Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over de recente aardbevingen in Groningen, schadeherstel en versterking
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de recente aardbevingen in Groningen, schadeherstel en versterking (ingezonden 12 oktober 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
14 november 2022).
Vraag 1
Erkent u dat Groningen met de aardbeving bij Wirdum wederom een enorme klap heeft
gekregen en het vertrouwen dat het ooit nog goedkomt met schadeherstel en versterking
bij velen weg is? Herkent u de verhalen van gedupeerden die schade niet meer willen
melden omdat ze geen vertrouwen hebben dat de overheid die schade goed gaat oplossen?
Antwoord 1
Ja. De aardbeving is door velen gevoeld: veel bewoners zijn geschrokken en hebben
nieuwe schade. Ik herken het door u geschetste beeld van gebrek aan vertrouwen in
de overheid bij vele bewoners van het aardbevingsgebied. Dit komt ook naar voren in
de gesprekken die ik regelmatig voer met bewoners, zoals onlangs in Wirdum. Ik zou
bewoners toch willen stimuleren hun schade te melden, omdat alleen bij gemelde schades
de schade-afhandeling in gang wordt gezet.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het huidige systeem faalt en een crisisaanpak noodzakelijk is?
Deelt u de mening dat er, enkel wanneer wantrouwen en geld niet langer leidend zijn,
gewerkt kan worden aan een oplossing?
Antwoord 2
Het huidige systeem is er nog niet in geslaagd om in voldoende mate te voldoen aan
de terechte verwachtingen van bewoners van het aardbevingsgebied, en daarmee het vertrouwen
in de overheid te herstellen. Mede daartoe aangespoord door de motie-Kops over een
crisisaanpak en de motie-Van Wijngaarden c.s. over een gebiedsgerichte aanpak (Kamerstuk
33 529, nr. 963 en 961) ben ik gestart met de dorpenaanpak (Kamerstuk 33 529, nr. 1024). De dorpenaanpak kan worden gezien als een crisisaanpak die de versterking ten opzichte
van de huidige praktijk moet versnellen en meer duidelijkheid moet geven aan bewoners.
Ik heb de heer Wientjes aangesteld als Verbinder (Kamerstuk 33 529, nr. 1036). Zoals toegezegd in het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen van 29 september jl. stuur
ik uw Kamer binnenkort zijn advies hierover en mijn appreciatie daarvan. Ten aanzien
van de schadeafhandeling heb ik aangegeven te bekijken of een andersoortig schademodel
kan bijdragen aan een betere schadeafhandeling ten behoeve van de bewoners. Ik kom
hier begin volgend jaar op terug. Bij alles wat ik hierboven noem is het van belang
om als basis uit te gaan van vertrouwen in de burger. Daarnaast zijn in mijn overwegingen
financiële belangen altijd van secundair of zelfs tertiair belang.
Vraag 3
Deelt u de mening dat er deze week nog maatregelen kunnen en moeten worden genomen
die gedupeerden direct helpen?
Antwoord 3
Ik lees uw vraag als dat u met «deze week» doelt op de week na de aardbeving in Wirdum.
Bewoners met schade kunnen na een aardbeving direct bij het IMG terecht, het IMG handelt
de schademeldingen af volgens de reguliere procedures. Voor mogelijke acuut onveilige
situaties geldt dat deze binnen 48 uur beoordeeld worden. Waar nodig worden er veiligheidsmaatregelen
getroffen. Bij elke nieuwe beving wordt er bekeken of er iets aanvullends nodig is.
Zo is er bij de beving bij Wirdum van 3,1 op de schaal van Richter door de gemeente
besloten het dorpshuis te openen, zodat het IMG en NCG een pop-up bewonersloket konden
inrichten en vragen van bewoners konden beantwoorden als ook het helpen bij het doen
van een schademelding.
Vraag 4
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid direct te stoppen
met het inzetten van de landsadvocaat om tegen gedupeerden te strijden?
Antwoord 4
Het IMG heeft als doel bezwaar- en (hoger) beroepsprocedures zoveel als mogelijk te
voorkomen. Voor deze procedures heeft het IMG de inzet van juristen nodig. Deels heeft
IMG deze zelf in huis, maar dit is niet voldoende voor de (hoger) beroepsprocedures.
Daarom wordt de Landsadvocaat ingeschakeld.
Sommige bewoners die bezwaar en beroep aantekenden vertellen mij dat zij dit als een
oneerlijke juridische strijd hebben ervaren. Daar wil ik iets aan doen. In het Commissiedebat
Mijnbouw/Groningen op 29 september jl. heb ik aangegeven open te staan voor de suggestie
van bijvoorbeeld mediation, om een belastende gang naar de rechter te voorkomen. Hierover
ben ik in gesprek met het IMG. Het IMG verkent zelf ook mogelijkheden om de procedure
voor bewoners die het niet eens zijn met een besluit te verbeteren. Met de novelle
op de Wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van
gebouwen in de provincie Groningen (het Wetsvoorstel Versterken), die momenteel ter
behandeling voorligt in uw Kamer, voorzie ik daarnaast in de mogelijkheid van financiële,
technische en juridische bijstand in de fase van bezwaar of beroep.
Vraag 5
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid de kosten die
mensen hebben gemaakt voor juridische en technische ondersteuning alsnog snel vergoeden?
Antwoord 5
De novelle op het wetsvoorstel versterken, die momenteel ter behandeling voorligt
in uw Kamer, voorziet in een subsidie voor financiële, technische en juridische bijstand
in de fase van bezwaar of beroep die wordt verstrekt door de raad voor rechtsbijstand.
Hiermee wordt na inwerkingtreding van het wetsvoorstel voorzien in kosteloze ondersteuning.
De novelle voorziet niet in terugwerkende kracht.
Vraag 6
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid de vergoeding
voor immateriële schade te verhogen?
Antwoord 6
Nee. Het IMG is als onafhankelijk instituut verantwoordelijk voor het vergoeden van
immateriële schade en heeft hiertoe met grote zorgvuldigheid een werkwijze ontwikkeld.
