Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het SBS6-programma Undercover in Nederland, waar afvalcoaches zonder enige gewetenswroeging misbruik maken van (minderjarige) anorexiapatiënten
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het SBS6-programma Undercover in Nederland, waar afvalcoaches zonder enige gewetenswroeging misbruik maken van (minderjarige) anorexiapatiënten (ingezonden 14 september 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 7 november
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 165.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van SBS6-programma Undercover in Nederland van 11 september
2022 waar blootgesteld wordt dat afvalcoaches zonder enige gewetenswroeging misbruik
maken van (minderjarige) anorexiapatiënten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u naar aanleiding van de uitzending van het programma de bereidheid te onderzoeken
wat er zich afspeelt op platforms van de pro-ana-wereld, waar zelfbenoemde afvalcoaches
zonder enige gewetenswroeging misbruik maken van (minderjarige) anorexiapatiënten?
Kunt u een detailleerd antwoord geven?
Antwoord 2
Ik stel voorop dat het onacceptabel is dat personen die zich voordoen als coach, (seksueel)
misbruik maken van kwetsbare minderjarige slachtoffers met psychische problematiek
zoals een eetstoornis. De aanpak van deze problematiek heeft mijn prioriteit en vergt
een brede inzet, zowel in het hulpverleningskader (onder andere gericht op preventie)
als in het opsporings- en vervolgingskader. Op die drie sporen is het beleid van het
kabinet ook steeds gericht, waarbij via het opsporingsspoor op verschillende manieren
wordt ingezet op het verkrijgen van zicht op deze problematiek.
De politie is in het opsporingskader bekend met het bestaan van pro-ana-platforms
en heeft ook zaken in onderzoek betreffende online seksueel misbruik van kwetsbare
jongeren. Van de ontvangen gelden in het kader van de motie Hermans komt vanaf 2024
in tranches 4 miljoen euro beschikbaar onder meer voor de opsporing van online seksueel
kindermisbruik door de Teams Bestrijding van Kinderpornografie en Kindersekstoerisme.
Ik verwijs u ook naar mijn antwoorden op de Kamervragen van mevrouw Michon-Derkzen
van 10 oktober jl. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2022–2023, nr. 355). Online seksueel kindermisbruik is daarnaast onderdeel van de Veiligheidsagenda 2019–2022. Daarin wordt beschreven waar de focus in de aanpak en opsporing
van online seksueel kindermisbruik ligt en zijn jaarlijkse resultaatafspraken voor
de politie neergelegd. De nadruk daarbij ligt op het ontzetten van slachtoffers van
acuut misbruik door het identificeren van deze slachtoffers maar ook misbruikers,
vervaardigers en keyplayers binnen (online) netwerken. Zoals ik de Kamer eerder al
berichtte zal online seksueel kindermisbruik wederom een van de thema’s zijn in de
Veiligheidsagenda 2023–2026.2 Over de thema’s en afspraken in de nieuwe Veiligheidsagenda is uw Kamer per aparte
brief geïnformeerd. Na de wijziging van de Wet Computercriminaliteit III, die per
1 maart 2019 in werking is getreden, is bovendien de inzet van een lokpuber in het
opsporingskader mogelijk.
Op dit moment worden nog verschillende acties ondernomen voor het (verder) vergroten
van het zicht op de problematiek van misbruik door (onder andere) pro-ana-coaches,
dat vaak online aanvangt. Zo wordt door de politie een verkenning uitgevoerd naar
de mogelijkheden voor de opzet en uitrol van een online opsporingsstrategie gericht
op seksuele misdrijven en mensenhandel in het bijzonder. Op 10 oktober jl. is bij
uw Kamer bovendien het wetsvoorstel seksuele misdrijven ingediend. Als gevolg van
dat wetsvoorstel krijgen slachtoffers meer mogelijkheden om aangifte te doen van een
seksueel misdrijf. De professionals die slachtoffers ondersteunen en begeleiden, kunnen
aan de hand van het nieuwe wettelijk kader aan slachtoffers beter duidelijk maken
voor welke strafbare feiten een dader vervolgd en berecht kan worden. Het voorgaande
kan bijdragen aan de verhoging van de aangiftebereidheid van slachtoffers.
Vraag 3
Wat vindt u van het feit dat de adviezen van deze zogenaamde coaches letterlijk levensgevaarlijk
zijn, vanwege het feit dat als de kinderen het dieetplan opvolgen, de dood erop zou
kunnen volgen? Kunt u een gedetailleerd antwoord geven waarbij u aangeeft hoe u anorexiapatiënten
gaat helpen beschermen?
Antwoord 3
Het geven van levensgevaarlijke adviezen aan kwetsbare minderjarigen met een eetstoornis
is heel kwalijk en dient effectief te worden aangepakt. Voorop in deze aanpak staat
de bescherming van slachtoffers tegen dergelijke praktijken. Gevaarlijke adviezen
worden in veel gevallen echter gegeven door personen die zelf ook ziek zijn vanwege
een eetstoornis en de ernst van deze ziekte niet kunnen of willen inzien. Hulpverlening
aan deze personen die zelf ziek zijn vanwege een eetstoornis is dan ook van groot
belang. Zie in dat kader ook de beantwoording van Kamervragen van de leden Bikker
(Christen Unie) en Westerveld (GroenLinks) over het bericht «Hoe pro-ana coaches kwetsbare
meisjes misbruiken» en de uitvoering van de motie Van der Graaf c.s. (Kamerstuk 31 015, nr. 197), die op 4 juli 2022 mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport aan uw Kamer is gezonden.
