Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het recent uitgebrachte VN rapport over de mensenrechtenschendingen jegens de Oeigoeren in Xinjiang
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het recent uitgebrachte VN rapport over de mensenrechtenschendingen jegens de Oeigoeren in Xinjiang (ingezonden 9 september 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) en van Minister Schreinemacher
(Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 8 november 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 325.
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport van de Verenigde Naties (VN) over de mensenrechtenschendingen
in Xinjiang dat woensdag 31 augustus jl. is uitgebracht?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het gegeven dat dit VN-rapport bevestigt wat al sinds 2018
wordt onderzocht, te weten dat in de regio van Xinjiang ernstige mensenrechtenschendingen
en inhumane handelingen plaatsvinden zoals gedwongen arbeid, gedwongen abortus en
stelselmatig seksueel misbruik, en wat is uw oordeel hierover?
Antwoord 2
Het rapport bevestigt onze eerdere zorgen over ernstige mensenrechtenschendingen tegen
de Oeigoeren. Naast de schendingen genoemd in de vraag is er volgens het rapport mogelijk
sprake van misdrijven tegen de menselijkheid in Xinjiang. Het Chinese beleid zou hebben
geleid tot dwangarbeid, marteling, mishandeling, seksueel geweld, schending van reproductierechten
en arbitraire vrijheidsbeperking op grote schaal, met schattingen dat het meer dan
1 miljoen gedetineerde leden van Oeigoerse en andere Moslim gemeenschappen in Xinjiang
betreft. Ook spreekt het rapport over transnationale repressie en de intimidatie van
de Oeigoerse diaspora. Ons oordeel is dat dit VN-rapport geloofwaardig is en daarom
serieus dient te worden genomen en opvolging verdient.
Vraag 3
Kunt u aangeven of dit onderzoek het Nederlandse standpunt ten opzichte van deze situatie
heeft veranderd? Zo ja, hoe?
Antwoord 3
Het standpunt van Nederland is onveranderd. Nederland steunt de aanbevelingen van
OHCHR en spoort China aan de arbitrair opgesloten individuen vrij te laten, intimidatie
en vergelding jegens Oeigoeren en andere Moslimminderheden in het buitenland onmiddellijk
stop te zetten, het repressieve beleid in Xinjiang te beëindigen en de individuen
verantwoordelijk voor mensenrechtenschendingen aansprakelijk te houden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat deze mensenrechtenschendingen zeer verwerpelijk zijn en dat
de uitkomsten van dit VN-rapport, afkomstig van het hoogste internationale orgaan
voor de waarborging van mensenrechten, niet ondermijnd mogen worden?
Antwoord 4
Deze mening delen wij.
Vraag 5
Kunt u aangeven welk percentage van de totale handel tussen Nederland en China plaatsvindt
met bedrijven die gevestigd zijn in Xinjiang?
Antwoord 5
Volgens gegevens uit het Chinese douane platform was de waarde van de import en export
tussen Nederland en Xinjiang in 2021 ruim 108 miljoen USD.
Het aandeel van de totale handel tussen Nederland en Xinjiang in 2022 t/m juli bedraagt
52,9 miljoen USD. De totale waarde van de bilaterale handelsrelatie met China in 2021
was ongeveer 73 miljard euro. Dat betekent dat het percentage van de totale handel
tussen Nederland en China met bedrijven die gevestigd zijn in Xinjiang neerkomt op
minder dan 1 procent.
Vraag 6
Bent u bekend met het feit dat de Verenigde Staten wettelijk de import van alle goederen
uit Xinjiang verbieden en dat Duitsland bedrijven wettelijk zal verplichten te voorkomen
dat ergens in de toeleveringsketen dwangarbeid zit?2
Antwoord 6
Ja, ik ben bekend met de wetgeving van de Verenigde Staten gericht op goederen gemaakt
met dwangarbeid en de Duitse wet voor toeleveringsketens.
Vraag 7
Deelt u de opvatting dat dergelijke wettelijke sancties nastrevenswaardig zijn, zeker
met het oog op de aanbeveling uit het rapport om zoveel mogelijk maatregelen te treffen
om mensenrechten binnen de handelsketen te waarborgen?
Antwoord 7
In de Verenigde Staten betreft het een importverbod voor goederen gemaakt met dwangarbeid.
In Duitsland gaat het om wetgeving op gepaste zorgvuldigheid die bedrijven verplicht
risico’s voor mensenrechten – waaronder dwangarbeid –, arbeidsomstandigheden en milieu
in kaart te brengen en aan te pakken.
Het kabinet verwacht van alle Nederlandse bedrijven die internationaal opereren dat
zij maatschappelijk verantwoord ondernemen. In lijn met het coalitieakkoord 2021–2025
bevordert het kabinet in de EU IMVO-wetgeving en voert het nationale IMVO-wetgeving
in. Net als de Duitse wet zal zowel het Europese voorstel voor een richtlijn op het
gebied van IMVO (CSDDD), dat op 23 februari 2022 werd gepresenteerd, als de nationale
wetgeving in voorbereiding, bedrijven verplichten tot gepaste zorgvuldigheid op gebied
van risico’s voor mens en milieu in de waardeketen, inclusief gedwongen arbeid.
Vraag 8
Bent u bereid ten gevolge van dit rapport handelsmaatregelen te treffen jegens China
voor handel afkomstig uit deze regio? Zo nee, kunt u uitleggen waarom voor een andere
koers gekozen wordt dan eerdergenoemde landen?