Het IMG geeft aan dat zij hierbij van ruimere marges uitgaat dan gesteld in eerdere
externe adviezen en regelingen. Daarbij diende een balans gevonden te worden tussen
het creëren van voldoende ruimte om recht te doen aan persoonlijke ervaringen van
bewoners enerzijds, en uitvoerbaarheid ter voorkoming van lange doorlooptijden of
ingewikkelde procedures anderzijds; hetgeen juist tot meer leed zou kunnen leiden.
Vraag 7
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid een compensatieregeling
aan te kondigen voor mensen die eigen geld hebben moeten uitgeven door de schadeafhandeling
en versterking?
Antwoord 7
Voor afhandeling van schade door het IMG en versterking door de NCG geldt dat bewoners
geen eigen geld hoeven in te zetten. Het uitgangspunt is een laagdrempelige en kosteloze
procedure in het publieke bestel. Als blijkt dat mensen inderdaad kosten hebben moeten
maken voor noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, dan worden deze kosten vergoed.
Vraag 8
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om de ongelijkheid
bij de versterkingsoperatie aan te pakken door bewoners van woningen die identiek
of vergelijkbaar zijn met die van bewoners die onder oude normen vallen alsnog de
keuze te geven voor de meer ruimhartige maatregelen? Herkent u dat, wanneer in straten
de even nummers wel en de oneven nummers niet weten waar ze aan toe zijn en identieke
of vergelijkbare woningen in nabij elkaar gelegen straten een heel andere aanpak krijgen,
dit zorgt voor nog meer wantrouwen?
Antwoord 8
Ja, sommige verschillen zijn naar hun aard of omvang niet of moeilijk uitlegbaar en
leiden tot onvrede en daarnaast ook aantasting van de sociale cohesie. Verschillen
in de behandeling van bewoners passen niet bij het goed uitlegbare en ruimhartige
schadeherstel en afronding van de versterkingsopgave die het kabinet zich ten doel
heeft gesteld. Zoals ik eerder met uw Kamer heb besproken kom ik voor het WGO van
30 november a.s. met een vervolgbrief over de verschillen. Hierin zal ik ook ingaan
op de situatie die wordt geschetst in deze vraag.
Vraag 9
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om de ongelijkheid
bij de schadeafhandeling aan te pakken? Bent u bereid om de schadeafhandeling te heropenen
voor mensen die nu geen succesvolle melding kunnen doen, zoals bij de gasopslagen?
Antwoord 9
Zoals ook aangegeven in mijn Kamerbrief van 26 september jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 1076), denk ik na over een oplossing voor onwenselijke, moeilijk uitlegbare verschillen
tussen bewoners in op het oog vergelijkbare situaties. Hier zal ik uw Kamer voor het
volgende debat nader over informeren. Zie het antwoord op vraag 10 voor een toelichting
met betrekking tot de schadeafhandeling in de omgeving van de gasopslagen Grijpskerk
en Norg.
Vraag 10
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om te zorgen
dat het bewijsvermoeden juist gehanteerd gaat worden? Deelt u de mening dat de trillingstool
niet leidend mag zijn en er gestopt moet worden met het spreken over effectgebieden
die puur en alleen gebaseerd zijn op dit computermodel?
Antwoord 10
Het bewijsvermoeden houdt in dat als redelijkerwijs aangenomen kan worden dat schade
is veroorzaakt door gaswinning uit het Groningenveld of de gasopslag bij Norg, deze
schade door het IMG vergoed wordt. Het ontlast bewoners doordat bij twijfel wordt
vermoed dat de schade is ontstaan door de gaswinning. Dit betekent echter nog niet
een onvoorwaardelijke toekenning van schadevergoeding.
Ik begrijp dat er in specifieke situaties onduidelijkheid is ontstaan over de toepassing
van het bewijsvermoeden en acht eenduidigheid in de schadeafhandeling wenselijk. Daarom
heb ik eerder, in lijn met de motie Mulder (Kamerstuk 33 529, nr. 973), al besloten het bewijsvermoeden ook toe te passen op de gasopslag Grijpskerk. Daarnaast
heb ik in het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen op 29 september jl. aangegeven dat
ik ongelukkig ben met het feit dat schade op voorhand afgewezen wordt, waar dat voorheen
niet het geval was. U ontvangt hier binnenkort een Kamerbrief over.
Vraag 11
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om te zorgen
dat oude schades, inclusief funderingsschades, opnieuw beoordeeld kunnen worden nu
het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) toegeeft dat er onterechte afwijzingen
waren?
Antwoord 11
Nee. Er is geen sprake van een nieuwe beoordeling: het IMG is voornemens een aanvullende
vaste vergoeding na geheel of gedeeltelijke afwijzing van fysieke schade te introduceren.
Groningers die in het verleden geen of een geringe schadevergoeding kregen, gaat het
IMG de keuze bieden om dit aan te vullen tot een vaste vergoeding van 5.000 euro.1 Zoals ook aangegeven in mijn Kamerbrief van 26 september jl. werkt het IMG deze regeling
momenteel uit en verwacht het in de tweede helft van 2023 hiermee van start te kunnen
gaan.
Vraag 12
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om te zorgen
dat de 25 miljoen euro, gereserveerd voor mensen die te weinig waardedaling vergoed
kregen van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), spoedig zal worden uitbetaald?
Antwoord 12
Ja, mijn inzet is en blijft dat bewoners deze tegemoetkoming zo snel mogelijk ontvangen.
Onlangs heb ik u schriftelijk geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking
tot de tegemoetkoming voor bewoners die een lagere schadevergoeding voor waardedaling
hebben ontvangen (Kamerstuk 33 529, nr. 1070). Hierin heb ik aangegeven dat het uitkeren van deze tegemoetkoming een aanvulling
is op de bestaande taak van het IMG en dat de wettelijke grondslag hiervoor wordt
geregeld middels een algemene maatregel van bestuur die op 21 juli jl. is aangeboden
aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Zoals toegezegd in die brief informeer
ik hier binnenkort uw Kamer over.