Op grond van verschillende bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht kan in voorkomende
gevallen toch strafrechtelijk worden opgetreden tegen zogenaamde coaches die kwetsbare
minderjarigen van levensgevaarlijke adviezen voorzien. Zo is in artikel 294 Sr het
aanzetten tot zelfdoding strafbaar gesteld indien de zelfdoding ook daadwerkelijk
volgt. Degene die een ander opzettelijk aanzet tot bijvoorbeeld extreem vermageren
zou strafbaar kunnen zijn over de band van de strafbaarstelling van artikel 294 Sr
indien de ingetreden zelfdoding het directe gevolg is van het aanzetten tot extreem
vermageren. Zou bijvoorbeeld sprake zijn van (psychische) mishandeling kan daarvoor
op grond van artikel 300 Sr vervolging worden ingesteld. Zie ook de Voortgangsbrief
aanpak online seksueel kindermisbruik en zeden die ik op 6 juli 2022 aan uw Kamer
zond (Kamerstuk 34 843, nr. 60). Door het openbaar ministerie wordt uiteraard per individuele zaak vastgesteld of,
gelet op de specifieke omstandigheden die aan de orde zijn, sprake is van strafbare
gedragingen.
Vraag 4
Wat vindt u van het feit dat het daar niet bij blijft omdat sommige van deze afvalcoaches
ook uit zijn op seks met de zieke, kwetsbare kinderen? Kunt u ook hier een gedetailleerd
antwoord op geven hoe u deze kwetsbare kinderen gaat helpen beschermen?
Antwoord 4
Ik deel de zorgen over het seksueel misbruik van kwetsbare minderjarigen door mensen
die zich voordoen als coach. Seksueel misbruik is in alle gevallen onacceptabel, zeker
wanneer sprake is van minderjarige slachtoffers met een psychische aandoening. De
verbetering van de veiligheid door de bescherming van potentiële slachtoffers (waaronder
kwetsbare minderjarige slachtoffers) en het voorkomen en aanpakken van daderschap,
is en blijft een van mijn prioriteiten. In dat kader is het beleid van het kabinet
gericht op het doen van effectieve interventies, zowel in het hulpverleningskader
(onder andere gericht op preventie) als in het opsporings- en vervolgingskader. Door
de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt actief
ingezet op het aanpakken van deze problematiek in het hulpverlenings- en preventiespoor.
Zie voor een overzicht onder andere de uitgebreide beantwoording van Kamervragen van
de leden Bikker (Christen Unie) en Westerveld (GroenLinks) over het bericht «Hoe pro-ana
coaches kwetsbare meisjes misbruiken» en de uitvoering van de motie Van der Graaf
c.s. (Kamerstuk 31 015, nr. 197), die op 4 juli 2022 mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport aan uw Kamer is gezonden.
Door mijn ministerie wordt het online outreach-project gefinancierd, waarbij door
het CKM een proef wordt uitgevoerd om online in contact te komen met kwetsbare groepen
en (mogelijke) slachtoffers van seksuele uitbuiting die zich bevinden op het internet
en sociale media, met het doel hen te signaleren en beschermen. Stichting Achmea Slachtoffer
en Samenleving financiert de pilot, die specifiek is gericht op de pro-ana-problematiek.
Slachtoffers van seksueel geweld kunnen zich ook melden bij een van de Centra Seksueel
Geweld of contact opnemen met HelpWanted, een programma van het Expertisebureau Online
Kindermisbruik («EOKM») en met het Landelijk expertise- en behandelcentrum Fier. Ook
is in 2021 de wegwijzer «Seksualiteit Online» ontwikkeld, die scholen onder andere
helpt bij incidenten, het ontwikkelen van beleid en de keuzes voor de beschikbare
lesprogramma’s. De wegwijzer geeft een duidelijk overzicht van alle preventieve en
curatieve programma’s en van betrokken experts uit de strafrechtketen, het onderwijs,
de zorg en kenniscentra. Daarnaast wordt aan (potentiële) daders van seksueel kindermisbruik
hulpverlening geboden via Stop it Now!, een programma van het EOKM dat als doel heeft
om seksueel kindermisbruik te voorkomen. Het EOKM ontvangt een jaarlijkse subsidie
van mijn ministerie voor de daar lopende programma’s.
Voor de acties die zijn en worden uitgevoerd voor het verbeteren van de opsporing
oftewel verkrijgen van zicht op de problematiek van zelfbenoemde pro-ana-coaches verwijs
ik naar de beantwoording van vraag 2. In het Wetboek van Strafrecht is in ieder geval
voorzien in mogelijkheden om strafrechtelijk op te treden tegen verschillende vormen
van seksueel misbruik, ook als dit is gepleegd door pro-ana-coaches.
Het wetsvoorstel seksuele misdrijven maakt bovendien een aantal bestaande strafbaarstellingen
«online proof», stelt sexchatting met kinderen beneden de leeftijd van zestien jaar
expliciet strafbaar en verhoogt de strafmaxima voor sommige delicten die zien op seksueel
misbruik van kinderen.
Vraag 5
Welke strafmaatregelen wilt u gaan nemen om deze criminele zedendelinquenten zo zwaar
als het kan te bestraffen? En hoe wilt u actief inzetten op het sneller in de kraag
te vatten van deze levensgevaarlijke gekken? Kunt u een gedetailleerd antwoord geven?
Antwoord 5
Zie voor wat betreft de acties die zijn en worden genomen in het opsporingskader de
beantwoording van vraag 2, en zie voor wat betreft de strafrechtelijke aanpak van
misbruik door de zogeheten pro-ana-coaches de beantwoording van vraag 4. Het is uiteindelijk
aan de officier van justitie om in een specifieke zaak te bepalen of vervolging wordt
ingesteld en vervolgens aan de rechter om een voorliggende zaak te beoordelen en de
eventuele strafmaat te bepalen op grond van de specifieke omstandigheden van die zaak.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.