Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het leden Van der Molen, Knops en Inge van Dijk over studeren op kosten van een brievenbusfirma
Vragen van het leden Van der Molen, Knops en Inge van Dijk (allen CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Justitie en Veiligheid en van Financiën over studeren op kosten van een brievenbusfirma (ingezonden 15 september 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de
Ministers van Financiën en van Justitie en Veiligheid (ontvangen 22 november 2022).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 80.
Vraag 1, 2 en 3
Klopt het dat Nederlandse universiteiten niet controleren op verdachte geldstromen
van buitenlandse studenten en dit de deur naar witwaspraktijken kan openen?1
Bent u van mening dat de universiteiten op de relevante lijsten van Politically Exposed
Persons (PEPs) zouden moeten kijken? Zo ja wat gaat u doen om dit te bewerkstelligen?
Welke rol heeft volgens u de universiteit en de bank nu als het gaat om een financiële
controle op ontvangen collegegelden en de kans op witwassen? Zou dit zo moeten blijven
of is het nodig om dit aan te scherpen? Zo ja welke aanscherping is dan nodig?
Antwoord 1, 2 en 3
In de Wet ter voorkoming van witwassen en het financieren van terrorisme (Wwft) zijn
financiële instellingen aangewezen om te voorkomen dat het financiële stelsel gebruikt
wordt om wit te wassen of terrorisme te financieren. Met financiële instellingen worden
banken, andere financiële ondernemingen en bepaalde beroepsbeoefenaars zoals accountants,
advocaten en trustkantoren bedoeld (zie artikel 1a Wwft). De Wwft is gebaseerd op
de internationale standaarden van de Financial Action Task Force (FATF) en Europese
anti-witwasrichtlijn. Instellingen moeten cliëntenonderzoek verrichten, doorlopend
transacties van cliënten monitoren en, indien nodig, ongebruikelijke transacties melden
aan de Financial Intelligence Unit Nederland. Onderdeel van het cliëntenonderzoek
is nagaan of een potentiële cliënt kwalificeert als Politically Exposed Person (PEP).
Universiteiten zijn geen instelling in de zin van de Wwft, zij maken geen deel uit
van het financiële stelsel.
Periodiek wordt er onderzoek gedaan naar de grootste risico’s op witwassen in Nederland
met de National Risk Assessment witwassen2. Zowel publieke als private partijen zijn betrokken bij het identificeren van de
grootste risico’s op witwassen in Nederland. Uit de National Risk Assessment witwassen
komen geen aanwijzingen naar voren, dat de diensten die universiteiten aanbieden vatbaar
zijn voor mogelijk gebruik door criminelen om gelden wit te wassen. Het is daarom
niet wenselijk de verplichtingen uit de Wwft voor universiteiten te laten gelden.
Overigens geldt voor iedereen, dus ook een universiteit, die kennis draagt van een
begaan strafbaar feit de bevoegdheid om daarvan aangifte te doen (artikel 161 Wetboek
van Strafvordering).
Uiteraard dienen banken of andere poortwachters die een zakelijke relatie hebben met
een universiteit wel doorlopend transacties die zij namens de universiteit verrichten
te monitoren. Indien een poortwachter risico’s constateert in de transacties van een
universiteit, dient de poortwachter aanvullende informatie op te vragen, mitigerende
maatregelen te treffen en/of een ongebruikelijke transactie te melden.
Vraag 4, 5 en 6
Wat vindt u ervan dat bij de Rijksuniversiteit Groningen het collegegeld contant betaald
kan worden en zij zo de afgelopen vijf jaar 1,5 miljoen euro hebben ontvangen?
Kunt u aangeven welk deel van de 1,5 miljoen euro die de Rijksuniversiteit Groningen
cash ontving vanuit buitenlandse studenten is gekomen?
Op welke noodgevallen zou een universiteit zich kunnen beroepen om contant geld aan
te nemen? Bestaan hier kaders voor?
Antwoord 4, 5 en 6
In de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) is geregeld dat
studenten het wettelijk- of instellingscollegegeld dienen te betalen. Universiteiten
zijn wettelijk verplicht om collegegelden te innen.
De wijze van betaling in de WHW niet geregeld. In artikel 4:89 en 4:90 Awb is vermeld
dat een betaling giraal plaatsvindt, tenzij het naar oordeel van het bestuursorgaan
bezwaarlijk is.
Verwijzend naar art. 4:90, lid 1 Awb ben ik van mening dat het in bepaalde gevallen
gerechtvaardigd is dat instellingen contant geld aannemen. Het kan namelijk voorkomen
dat een buitenlandse student het collegegeld tijdig wil betalen, maar nog geen Nederlandse
bankrekening heeft. De enige mogelijkheid van de student is dan om een contante betaling
te doen.
Het is dus aan een instelling zelf om te beoordelen of contante betalingen van het
collegegeld worden geaccepteerd of niet. Wel zouden universiteiten op hun website
kunnen aangeven of zij wel of geen contant geld aannemen.
De Rijksuniversiteit Groningen meldt dat studenten inderdaad nog steeds het collegegeld
contant kunnen betalen. Het betreft overigens een relatief laag bedrag dat contant
is ontvangen, te weten ongeveer € 300.000. Dat is circa 4 procent van het totaalbedrag
van betaalde collegegelden tot nu toe in 2022 voor de Rijksuniversiteit Groningen.
Circa 1/3 deel van de contante ontvangsten in 2022 was afkomstig van buitenlandse
studenten die het instellingscollegegeld betalen (voor het studiejaar 2022–2023 tussen
€ 8.915 en € 20.378).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.