Antwoord 8
Handelsbeleid is een gemeenschappelijke bevoegdheid van de Europese Unie. Nederland
kan als EU-lidstaat niet zelfstandig een handelsmaatregel introduceren.
De Europese Commissie publiceerde op 14 september jl. een wetgevend voorstel tegen
dwangarbeid. Dit voorstel komt neer op een verbod op het op de Europese markt brengen
en de uitvoer van producten die vervaardigd zijn met dwangarbeid. Het kabinet heeft
zijn positie en inzet op dit voorstel via een BNC-fiche onlangs met uw Kamer gedeeld.
Dwangarbeid doet grove afbreuk aan de waardigheid van mensen, het is onacceptabel
dat er wereldwijd zoveel mensen te maken hebben met dwangarbeid. Het voorstel voor
de verordening kan een belangrijke bijdrage zijn aan het aanpakken van deze misstanden.
De Duitse wet is geen handelsmaatregel, evenmin als de concept-CSDDD en nationale
wetgeving in voorbereiding. Dit zijn wettelijke maatregelen die zien op ketenverantwoordelijkheid
voor bedrijven.
Vraag 9
Hoe verhouden de conclusies van dit rapport zich tot het feit dat in de Beleidsnotitie
«Doen Waar Nederland Goed in is» China juist als een van de focuslanden voor internationale
handel wordt genoemd? Bent u het eens met het feit dat met een land dat structureel
mensenrechten schendt, volgens de uitgangspunten van de nota («Nederland kiest voor
het beschermen van mensenrechten en westerse waarden») juist minder, in plaats van
meer handel gedreven zou moeten worden?
Antwoord 9
De relatie van Nederland en de EU met China is «open waar het kan, beschermen waar
het moet». Dit houdt in dit geval in dat handeldrijven met China mogelijk is, maar
we tegelijkertijd terdege rekening houden met de risico’s hiervan. China is een belangrijke
partner op handelsgebied, onze handelsrelatie omvatte meer dan 73 miljard euro in
2021. Bovendien is samenwerking met China bijvoorbeeld noodzakelijk om de energietransitie
waar te maken, vanwege zijn grote rol in de betreffende waardeketens. Een ambitieuze
inzet op de energietransitie is cruciaal om de wereldwijde klimaatagenda binnen bereik
te houden en er liggen bovendien voor Nederlandse bedrijven veel kansen in de Chinese
markt.
Uiteraard heeft het kabinet ook oog voor de problematische kant van de handelsbetrekkingen,
waaronder m.b.t. mensenrechten. Nederland veroordeelt het schenden van mensenrechten
in alle gevallen en vraagt hier doorlopend aandacht voor. Daar waar handel afbreuk
aan mensenrechten zou doen, dienen passende maatregelen genomen te worden, in eerste
instantie door bedrijven zelf, en waar opportuun door de overheid. Het kabinet verwacht
van alle Nederlandse bedrijven die internationaal opereren dat zij maatschappelijk
verantwoord ondernemen. In lijn met het coalitieakkoord 2021–2025 bevordert het kabinet
in de EU IMVO-wetgeving en voert het nationale IMVO-wetgeving in. Ook wordt bedrijven
hulp geboden bij internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, bijvoorbeeld
via het IMVO-steunpunt en via de sectorale samenwerking. Het kabinet verwacht dat
door deze mix van maatregelen bevorderd wordt dat bedrijven gepaste zorgvuldigheid
in hun waardeketens toepassen en misstanden in hun internationale waardeketens identificeren,
aanpakken en voorkomen. Daarnaast zal, zoals in het antwoord op vraag 8 toegelicht,
de kabinetsappreciatie van de door de Europese Commissie voorgestelde verordening
met betrekking tot een verbod op met dwangarbeid vervaardigde producten aan uw Kamer
toekomen. De handelsrelatie met China biedt voorts ook mogelijkheden om de dialoog
over mensenrechtenschendingen aan te gaan.
Tevens heeft het kabinet toenemende aandacht voor risico’s van strategische afhankelijkheden
van derde landen, waaronder China. Het kabinet mitigeert de risico’s hiervan o.a.
via inzet op diversificatie. Voor de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken gaat
uw Kamer een brief toe over open strategische autonomie, waarin onder andere wordt
ingegaan op de motie voor het oprichten van een interdepartementale taskforce strategische
afhankelijkheden (Motie Brekelmans en Mulder, 35 925, nr. 97)
Vraag 10
Kunt u aangeven op welke manieren Nederland van plan is bij te dragen aan de opvolging
van dit rapport door de VN Mensenrechtenraad, om te zorgen dat dit rapport niet in
een la verdwijnt nu de ambtstermijn van Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, Bachelet,
is verlopen?
Antwoord 10
Nederland heeft tijdens de huidige sessie van de VN Mensenrechtenraad in de nationale
item 2 en item 4 verklaringen China opgeroepen zich te houden aan zijn mensenrechtenverplichtingen.
Tevens heeft Nederland de OHCHR opgeroepen het rapport en de situatie in Xinjiang
met voorrang te bespreken in de VN Mensenrechtenraad. Daarnaast steunt NL een procedurele
resolutie om China op de agenda te krijgen van de volgende Mensenrechtenraad.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.