Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van leden Boucke en Boulakjar over het bericht 'Den Haag vindt na Gazprom geen gasleverancier, gemeente wil ontheffing'
Vragen van leden Boucke en Bloulakjar (beiden D66) aan de Minister voor Klimaat en Energie over het bericht «Den Haag vindt na Gazprom geen gasleverancier, gemeente wil ontheffing» (ingezonden 29 augustus 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 21 november 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 321.
Vraag 1
Kent u de berichten «Minister dwingt gemeenten tot nieuwe dure gascontracten, geld
gaat naar Rusland» en «Den Haag vindt na Gazprom geen gasleverancier, gemeente wil
ontheffing»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de Europese tak van Gazprom in de praktijk Duits is? Zo ja, wat is de
reden dat deze contracten volgens u onder de sancties vallen? Waarom zien andere landen,
waaronder Italië en Frankrijk, dit anders?
Antwoord 2
Voor de toepasselijkheid van de sancties is bepalend of sprake is van een contract
met een entiteit die in Russisch eigendom is. Wat betreft SEFE Energy Ltd. (voormalig Gazprom Marketing/Gazprom Energy) en
SEFE Securing Energy for Europe GmbH (de aandeelhouder van SEFE Energy Ltd.) was dit
tot 11 november jl. het geval. Tot die tijd was er weliswaar sprake van een grote
mate van zeggenschap van de Duitse Staat via een aangestelde bewindvoerder, maar de
eigendomsrechten waren nog steeds volledig in Russische handen. Daarom vielen de contracten
die door aanbestedende diensten zijn gesloten onder de sancties.
Duitsland heeft SEFE Securing Energy for Europe GmbH («SEFE GmbH») op 11 november
jl. genationaliseerd ter verdere borging van de energiezekerheid in Duitsland. Door
deze wijziging in eigendomsstructuur, waardoor zowel controle als eigendom in Duitse
handen is, valt het bedrijf niet meer binnen de reikwijdte van artikel 5 duodecies
van Verordening 833/2014, ofwel artikel 5 van de Europese sanctiewet.
Het kabinet heeft bij verschillende lidstaten een uitvraag gedaan over de SEFE-contracten.
Uit deze inventarisatie blijkt dat vooralsnog geen lidstaten (meer) contracten aanhouden
met SEFE. Zo zijn in sommige landen andere dochtermaatschappijen van Gazprom actief,
of kochten overheidspartijen niet rechtstreeks bij een (deels) Russische gasleverancier.
De uitzondering hierop is het Verenigd Koninkrijk, maar dat land is niet gebonden
aan de Europese sanctiewetgeving.
Vraag 3
Is het kabinet voornemens om de ontheffing aan gemeente Den Haag te verlenen? Zijn
of worden er aan andere gemeenten ontheffingen verleend? Wat betekent het afgeven
van ontheffingen voor de Europese afspraken over sancties tegen Rusland?
Antwoord 3
De ontheffingsaanvraag van de gemeente Den Haag is op 30 augustus 2022 door de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland ontvangen en de ontheffing is inmiddels verleend. Ook aan
andere gemeenten zijn reeds ontheffingen verleend. De mogelijkheid voor het afgeven
van een ontheffing is voorzien in de Europese sanctieverordening en doet dus niet
af aan de sanctieverplichting. Een ontheffing maakt een (tijdelijke) afwijking van
de sanctieverplichting mogelijk.
In mijn brief van 15 november jl. (TK 2022D47565) heb ik aangegeven dat vanwege de nationalisatie van SEFE GmbH het niet meer nodig
is om een ontheffing aan te vragen om de contracten met SEFE Energy Ltd. aan te kunnen
houden.
Vraag 4
Wat is het verschil tussen de gemiddelde prijs voor gas in de lopende contracten en
de prijs die gemeenten gemiddeld zullen moeten gaan betalen bij een nieuw contract?
Klopt het dat gemeenten «tientallen miljoenen» extra kwijt zullen zijn bij het afsluiten
van nieuwe contracten? Hoe waardeert u deze extra kosten ten opzichte het belang van
sancties tegen Rusland?
Antwoord 4
Uit de informatie die ik heb ontvangen blijkt dat er een groot prijsverschil is tussen
de prijs in de lopende contracten met SEFE Energy Ltd. en de prijs die gemeenten moeten
betalen voor nieuwe contracten op basis van de actuele marktprijzen. Er bestaat echter
geen volledig overzicht van alle lopende (energie)contracten van gemeenten. Er valt
dus niet precies te zeggen wat het gemiddelde prijsverschil is. Hoeveel gemeenten
extra kwijt zijn als direct gevolg van de sanctie is ook afhankelijk van de resterende
looptijd van de contracten met SEFE Energy Ltd. Uit sommige ingediende ontheffingsaanvragen
blijkt wel dat met het afsluiten van nieuwe contracten vaak meerkosten zijn gemoeid,
die variëren (in euro’s) van een paar ton tot een paar miljoen per (inkoop)organisatie.
Vraag 5
Hoe kan worden gegarandeerd dat bij nieuwe contracten niet alsnog (een deel van) de
winsten naar Rusland vloeien? Wat als dit – gelet op de hoge gasprijzen – meer is
dan de winsten voor Rusland onder de lopende contracten?
