Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de term piekbelaster en de lijst van piekbelasters
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over de term piekbelaster en de lijst van piekbelasters (ingezonden 12 oktober 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 3 november 2022)
Vraag 1
Bent u bekend met de uitspraken van Johan Remkes in de uitzending van Buitenhof over
de lijst van boerenbedrijven die moeten worden uitgekocht?1,
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven of er nu wel of niet een lijst is, gezien het feit dat Johan Remkes
in de uitzending van Buitenhof aangaf dat er een lijst is van boerenbedrijven die
moeten stoppen, terwijl u eerder aangaf dat zo’n lijst er niet is? Hoe kan dit?3,
4,
5
Antwoord 2
Er is geen concrete lijst van boerenbedrijven die moeten stoppen. De heer Remkes heeft
inmiddels ook toegelicht dat hij ten onrechte in die veronderstelling was. De heer
Remkes heeft zich gebaseerd op de hem toegezonden ambtelijke analyse van de mogelijke
effecten van een aanpak gericht op piekbelasters, en daarbij verondersteld dat er
een lijst met concrete bedrijven onder lag. Voor de ambtelijk analyses is echter gebruik
gemaakt van geanonimiseerde data. Zie voor een verdere toelichting daarop de notitie
die ik 14 oktober jl. aan uw Kamer heb verzonden (Kamerstuk 35 334, nr. 202).
Vraag 3
Zijn desbetreffende boerenbedrijven hierover reeds geïnformeerd? Zo niet, op welke
termijn zal dit gebeuren?
Antwoord 3
Nee. Zoals toegelicht is er geen concrete lijst van bedrijven die moeten worden uitgekocht,
en deze zijn dus ook nog niet benaderd. Momenteel werk ik een kortetermijnaanpak gericht
op onder andere de uitstoot van piekbelasters uit. In november zal ik de Tweede Kamer
hier nader over informeren.
Vraag 4
Onderschrijft u dat ondernemers die vrezen voor de toekomst van hun bedrijf zo snel
mogelijk duidelijkheid verdienen?6
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Op welke termijn moeten boerenbedrijven, die hierover worden geïnformeerd, vervolgens
stoppen met hun bedrijfsvoering?
Antwoord 5
De heer Remkes noemt de termijn van één jaar. In zijn reactie op het rapport van de
heer Remkes heeft het kabinet aangegeven dat deze tijdsperiode ambitieus is. Ik ga
met provincies en sectorpartijen hierover in gesprek. Enerzijds is er de urgentie
van een werkende aanpak om op korte termijn de stikstofdepositie terug te brengen,
anderzijds vereist de aanpak van piekbelasters zorgvuldigheid en moeten bedrijven
ook de mogelijkheid krijgen om, met hulp van de benodigde externe kennis en expertise,
de mogelijkheid hebben om, naast beëindiging van de desbetreffende activiteit, in
kaart te brengen op welke wijze de uitstoot tot bijna nul terug kan worden gebracht.
Vraag 6
Op welke termijn gaat u de desbetreffende lijst openbaar maken?
Antwoord 6
Zoals toegelicht is er geen concrete lijst opgesteld. In november zal ik de Tweede
Kamer nader informeren over de kortetermijnaanpak, waarbij ik ook in zal gaan op de
voorgenomen tijdlijn.
Vraag 7
Welke juridische status heeft deze lijst?
Antwoord 7
Zoals toegelicht is er geen concrete lijst opgesteld.
Vraag 8
Kunt u de onderbouwing voor de samenstelling van deze lijst geven?
Antwoord 8
Zoals toegelicht is er geen concrete lijst opgesteld. In de notitie die met de heer
Remkes is gedeeld en die ik 14 oktober jl. aan de Tweede Kamer heb verzonden, staat
de onderbouwing bij de conclusies uit die notitie toegelicht.
Vraag 9
Wat bedoelt u precies met de «smalle» en «brede» definitie van de term piekbelaster,
gezien het feit dat u in antwoord op schriftelijke vragen over de term piekbelaster
van 9 juni jongstleden aangaf dat de term piekbelaster «geen vast omschreven begrip
is» en dat «deze groep qua omvang smal of juist breder kan worden begrensd of gedefinieerd»?7
Antwoord 9
De definitie van een piekbelaster en de begrenzing van de groep piekbelasters hangt
samen met de context waarin de term wordt gebruikt. Zoals in de beantwoording van
de schriftelijke vragen van 9 juni jongsleden is aangegeven, wordt de term gebruikt
voor bedrijven met een hoge uitstoot op stikstofgevoelige natuur, die in de meeste
gevallen op relatief korte afstand van stikstofgevoelige natuur zijn gelegen. De context
wordt bepaald door het doel van bijvoorbeeld een maatregel (waarbij een grotere of
kleinere groep in aanmerking kan komen), van de omstandigheden in een gebied, van
maatregelen die al genomen zijn of nog genomen gaan worden en van de staat van nabijgelegen
Natura 2000-gebieden.
Vraag 10
Kunt u uitleggen welke definitie de boerenbedrijven op de lijst van bedrijven, die
moeten worden uitgekocht, precies kenmerkt?
Antwoord 10
Zoals beschreven in de ambtelijke notitie zijn er keuzes te maken in criteria. Zo
kan een nadruk worden gelegd op de bedrijven die landelijk zorgen voor de meeste depositie,
of specifieker worden gekeken naar wat per (als urgent aangemerkt) natuurgebied de
bedrijven zijn die de meeste stikstofdepositie veroorzaken. Ik zal de Tweede Kamer
op korte termijn nader informeren over de keuzes die hierin te maken zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.