Vraag 13
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om de lege pot
voor monumenten in het gebied te vullen?
Antwoord 13
Ja. Ik heb uw Kamer op 19 oktober jl. per brief (Kamerstuk 32 156, nr. 121) geïnformeerd over de financiële dekking voor de regelingen Rijksmonumenten aardbevingsgebied
Groningen, met hulp van de NCG.
Vraag 14
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om met spoed
wettelijk vast te leggen dat de gaswinning stopt per 1 oktober 2023?
Antwoord 14
Ik wil de gaswinning zo snel als mogelijk beëindigen en streef er naar de winning
in 2023 of uiterlijk 2024 definitief te stoppen. Gezien de onzekere situatie, mede
als gevolg van de oorlog in Oekraïne, kies ik er nu niet voor om dit wettelijk vast
te leggen.
Vraag 15
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om te garanderen
dat er geen belasting wordt geheven of gekort wordt op toeslagen omdat mensen schadeloosstellingen
krijgen en gebruik maken van regelingen specifiek voor mijnbouwgedupeerden?
Antwoord 15
Het IMG is bevoegd om, naast fysieke schade aan woningen, alle vormen van aardbevingsschade
veroorzaakt door de gaswinning af te handelen. Dit geldt dus ook voor fiscale gevolgschade.
Daarnaast hebben gemeenten de mogelijkheid om te beslissen of de schadevergoeding
wordt vrijgelaten van belasting. In de praktijk heeft een aantal gemeenten in het
aardbevingsgebied regels opgesteld waarin de schadevergoedingen voor mijnbouwschade
worden vrijgelaten van belasting. Ik zal het gesprek aangaan met gemeentes die nog
niet dergelijke regels hebben opgesteld.
Vraag 16
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om de ongelijkheid
bij de waardedalingsregeling aan te pakken en de aangenomen Kamermoties daarover uit
te voeren?
Antwoord 16
Het gebied waar het IMG schade door waardedaling vergoedt, is afgebakend op basis
van uitgebreid onderzoek door Atlas Research en een onafhankelijk advies aan het IMG
van een deskundigencommissie. Het toepassingsgebied is vervolgens zekerheidshalve
ruim afgebakend, zodat mensen op de grens daarvan niet tekort wordt gedaan. Zoals
ik mijn brief over verschillen in de schadeafhandeling en versterkingsoperatiegave
heb aangegeven, vind ik de (geografische) afbakening van diverse regelingen redelijk
als deze aansluit op de feitelijk aanwezige veiligheidsrisico’s, schades en ervaren
overlast (Kamerstuk 33 529, nr. 1076).
Vraag 17
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om de compensatieregelingen,
zoals de tienduizend-euroregeling, die gebaseerd zijn op de postcode van de waardedalingsregeling,
uit te breiden? Deelt u de mening dat plaatsen waar schade is ontstaan, ook door de
recente bevingen bij onder andere Uithuizen en Wirdum, nu uitgesloten zijn van compensatieregelingen?
Antwoord 17
Nee. De regeling is naar aanleiding van de bestuurlijke afspraken uit november 2020
in overleg met de regio vastgesteld. De regeling is specifiek bedoeld voor eigenaren
voor wie het niet altijd duidelijk was of hun huis in de versterkingsopgave zou worden
opgenomen. Deze eigenaren worden met de regeling in staat gesteld achterstallig onderhoud
te verrichten en hun woning te verbeteren, nadat duidelijk is geworden dat zij niet
in de versterkingsopgave zijn opgenomen. Het kunnen aanvragen van de subsidie is niet
gerelateerd aan de vraag of er sprake is van schade of niet.
Vraag 18
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om de waardevermeerderingsregeling
niet uit te kleden en onverkort door te zetten in de komende jaren?
Antwoord 18
Ik heb uw Kamer over dit onderwerp deze week een brief gestuurd waarin ik nader uiteenzet
hoe de regeling verlengd wordt.
Vraag 19
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, bent u bereid om te erkennen
dat er een generatie opgroeit die in de steek gelaten is door de overheid en bent
u bereid de komende decennia te investeren in hun toekomstperspectief?
Antwoord 19
Ik erken dat de situatie voor de jongere generatie in het aardbevingsgebied zorgwekkend
is. Hun situatie heeft mijn volle aandacht. Naar aanleiding van de gesprekken die
ik heb gevoerd met kinderen wil ik samen met de Kinderombudsman een campagne starten
voor de kindertelefoon, zodat kinderen weten dat ze daar heen kunnen bellen om over
(de gevolgen van) de aardbevingen te praten.2 Zoals ik eerder met uw Kamer heb besproken kom ik binnenkort met een brief over de
mentale gevolgen van de aardbevingsproblematiek, waarin ik onder meer zal ingaan op
de situatie van de jongere generatie.
Vraag 20
Indien u instemmend heeft geantwoord op de derde vraag, welke maatregelen wilt u nog
meer op korte termijn nemen om gedupeerden te steunen?
Antwoord 20
Ik kijk altijd of aanvullende maatregelen om eigenaren te steunen wenselijk, nuttig
en mogelijk zijn. In de beantwoording van uw vragen 2 tot en met 19 heb ik uiteengezet
wat mijn inzet is voor de aanpak van de problemen waar gedupeerden tegenaan lopen.
Vraag 21
Kent u de conclusie van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) van juli 2022 dat er
meer bevingen plaatsvinden dan van tevoren werd ingeschat? Wat heeft u gedaan met
de uitspraak van de inspecteur-generaal dat het verontrustend is dat het nu al waarschijnlijk
het derde jaar op rij is dat we «hoger uitkomen»?