Antwoord 5
Er mogen geen nieuwe overheidsopdrachten gegund worden aan Russische partijen; er
is bovendien een maximum gesteld aan het gedeelte Russische toeleveranciers (10%).
Dit leidt ertoe dat de levering van Russisch gas via de nieuwe contracten wordt beperkt.
Vraag 6
Wat is de reden dat de aanbesteding van de gemeente Den Haag geen nieuwe gasleverancier
heeft opgeleverd?
Antwoord 6
Het kabinet kan niet ingaan op de details van de gedane aanbesteding van de gemeente
Den Haag. Dat is aan de gemeente Den Haag zelf. In het algemeen kunnen er meerdere
redenen zijn waarom een aanbesteding mislukt, waaronder prijs, eisen in het bestek,
volume dat wordt gevraagd etc.
Vraag 7
Wat doet u om de gemeenten te helpen om een nieuwe gasleverancier te vinden? Hoe zorgt
u er hierbij voor dat gemeenten niet de hoofdprijs betalen of dat zij gecompenseerd
worden voor de extra kosten die zij moeten maken? Ziet u kansen voor samenwerking
tussen gemeenten bij het afsluiten van gascontracten en welke rol kunt u hierbij spelen?
Antwoord 7
Gemeenten konden al een ontheffing aanvragen als bijvoorbeeld geen nieuwe leverancier
gevonden kan worden, om zo te zorgen dat ze niet zonder gas komen te zitten terwijl
ze verder zoeken naar een nieuwe gasleverancier. Ik hoor van diverse gemeenten dat
dit al wel is gelukt. Hierover wordt vanuit het Ministerie van Economische Zaken en
Klimaat (EZK) al een aantal maanden het gesprek gevoerd met onder meer de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG), waterschappen, Interprovinciaal Overleg (IPO), en
meerdere andere partijen.
Omdat vanwege de nationalisatie van SEFE GmbH de bestaande contracten met SEFE Energy
Ltd. aangehouden kunnen worden, verwacht ik niet dat gemeenten nog in de problemen
komen bij het vinden van een gasleverancier.
Aan alle partijen die een contract met SEFE hadden, maar deze voortvarend hebben opgezegd,
ben ik voornemens een tegemoetkoming te geven voor de meerkosten die zij tussen 10 oktober
en 31 december 2022 hebben gemaakt. Ook ga ik graag verder in gesprek met de partijen
die een contract hebben opgezegd dat na 1 januari 2023 door zou lopen, gelet op de
verruiming van de ontheffingsmogelijkheid tot en met 31 maart 2023. Hierbij weeg ik
mee dat deze groep na 1 januari 2023 ook deels gebruik kan maken van de andere maatregelen
die zijn aangekondigd om het effect van de hoge energieprijzen te dempen.
Daarnaast moedig ik gemeenten, net als alle partijen in Nederland, aan om te kijken
wat er mogelijk is om energieverbruik in het algemeen te verlagen om zo de kosten
te drukken.
Vraag 8
Wat doet u om gemeenten te helpen om energie te besparen zonder dat de gemeentelijke
dienstverlening hieronder te lijden heeft?
Antwoord 8
Wij zijn op dit moment in gesprek met gemeenten naar aanleiding van deze casuïstiek,
en vragen hierbij expliciet naar mogelijkheden die zij zelf zien om te besparen en
waar ze mogelijk hulp bij nodig hebben. Dit kan bijvoorbeeld steun zijn voor het gebruik
van schonere technieken, het leveren van kennis en expertise etc. Ook kunnen gemeenten
aanvragen indienen voor de subsidie duurzaam maatschappelijk vastgoed (DuMaVa) voor
verduurzamingsmaatregelen van gemeentelijk vastgoed.
Vraag 9
Klopt het dat gemeenten geen instrumenten voorhanden hebben om energiebesparende maatregelen
op te leggen in hun gemeenten? Bent u voornemens om landelijke regels in te stellen
die energiebesparing verplichten of om gemeenten de mogelijkheid te geven om dit zelf
te verplichten?2
Antwoord 9
Nee. De landelijke energiebesparingsplicht verplicht bedrijven en instellingen met
een verbruik van 50.000 kWh elektriciteit of 25.000 m3 aardgas alle energiebesparende maatregelen met een vijf jaar terugverdientijd uit
te voeren. Gemeenten en hun omgevingsdiensten hebben dus een belangrijke rol in het
toezicht op de landelijke energiebesparingsplicht voor bedrijven en instellingen.
Het kabinet verbreedt deze plicht en scherpt deze plicht momenteel aan en heeft ook
meer middelen vrijgemaakt voor de handhaving er van. Daarnaast kunnen gemeenten besparingsmaatregelen
uitvoeren in eigen kantoren en bedrijfsvoering in hun gemeente. Niet alle mogelijke
energiebesparende maatregelen verdienen zich in vijf jaar terug en bedrijven met een
beperkt energiegebruik vallen niet onder de plicht. Lokale afspraken of voorschriften
(o.a. op basis van de Woningwet) kunnen in sommige gevallen hier invulling aan geven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.