Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de mobilisatie in Rusland
Vragen van Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de aangekondigde mobilisatie in Rusland (ingezonden 23 september 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 7 november 2022).
Vraag 1
Deelt u onze zorg over de mobilisatie in Rusland als gevolg van de opmars van het
Oekraïense leger?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Begrijpt u dat Russen hun land ontvluchten om te ontkomen aan de mobilisatie? Bent
u het eens dat Nederland en de Europese Unie (EU) deze vluchtelingen welwillend tegemoet
moeten treden?
Antwoord 2
De motieven van Russen om hun land te verlaten kunnen verschillen. Het kabinet heeft
er begrip voor dat mannen die oproepbaar zijn Rusland verlaten uit angst in dienst
te moeten. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) beoordeelt elk verzoek voor
internationale bescherming op individuele basis om te bezien of iemand te vrezen heeft
voor vervolging of een onmenselijke behandeling in diens land van herkomst. Hierbij
wordt vanzelfsprekend rekening gehouden met de achtergrond van de vreemdeling in relatie
tot de situatie in dat land. Dat gebeurt vanzelfsprekend ook wanneer het gaat om verzoeken
van Russische staatsburgers. Verder pleit het kabinet voor een gecoördineerde en gebalanceerde
aanpak op Europees niveau, onder leiding van de Europese Commissie.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat de Baltische staten hun grenzen gesloten houden voor Russische
vluchtelingen?2
Antwoord 3
Het kabinet heeft begrip voor de zorgen van lidstaten aan de grenzen met Rusland op
het gebied van veiligheid. Lidstaten zijn primair zelf verantwoordelijk voor de uitvoering
van grensbeheer ten aanzien van de gemeenschappelijke buitengrenzen. Met inachtneming
van het Unierecht, zoals de Schengengrenscode bepalen lidstaten dus zelf wie zij toegang
tot hun grondgebied. Daarbij dienen zij internationale verplichtingen na te leven,
waaronder het beginsel van non-refoulement. Op Europees niveau is besproken om gezamenlijk
te komen tot een gebalanceerde en gecoördineerde aanpak, waarbij zowel internationale
verplichtingen als veiligheidsaspecten in acht worden genomen. Het kabinet steunt
deze aanpak.
Vraag 4
Klopt het dat veel Russen (om die reden) richting Armenië en Georgië vluchten? Kunt
u deze landen hierbij helpen, bijvoorbeeld door de inrichting van een steunpunt?
Antwoord 4
Het klopt dat er ook Russen richting andere landen dan de EU, zoals Armenië en Georgië,
reizen. Het is echter niet aan het kabinet te speculeren over de overwegingen van
personen om naar een bepaald land uit te wijken.
De door u genoemde landen hebben zich niet tot het kabinet gewend met een hulpverzoek.
Vraag 5
Bent u het eens dat Russen die richting Europa gaan – omdat zij niet willen meedoen
aan de oorlog in Oekraïne – toegang tot de EU zouden moeten krijgen? Gaat u dit in
Europees verband promoten?
Antwoord 5
Het kabinet is van mening dat lidstaten zorgvuldig moeten beoordelen of personen die
toegang willen tot hun grondgebied voldoen aan de voorwaarden. Dit geldt ook voor
Russische staatsburgers. Zoals ook gesteld in antwoord op vraag 3, dienen bij deze
beoordeling de Europese lidstaten zich te houden aan Europese en internationale regelgeving
omtrent grensbeheer en waarborgen van fundamentele rechten.
Vraag 6
Herinnert u zich mijn vragen over Russische dienstweigeraars? Bent u bereid het vertrek-
en besluitmoratorium aan te passen aan de nieuwe situatie, zodat Russen die vluchten
voor de mobilisatie niet worden teruggestuurd?3
Antwoord 6
Ja, ik herinner me uw vragen over Russische dienstweigeraars. Met betrekking tot de
afkondiging van de gedeeltelijke mobilisatie in Rusland, leek het in eerste instantie
te gaan om een groep van 300.000 reservisten. Deze groep valt buiten de reikwijdte
van het huidige moratorium. Nadere berichtgeving lijkt echter een meer diffuus beeld
te schetsen van de doelgroep van de mobilisatie en de situatie. Op dit moment wordt
daarom onderzocht of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Het uitbreiden van het
besluit- en vertrekmoratorium wordt niet uitgesloten. In de tussentijd nemen we geen
onomkeerbare stappen in asiel- en terugkeerprocedures waarin een reëel beroep wordt
gedaan op gronden gerelateerd aan de mobilisatie. Uitzonderingen hierop zijn mogelijk
indien er sprake is van veiligheidsaspecten of Dublinzaken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.