Antwoord 21
Ja, ik ben bekend met de conclusies van SodM. Het aantal aardbevingen zit aan de bovenkant
van de bandbreedte. Daarom heeft SodM NAM verzocht nader onderzoek te doen naar het
antwoord op de vraag in hoeverre de verwachtingen uit de seismische dreigings- en
risicoanalyses (SDRA) passen bij de waargenomen aardbevingen en de mogelijke oorzaken
voor eventuele verschillen. Ik heb TNO specifiek gevraagd om in het kader van de modelontwikkeling
een bijdrage te leveren aan dit onderzoek. Ik houd de voortgang van beide onderzoeken
nauwlettend in de gaten en zal uw Kamer informeren over de uitkomsten van deze onderzoeken.
Vraag 22
Welke onderzoeken lopen er momenteel naar de recente serie van bevingen, waaronder
de aardbeving bij Wirdum, de serie aardbevingen bij Uithuizen en de meest recente,
die op 11 oktober plaatsvond? Wanneer zijn deze gereed?
Antwoord 22
Van zowel de aardbeving bij Wirdum van 8 oktober jl. als van de reeks aardbevingen
bij Uithuizen in de periode van augustus tot en met oktober van dit jaar heeft de
NAM korte zogenaamde 48-uurs analyses opgeleverd van de bevingen en de veiligheidsrisico's,
die vervolgens zijn geduid door het SodM.
Voor zowel de beving bij Wirdum als de bevingen bij Uithuizen heeft de NAM daarnaast
uitgebreide analyses gemaakt. De duiding op deze uitgebreide analyses wordt op dit
moment gedaan door het SodM. Hierin wordt eveneens getoetst of het veiligheidsrisico
significant afwijkt van de gegevens die zijn verstrekt ter onderbouwing van de operationele
strategie. Ik verwacht deze uitgebreide analyses en de duiding erop door het SodM
in de eerste helft van november 2022 met uw kamer te kunnen delen.
Naast bovenstaande analyses werkt NAM een onderzoeksopzet uit over de vraag in hoeverre
de verwachtingen uit de seismische dreigings- en risicoanalyses passen bij de aardbevingen
van de laatste tijd, en hoe eventuele verschillen kunnen worden verklaard. Zie hiervoor
ook mijn antwoord op vraag 21.
Vraag 23
Is de huidige Seismische Dreigings- en Risicoanalyse (SDRA) van TNO na de recente
serie aardbevingen nog actueel of moet deze worden bijgesteld?
Antwoord 23
Zoals bij vraag 22 aangegeven heeft NAM voor haar speciale rapportages (in verband
met het overschrijden van de wettelijke signaalwaarde voor aardbevingsdichtheid) getoetst
of het veiligheidsrisico significant afwijkt van de gegevens die zijn verstrekt ter
onderbouwing van de operationele strategie. SodM beoordeelt op dit moment de analyses
van NAM en zal mij hierover nader adviseren Ik verwacht in de eerste helft van november
uw kamer hierover nader te kunnen informeren
In oktober heb ik wel een aanvullende SDRA aangevraagd voor het huidige gasjaar (2022/2023).
Deze aanvullende SDRA staat los van de recente bevingen. De regionale overheden in
Groningen hebben namelijk in een zienswijze op het ontwerpbesluit aangegeven zorgen
te hebben of alle mogelijk onveilige huizen wel voldoende in beeld zijn. Deze zorgen
zijn nadrukkelijk door de regio bij mij onder de aandacht gebracht. Dit heb ik ter
harte genomen en ik wil geen twijfel laten bestaan over welke huizen mogelijk onveilig
zijn. Daarom heb ik TNO gevraagd een SDRA met in ieder geval de door SodM geadviseerde
modelinstellingen uit te voeren voor het winningsniveau van 2,8 miljard Nm3, in plaats van een winningsniveau van 1,7 miljard Nm3 waarmee in de huidige SDRA is gerekend. U bent hierover eerder geïnformeerd (Kamerstuk
33 529, nr. 1072).
Vraag 24
Welke gevolgen heeft deze hogere seismiciteit voor de versterkingsoperatie?
Antwoord 24
De hogere seismiciteit heeft geen gevolgen voor de versterkingsoperatie. In de versterkingsoperatie
wordt rekening gehouden met een zwaardere beving dan de bevingen die tot nu toe in
Groningen hebben plaatsgevonden. De kans op een dergelijke beving is gelukkig erg
klein, zegt onder meer het SodM. Ik zet alles op alles om de versterkingsoperatie
zo snel als mogelijk uit te voeren zodat onveilige huizen aan de veiligheidsnorm voldoen.
Vraag 25
Hoeveel gegronde meldingen van Acuut onveilige situaties (AOS) zijn er de afgelopen
maanden geweest? Welke maatregelen zijn hierbij genomen?
Antwoord 25
Er zijn de afgelopen 6 maanden (mei t/m oktober) 237 meldingen van acuut onveilige
situaties bij het IMG gedaan, waarvan 37 gegrond zijn bevonden. In deze gevallen zijn
er preventieve maatregelen genomen. Dit zijn tijdelijke oplossingen gericht op constructieve
veiligheid en divers van aard. De afgelopen maanden zijn onder meer het plaatsen van
stutten, het aanbrengen van ondersteuning onder keukenkastjes en het gedeeltelijk
afzetten/sluiten van een winkel als preventieve maatregelen genomen.
Vraag 26
Welke maatregelen kunnen aanvullend worden genomen om de veiligheid van Groningers
te verhogen?
Antwoord 26
De twee belangrijkste maatregelen zijn het stoppen van de gaswinning en het versterken
van huizen. Ik wil beide maatregelen zo snel mogelijk realiseren.
Vraag 27
Erkent u het recht van burgers op informatie van de overheid en daarmee het belang
van de Wet open overheid (Woo)?
Antwoord 27
Ja.
Vraag 28
Hoe kan het dat inwoners die op basis van de Woo een verzoek indienen bij de Nationaal
Coördinator Groningen (NCG) de volgende reactie krijgen «Helaas heeft de NCG momenteel
geen jurist in dienst die zich bezig houdt met de Woo verzoeken»?
