zich verder terug uit Friesland, diensten
krimpen met tientallen ambtenaren»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de krimp van de rijkswerkgelegenheid met 2,3% in de provincie Fryslân
in relatie tot het streven om rijkswerkgelegenheid te spreiden door het land en in
relatie tot de waargenomen groei in werkgelegenheid bij de gehele rijksoverheid?
Antwoord 2
De ontwikkeling van de rijkswerkgelegenheid laat over het hele land stabiliteit zien,
waarbij de daadwerkelijke ontwikkeling per provincie kan variëren van (lichte) groei
tot (lichte) krimp. Voor wat de prognoses tot 2026 betreft, vallen deze in sommige
jaren gunstiger uit voor bepaalde provincies dan andere. Ik vind het belangrijk om
deze ontwikkeling scherp te volgen. De recent aangenomen motie Bisschop/Inge van Dijk2 geeft het Kabinet de opdracht voor de provincies Fryslân, Drenthe, Flevoland, Zeeland
en Limburg toe te werken naar een meer evenredig deel van de rijkswerkgelegenheid
en per saldo de landelijke ontwikkeling te volgen. Op dit moment ben ik aan het uitwerken
hoe het Kabinet gestalte kan geven aan die motie. Voor wat betreft de geconstateerde
krimp in Fryslân tussen 1 januari 2021 en 1 januari 2022 stel ik vast dat dit voornamelijk
het gevolg is van een administratieve verandering van de standplaatsen van de Rijksschoonmaakorganisatie
(RSO). Er is sprake van een andere indeling van de standplaatsen van de medewerkers.
De medewerkers van de RSO zijn verdeeld in drie teams: team Noord 1 voor de provincie
Friesland, team Noord 2 voor de provincie Groningen en team Noord 3 voor de provincie
Overijssel. Voorheen hadden deze drie teams gezamenlijk de standplaats Leeuwarden,
nu niet meer.
Vraag 3
Hoe wordt dit streven naar evenredige spreiding berekend?
Antwoord 3
De huidige verschillen in de verdeling van de rijkswerkgelegenheid over de provincies
vloeien voort uit in het verleden gemaakte keuzes. Als coördinerend bewindspersoon
hecht ik aan spreiding van de rijkswerkgelegenheid voor de zichtbaarheid en bereikbaarheid
van de rijksoverheid over heel Nederland. Bij de uitbreiding van bestaande rijksdiensten
of eventuele nieuwe rijksdiensten die huisvesting zoeken, kijk ik als coördinerend
bewindspersoon voor de spreiding van de rijkswerkgelegenheid naar het benutten van
de mogelijkheden in de provincies buiten de Randstad en spreek ik mijn collega-bewindspersonen
hier op aan.
Bij huisvestingsbesluiten wordt eerst en vooral rekening gehouden met het primaire
proces van de betreffende organisatie. Daarnaast spelen andere overwegingen met betrekking
tot huisvestingskeuzes mee zoals vastgoedstrategische belangen, efficiencydoelen en
nabijheid van de rijksoverheid voor de burger. De motie Bisschop/Inge van Dijk2 biedt
het Kabinet de mogelijkheid om een richtlijn te ontwikkelen waarmee de evenredigheid
wordt geborgd. Ik informeer u daar later over.
Vraag 4
Wat gaat u eraan doen om de krimp in Friesland te voorkomen, nu de prognose is dat
het aantal banen in 2026 ten opzichte van 2022 daalt?
Antwoord 4
De provincie Fryslân kent een verscheidenheid aan rijksdiensten en rijkswerkgelegenheid.
De verandering in de rijkswerkgelegenheid in Fryslân beperkt zich niet louter tot
krimp. De rijkswerkgelegenheid groeit in bepaalde sectoren zoals bij het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen. Als coördinerend bewindspersoon voor de gehele Rijksdienst
heb ik bij de verplaatsing van diensten met 100 fte of meer over provinciegrenzen
heen een adviserende bevoegdheid. Ik houd nauwlettend in de gaten hoe de rijkswerkgelegenheid
in Fryslân zich ontwikkelt en kijk in voorkomende gevallen naar mogelijkheden om de
rijkswerkgelegenheid te versterken. In lijn met de bedoeling van de recent aangenomen
motie Bisschop/Inge van Dijk.
Vraag 5
Is er als gevolg van deze krimp in Fryslân nog wel sprake van een evenredige spreiding
van rijkswerkgelegenheid tussen de provincies? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 5
Ik verwijs naar het antwoord op vraag 3. Als ik de cijfers voor alle provincies tezamen
beschouw, is er door de jaren heen sprake van een redelijk constante verdeling over
het land. Uw Kamer heeft het Kabinet tegelijkertijd middels de motie Bisschop/Inge
van Dijk gevraagd naar een meer evenredige spreiding nodig is voor de provincies Fryslân,
Drenthe, Flevoland, Zeeland en Limburg. Het Kabinet informeert u nader over de uitvoering
van die motie.
Vraag 6
In hoeverre betekent het dat er banen in de provincie Fryslân verloren zijn gegaan
nu blijkt dat de daling voornamelijk wordt veroorzaakt door een administratieve verandering
in de toedeling van de Rijksschoonmaakorganisatie over het cluster noord waar een
verdeling over de provincies Groningen, Fryslân en Overijssel is aangebracht?3
Antwoord 6
De gerapporteerde afname in de provincie Fryslân tussen 1 januari 2021 en 1 januari
2022 bedraagt in totaal 152 fte. Het grootste deel hiervan betreft een afname bij
Rijkswaterstaat en de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO). De afname van het aantal fte
voor de RSO is slechts administratief en heeft te maken met een andere wijze van toedelen
van de RSO over het cluster Noord. Deze administratieve wijziging betekent dat 95
fte op papier zijn gedaald voor Fryslân. Ik verwijs verder naar het antwoord op vraag
2. Op het moment van inventariseren in het voorjaar van 2022 waren 32 fte werkzaam
in Fryslân voor de RSO. Andere organisaties in Fryslân waar er tussen 1 januari 2021
en 1 januari 2022 sprake was van een toename of een afname zijn: Defensie, Nationale
Politie, COA, Belastingdienst en enkele zbo’s.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.