Antwoord 28
Deze situatie is ongewenst. De NCG is als overheidsinstantie gehouden aan de Wet open
overheid (Woo) en heeft daarmee de verplichting zich in te spannen om, binnen de daarvoor
vastgestelde termijnen en uitzonderingen, documenten te verstrekken om aan de informatiebehoefte
van een verzoeker te voldoen.
Ondanks inspanning van de NCG kunnen door de krappe arbeidsmarkt niet alle openstaande
vacatures meteen ingevuld worden. Dit geldt ook voor de vacature voor een Woo-jurist.
Betrokkenen worden in die gevallen geïnformeerd dat het langer duurt en dat de NCG
in contact treedt zodra beantwoording kan plaatsvinden. Dit betekent niet dat de afhandeling
van Woo-verzoeken stil ligt.
Vraag 29
Hoe kan het dat de NCG stelt dat Woo-verzoeken momenteel niet behandeld worden? Hoe
kan het dat de NCG stelt dat men niet weet wanneer er weer Woo-verzoeken behandeld
kunnen worden?
Antwoord 29
Zie antwoord op vraag 28.
Vraag 30
Hoe vaak zijn bij de NCG ingediende verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid
van bestuur en de Woo in de afgelopen jaren niet binnen de wettelijke termijnen beantwoord?
Hoe vaak bij het IMG?
Antwoord 30
Bij de NCG zijn van alle tot nu toe afgehandelde verzoeken in het kader van de Wob
en de Woo, twintig niet binnen de wettelijke termijnen beantwoord.
Bij het IMG zijn van alle tot nu toe afgehandelde verzoeken in het kader van de Wob
en de Woo, zes niet binnen de wettelijke termijnen beantwoord. In totaal zijn dertien
verzoeken afgehandeld, allen inmiddels gepubliceerd op de website van het IMG.3
Vraag 31
Hoeveel van het extra budget vrijgemaakt voor het laten functioneren van de Woo zal
worden ingezet voor de NCG? Hoeveel voor het IMG?
Antwoord 31
Aan de NCG is in 2022 in totaal 234.000 euro toegekend voor de Woo en actieve openbaarmaking.
Aan het IMG in 2022 in totaal 60.000 euro toegekend voor de Woo en actieve openbaarmaking.
De verdeling van het extra vrijgemaakte budget voor het laten functioneren van de
Woo voor 2023 staat nog niet vast.
Vraag 32
Deelt u de mening dat het een uitermate slechte zaak is als bewoners het recht op
een open overheid zo wordt ontnomen? Juist op één van de helaas vele dossiers waarin
het vertrouwen in de overheid al zo ver zoek is?
Antwoord 32
Het recht van burgers op informatie van de overheid en daarmee het belang van de Wet
open overheid staat buiten kijf.
Vraag 33
Kunt u zich herinneren gesproken te hebben met de bewoners van de Ommelanderstraat
waarvan de even huisnummers sloop-nieuwbouw krijgen terwijl de oneven huisnummers
al jaren in onzekerheid zitten?
Antwoord 33
Ja.
Vraag 34
Herkent u dat deze bewoners met oneven huisnummers begin dit jaar werd beloofd dat
hun versterkingsrapport in het eerste kwartaal van dit jaar klaar zou zijn en in het
tweede kwartaal van dit jaar met hen besproken zou worden?
Antwoord 34
Ja.
Vraag 35
Herkent u voorts dat er vervolgens weer nieuwe vertraging kwam en de bewoners hoorden
dat de typologie van hun woning niet gereed was, dat het tot het einde van dit jaar
zou duren en dat dit vervolgens weer werd uitgesteld naar 2023?
Antwoord 35
Ja.
Vraag 36
Is het u bekend dat er inmiddels weer vertraging is opgetreden voor deze bewoners?
Is het u bekend dat TNO de typologie waaronder deze bewoners zouden vallen heeft afgewezen?
Antwoord 36
Ja. De woningen van deze bewoners vallen in de typologie Metselwerk 3. Het Adviescollege
Veiligheid Groningen (ACVG) heeft besloten om deze typologie niet meer te valideren.
Dit betekent dat de woningen met de NPR worden beoordeeld. Ik zet mijn ervoor in dat
de beoordelingen van deze woningen worden versneld.
Vraag 37
Weet u dat de bewoners nu te horen hebben gekregen dat hun huizen opnieuw beoordeeld
moeten worden? Weet u dat dit betekent dat de bewoners opnieuw te horen hebben gekregen
dat ze nog een jaar moeten wachten voordat ze het versterkingsrapport zullen ontvangen?
Antwoord 37
Ja. Ik kan mij goed voorstellen dat dit erg frustrerend is voor bewoners. Tegelijkertijd
is het in het belang van bewoners dat zorgvuldig en op basis van gevalideerde methoden
wordt beoordeeld wat nodig is voor de veiligheid.
Vraag 38
Klopt het dat u in gesprek met de bewoners van deze woningen eerder erkend heeft dat
u hun situatie niet uitlegbaar vindt?
Antwoord 38
Ja. Ik heb tegen deze bewoners gezegd dat deze situatie mij op het eerste oog onuitlegbaar
lijkt, maar dat ik tijd nodig heb om de situatie met gemeente en de NCG te beoordelen.
Vraag 39
Wat gaat u doen nu deze bewoners opnieuw worden geconfronteerd met vertraging?
Antwoord 39
Ik zet mij ervoor in dat de beoordelingen van de woningen worden versneld.
Antwoord 40
Voor hoeveel vaart zorgt de typologieaanpak, waarover u in februari stelde dat met
de ingevoerde typologieaanpak vaart gemaakt kan worden met de versterkingsoperatie.
Antwoord 40
Bij een NPR-beoordeling wordt per woning of woningblok een uitgebreide opname gedaan
waarna een complexe berekening voor het blok wordt uitgevoerd. De processtappen tot
aan de oplevering van een NPR-beoordeling kosten gemiddeld 9 maanden. Bij een typologische
beoordeling is vooraf berekend of woningen met bepaalde kenmerken wel of niet aan
de veiligheidsnorm voldoen. Vervolgens wordt tijdens de opname gekeken of de kenmerken
van de woningen overeenkomen met de typologie. Past deze woning in de typologie dan
is een individuele berekening niet aan de orde. Dit betekent dat met de aanwezige
typologieën snel kan worden gewerkt. Hierdoor is de doorlooptijd van een beoordeling
op basis van een typologie gedaald tot enkele maanden.
Vraag 41 en 42
Bij hoeveel huizen blijkt, net als bij de huizen aan de Ommelanderstraat, de typologieaanpak
voor vertraging te zorgen? Voor hoeveel vertraging zorgt dit?
Herkent u dat dit niet een uitzondering is, maar dat er meer bewoners in vergelijkbare
situaties zitten?
Antwoorden 41 en 42
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 36 heb aangegeven, wordt de typologie Metselwerk
3 niet toegepast. In de werkvoorraad van de NCG waren in totaal 376 woningen aan de
typologie Metselwerk 3 gekoppeld. Ik stuur er op dat alle beoordelingen in 2023 zijn
afgerond. Vanaf dat moment is het voor alle bewoners duidelijk of hun woning moet
worden versterkt. De NCG ligt daartoe nog steeds op koers. Daarnaast heb ik u tijdens
het commissiedebat van 29 september jl. toegezegd dat de NCG bewoners ieder halfjaar
zal informeren over de voortgang van hun versterkingstraject.
Vraag 43
Herkent u dat veel huurders van de woongroep Marenland in onzekerheid zitten vanwege
de recente ontwikkelingen bij deze corporatie? Kent u het bericht «Woongroep Marenland
houdt op te bestaan na herverdeling huizen: «De opgave is te groot voor de huidige
organisatie»»?4
Antwoord 43
Ik kan mij voorstellen dat de recente ontwikkelingen bij woningcorporatie Woongroep
Marenland voor onrust zorgen bij bewoners. Huurders van Woongroep Marenland hoeven
zich geen zorgen te maken. Het onderzoek van Marenland richt zich op herverdeling
van het bezit onder andere corporaties binnen het versterkingsgebied. De woningen
blijven dan corporatiebezit en de nieuwe eigenaren hebben ervaring met de versterkingsopgave.
Dit moet ertoe leiden dat een eventuele herverdeling geen consequenties heeft voor
de dienstverlening en de geplande projecten van de organisatie. Woongroep Marenland
heeft mij verzekerd dat de versterkingsopgave niet zal vertragen. Zodra er meer duidelijkheid
is zal Woongroep Marenland haar huurders verder informeren.
Vraag 44
Is het u bekend dat dit voor veel onrust zorgt onder de bewoners? Hoe gaat gezorgd
worden dat de huurders niet de dupe worden van de situatie die is ontstaan bij woongroep
Marenland? Welke rol kunt u hierin spelen?
Antwoord 44
Ja. Ik heb geen rol bij het onderzoek dat momenteel door Woongroep Marenland wordt
uitgevoerd. Wel blijf ik geïnformeerd en onderhoud ik regulier contact met de corporaties.
De NCG heeft naar aanleiding van het bericht met de corporaties gesproken en ondersteuning
aangeboden wanneer versterkingsprojecten gereed gemaakt zouden moeten worden voor
overdracht. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is verantwoordelijk
voor het beleid en de toezichthouder Autoriteit woningcorporaties (Aw) is reeds op
de hoogte van het voornemen van Woongroep Marenland.
Vraag 45
Kent u de verhalen van bewoners die zich onder druk gezet voelen door Marenland om
hun handtekening te zetten onder versterkingsmaatregelen?
Antwoord 45
Ja, ik heb begrepen dat huurders ondanks de inspanningen van Woongroep Marenland soms
toch ontevreden zijn. Woongroep Marenland gaat in een dergelijke situatie in gesprek
en heeft mij toegezegd zich blijvend in te zetten om met de huurders in kwestie een
oplossing te vinden. Mijn inziens moet hierbij voorkomen worden dat bewoners zich
onder druk gezet voelen.
Vraag 46
Herkent u dat de belofte dat huurders terugkrijgen wat ze hadden niet overal wordt
nagekomen? Kent u de verhalen van mensen die een kleiner huis en een kleinere berging,
zonder ruimte voor hulpmiddelen als een scootmobiel, terug krijgen?
Antwoord 46
Ja, het is mij bekend dat er huurders zijn die klachten hebben over hun nieuwbouwwoning.
Corporaties gebruiken bij de sloop-nieuwbouwtrajecten de ruimte die zij als eigenaar
hebben om toekomstbestendig en in afstemming met het woonwensonderzoek en de gemeentelijke
randvoorwaarden keuzes te maken over het soort nieuwbouw. Woongroep Marenland heeft
mij toegezegd met de huurders die ontevreden zijn in gesprek te gaan voor een passende
oplossing. Dat is maatwerk per huishouden.
Vraag 47
Zijn er voldoende passende wisselwoningen beschikbaar voor alle bewoners van de woongroep
Marenland? Kent u de verhalen van mensen die enkel het aanbod krijgen om in een ander
dorp naar een wisselwoning te gaan, terwijl in dat dorp geen winkel is en de bewoners
geen auto hebben?
Antwoord 47
Ja. Er zijn momenteel voldoende wisselwoningen beschikbaar voor de versterkingsprojecten
bij Woongroep Marenland. Ik heb begrepen dat het soms voorkomt dat een huurder niet
tevreden is met de aangeboden wisselwoning. Voor de start van een versterkingsproject
voert de woningcorporatie zelf met haar huurders een gesprek zodat het samen met de
NCG het aanbod af kan stemmen op de specifieke wensen en behoeften van de betreffende
huurders. In de praktijk kan het voorkomen dat het met oog op het aanbod van wisselwoningen
moeilijk is aan alle wensen van de huurder tegemoet te komen. Woongroep Marenland
is met de huurders waarbij dit speelt in gesprek om toch een passende oplossing te
vinden.
Vraag 48
Herkent u dat de huidige gang van zaken voor veel stress en verdriet zorgt bij veel
huurders? Herkent u dat zij het gevoel hebben met hun rug tegen de muur te staan?
Bij wie kunnen zij terecht met hun zorgen?
Antwoord 48
Ik kan mij voorstellen dat sommige huurders stress en verdriet ervaren. Dit betreur
ik. Wanneer huurders er onderling met Woongroep Marenland niet uitkomen, kunnen zij
met hun zorgen terecht bij Huurdersvereniging de Maren of de Klachtencommissie Gezamenlijke
Corporaties Groningen. De Klachtencommissie is een onafhankelijke partij die los staat
van Woongroep Marenland.
Vraag 49
Bent u het eens met de uitspraak van het IMG dat onuitlegbare verschillen in de schadeafhandeling
tot het verleden moeten behoren, zoals gedaan op 4 oktober 2022 op de website van
het IMG in de reacties op vragen van gedupeerden.
Antwoord 49
Ja, verschillen die naar hun aard of omvang niet of moeilijk uitlegbaar zijn en leiden
tot onvrede en bovendien tot aantasting van de sociale cohesie passen niet bij de
navolgbare en ruimhartige schadeafhandeling en afronding van de versterkingsoperatie
die het kabinet zich ten doel heeft gesteld. Daarom vind ik dat voor dergelijke verschillen
een oplossing moet worden gevonden. Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer op 26 september
jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 1076) heb aangegeven denk ik na over een oplossing voor verschillen die ik onwenselijk
vind. Hier zal ik uw Kamer voor het volgende debat nader over informeren.
Vraag 50
Wat betekent dit voor mensen die in het verleden wel de dupe waren van onuitlegbare
verschillen in de schadeafhandeling?
Antwoord 50
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 49.
Vraag 51
Welke zekerheid is er dat deze belofte van een einde aan onuitlegbare verschillen
daadwerkelijk waargemaakt kan worden? Worden voortaan alle schades beoordeeld zoals
met de invoering van het bewijsvermoeden is beoogd?
Antwoord 51
Ik zie het als mijn opdracht om perspectief te bieden, onder meer daar waar moeilijk
uitlegbare verschillen tussen bewoners zijn ontstaan in op het oog vergelijkbare situaties.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 49, denk ik na over een oplossing voor verschillen
die ik onwenselijk vind en zal ik uw Kamer hier voor het volgende debat nader over
informeren.
Vraag 52
Kent u de verhalen van gedupeerden die veel eigen geld hebben moeten investeren? Kent
u citaten als «Het heeft mij meer als 100.000 euro gekost om te zorgen dat ik weer
veilig woon. Ik heb uiteindelijk 1.750 euro van de provincie ontvangen via de commissie
bijzondere gevallen. Ik kon de stukadoor er nog niet eens van betalen»? Zo ja, welke
acties wilt u hierop ondernemen?
Antwoord 52
Nee, ik ken de situaties niet. Dergelijke signalen over individuele gevallen kunt
u altijd met mij te delen. Als blijkt dat mensen inderdaad kosten hebben moeten maken
voor noodzakelijke veiligheidsmaatregelen, dan worden deze kosten vergoed.
Vraag 53
Deelt u de mening dat er regelingen moeten komen om gevolgschades te vergoeden?
Antwoord 53
Er bestaan bij IMG regelingen waarmee bewoners tegemoetkoming voor indirecte kosten
krijgen die zij maken als gevolg van de melding van schade. Zie ook het antwoord op
vraag 7. Ik geef u twee voorbeelden: in het geval van thuisblijven voor een schadedeskundige,
krijgen bewoners deze overlast vergoed bij het uiteindelijke besluit. Ook voor de
eventuele inzet van extra deskundigen, is er een regeling beschikbaar om deze, onder
bepaalde voorwaarden, vergoed te krijgen.
Vraag 54
Wat gaat u doen voor gedupeerden die door handelen van banken en hypotheekverstrekkers
in de problemen (zijn ge)komen?
Antwoord 54
Ik ben, conform mijn toezegging aan uw Kamer in het Commissiedebat Mijnbouw/Groningen
op 30 juni jl., in gesprek met hypotheekverstrekkers. Ik heb ook het Interventieteam
gevraagd om een nadere analyse van de problematiek en heb gesproken met hypotheekadviseurs
en taxateurs in het aardbevingsgebied. De banken zijn zich over het algemeen goed
bewust van de problematiek en hebben hier de afgelopen tijd hun dienstverlening op
verbeterd. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Nederlandse
Vereniging van Banken (NVB) en het Verbond van Verzekeraars hebben eerder afspraken
gemaakt over hypotheken in het aardbevingsgebied (zie Kamerstuk 33 529, nr. 615). De hypotheekverstrekkers geven de eigenaar toestemming tot sloop-nieuwbouw van
de te versterken woning waarbij het versterkingsbesluit als vervangende zekerheid
dient. Naast afspraken over deze vervangende hypothecaire zekerheid zijn er ook afspraken
gemaakt over fiscale gevolgen bij het herbouwen op een andere kavel. De meeste knelpunten
met betrekking tot hypotheken bij versterken kunnen op basis van deze algemene afspraken
worden opgelost. Ik heb de banken verder gevraagd te kijken naar maatwerkoplossingen
voor bewoners waarvoor zonder hun hulp geen oplossing voor kan komen en het delen
van kennis en expertise, zodat ook kleinere hypotheekverstrekkers hiervan kunnen profiteren.
Vraag 55
Bent u bekend met de in februari 2020 gestarte bouwimpuls en het in september 2020
getekende bouwakkoord dat moest zorgen voor versnelling van de versterking?
Antwoord 55
Ja.
Vraag 56
Is het u bekend dat een belangrijk onderdeel van deze aanpak was dat de eigenaar zelf
een aannemer kan kiezen (Eigenaar Kiest Bouwer), kan optreden als de opdrachtgever
van de versterking van de woning en in een vroeg stadium aan tafel zit met de aannemer?
Antwoord 56
Ja. Zowel bij de Bouwimpuls als bij Eigenaar kiest Bouwer kan de eigenaar zelf opdrachtgever
zijn van de aannemer.
Vraag 57
Bent u ervan op de hoogte dat het doel was om voor circa 250 adressen waarvoor de
zogenaamde Praktijkaanpak van toepassing is en bij circa 900 adressen met liggende
versterkingsadviezen de versterking te versnellen met regie voor de bewoners?
Antwoord 57
Ja.
Vraag 58
Wat is hier van terecht gekomen?
Antwoord 58
Van de 1150 adressen zijn er tot op heden ongeveer 640 adressen waarbij het Uitvoeringsontwerp
gereed is. In 2021 zijn er in totaal 54 woningen bouwkundig versterkt en opgeleverd.
In 2022 worden er ongeveer 240 adressen bouwkundig versterkt opgeleverd. Voor komend
jaar (2023) staan er ongeveer 260 adressen in de planning om bouwkundig versterkt
op te leveren.
Vraag 59
Herkent u de uitspraken «volgend jaar moet het gebeuren» en «daar mag u mij aan houden»
van nationaal coördinator Groningen Spijkerman bij de ondertekening van het Bouwakkoord?
Antwoord 59
Ja.
Vraag 60
Herkent u dat er in dat «jaar waarin het moest gaan gebeuren» meermaals vertraging
bleek te zijn ontstaan?
Antwoord 60
Ja.
Vraag 61
Herkent u dat het voor de Kamer moeilijk is haar controlerende taak uit te voeren
en na te gaan of het jaar 2021 inderdaad zo succesvol was omdat zowel Eigenaar kiest
Bouwer als het Bouwakkoord niet voorkomen in het jaarverslag van de NCG over 2021?
Herkent u dat de bouwimpuls weliswaar genoemd wordt, namelijk dat het aantal opgeleverde
woningen achterblijft, maar het onduidelijk is wat er uit de evaluatie is gekomen
en of het project voortgezet wordt?
Antwoord 61
De cijfers van Eigenaar Kiest Bouwer zijn terug te vinden in paragraaf 2.4.2 van het
jaarverslag 2021 van de NCG.5 Deze paragraaf gaat over subsidiebesluiten, waar Eigenaar Kiest Bouwer deel van uitmaakt.
Het Bouwakkoord is in het jaarverslag niet genoemd, omdat het akkoord inzet op het
vergroten van bouwcapaciteit en niet op de individuele versterking van gebouwen. Ten
tijde van het opstellen en publiceren van het jaarverslag was de evaluatie en de keuze
voor eventuele voortzetting van Bouwimpuls nog niet afgerond.
Vraag 62
Kunt u zich herinneren dat in de Kamer meermaals aandacht gevraagd is voor vertraging
en problemen die optraden bij de Bouwimpuls (bedrijfsbureau BI), het Bouwakkoord en
Eigenaar Kiest Bouwer, waaronder op 10 september 2021 via een e-mailprocedure, op
20 december 2021 via schriftelijke vragen en op 29 september 2022 tijdens een commissiedebat?
Antwoord 62
Ja.
Vraag 63
Kent u het verhaal van Annette Sins die in het traject «Eigenaar kiest Bouwer» zit
en al maanden in een praktisch leeg huis woont omdat het versterkingstraject muurvast
zit?6
Antwoord 63
Ja. Ik begrijp dat dit erg frustrerend is voor haar. De NCG kijkt samen met de bewoner
en de aannemer naar het vinden van een oplossing.
Vraag 64
Herkent u dat, doordat de NCG de begroting voor de versterking weigert goed te keuren,
mensen in grote onzekerheid zitten?
Antwoord 64
Ja.
Vraag 65 en 66
Hoe kan het dat wordt gesteld dat de zaak complex wordt omdat de NCG verantwoordelijk
is voor de versterking, maar de woning ook bevingsschade heeft?
Staat dit niet haaks op alle beloften die zijn gedaan over de samenwerking tussen
IMG en NCG? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoorden 65 en 66
Het kan zijn dat er bij een woning sprake is van een samenloop van aardbevingsschade
en versterking. Dit betekent niet automatisch dat de betreffende zaak complex is.
Het schadeherstel en de versterking kan met één samenhangend plan worden uitgevoerd
met ondersteuning door één aanspreekpunt.
Vraag 67 en 68
Kent u de uitspraak van de NCG tegen EenVandaag «geen signalen te herkennen dat bij
versterking in beheer van bewoners, financiële discussies ontstaan» en «dat is volgens
hen alleen soms het geval als er sprake is van sloop en nieuwbouw»? Snapt u dat bewoners
die al lange tijd discussie over de financiën hebben met de NCG bij zo’n uitspraak
niet meer weten of ze nou moeten lachen of heel hard moeten huilen?
Welke stappen gaat u zetten om te zorgen dat bewoners niet langer vastlopen bij de
versterking en sloop-nieuwbouw vanwege begrotingen van (bouw-)experts die worden betwist en/of afgekeurd door de NCG?
Antwoorden 67 en 68
Alle kosten die worden gemaakt ten behoeve van de veiligheid van een gebouw worden
vergoed. De uitspraak van de NCG, in het artikel van 8 oktober jl., heeft betrekking
op de situatie dat een bewoner (in geval van ingrijpende versterkingsmaatregelen)
voor sloop-nieuwbouw kiest, daar waar dat niet uit het versterkingsadvies blijkt.
7In dat geval draagt de eigenaar zelf de kosten die bovenop de kosten komen die noodzakelijk
zijn voor de veiligheid van de woning. Als onenigheid ontstaat over de begroting voorafgaand
aan de start van de versterking of sloop en nieuwbouw, gaat de NCG hierover met de
aannemer en de eigenaren in gesprek om gezamenlijk tot een oplossing te komen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.