Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Ginneken over het bericht 'Alles op alles voor verbreding A27'
Vragen van het lid Van Ginneken (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Alles op alles voor verbreding A27» (ingezonden 5 oktober 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 31 oktober
            2022).
         
Vraag 1
            
Kunt u onderstaande vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Wat is uw appreciatie van het bericht «Alles op alles voor verbreding A27», waaruit blijkt dat serieuze alternatieven voor de verbreding van de A27 waarbij natuurgebied
               Amelisweerd bespaard kan blijven, zijn genegeerd?1
Antwoord 2
            
In het bericht wordt aangegeven dat na vernietiging van het Tracébesluit A27/A12 Ring
               Utrecht in 2019 serieuze alternatieven voor de verbreding van de A27 terzijde zijn
               geschoven. Specifiek een alternatief met 12 rijstroken, zonder vluchtstroken. Dit
               beeld herken ik niet. In 2019 is het Tracébesluit (TB) Ring Utrecht vernietigd op
               het aspect stikstof. Daarna heeft een analyse plaatsgevonden wat dit betekent voor
               het besluit en op welke wijze dit hersteld kan worden. Daarbij is bekeken of de uitgangspunten,
               zoals vastgesteld in overeenstemming met de Kamer nog actueel waren, zie ook antwoord
               op vraag 3. Uit de analyse bleek dat dit het geval was en dat vast gehouden kon worden
               aan het TB en andere varianten dus niet hoefden te worden uitgewerkt. De Kamer is
               op 1 oktober 2019 geïnformeerd over de keuze om vast te houden aan het TB en het besluit
               te repareren op het punt van stikstof2. De weg wordt (onder andere) verbreed om de verkeersveiligheid te verbeteren. Dit
               had toen (en nog steeds) een groot belang. Daarom is in de analyse ook naar dit punt
               gekeken. Daarbij zijn elementen die onder andere in zienswijzen zijn aangedragen,
               zoals een variant met smallere rijstroken en zonder vluchtstroken, die in het artikel
               van het AD wordt genoemd, bekeken. De onafhankelijke Commissie Schoof, mede op verzoek
               van de Kamer ingesteld, heeft eerder geconcludeerd dat een verbreding met 2x6 rijstroken
               met o.a. ontbreken van vluchtstroken geen uitzicht geeft op een verkeersveilige situatie.
               De variant voldoet om die reden niet aan de doelstelling de verkeersveiligheid te
               verbeteren. Er is daarom niet geadviseerd, of besloten, deze variant uit te werken
               naar een alternatief.
            
Vraag 3
            
Bent u bereid de variant waarover wordt gesproken in het artikel («beknopte verkenning»),
               waarbij het natuurgebied Amelisweerd behouden kan worden, te publiceren? Zo nee, waarom
               niet?
            
Antwoord 3
            
Zoals in de antwoorden op vraag 2 en vraag 4 toegelicht zijn in het kader van het
               project meerdere alternatieven uitgewerkt met 12 rijstroken. Deze alternatieven zijn
               niet geselecteerd als voorkeursalternatief, of ontwerp Tracébesluit, omdat ze geen
               uitzicht geven op een verkeersveilige situatie. De Kamer is over deze afweging geïnformeerd3. In 2019 bleek in een analyse dat deze afweging nog actueel was. Er is daarom niet
               geadviseerd een dergelijke variant uit te werken. Aan het AD verstrekte stukken, waaronder
               deze analyse, zijn openbaar beschikbaar op «open.rws.nl».
            
Vraag 4
            
Is een variant met 12 rijstroken (in plaats van de voorgenomen 14 rijstroken) volwaardig
               onderzocht? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 4
            
Ja. De mogelijkheid van een variant met 2x6 rijstroken is in het kader van de procedure
               meerdere malen onderzocht. Onder andere is in de tweede fase van de MER een alternatief
               van 12 rijstroken beschouwd. Dit alternatief viel af omdat het niet voldeed aan de
               Nederlandse richtlijnen voor autosnelwegen. Redenen hiervoor waren dat het uitging
               van versmalde rijstroken, geen vluchtstroken en hoofd- en parallelbaan gescheiden
               door doorgetrokken streep i.p.v. een fysieke scheiding. Daarnaast ook omdat 2x6 in
               de bak wellicht ook moeilijk fysiek is in te passen (te bouwen) tussen de bestaande
               kunstwerken zoals spoorbruggen. In opdracht van de gemeente Utrecht is door «Witteveen+Bos
               een 2x6 stroken variant in de bak bij Amelisweerd verkend. Op verzoek van IenW, mede
               na een verzoek van de Kamer over een onafhankelijke toets, heeft de Commissie Schoof
               het keuzeproces, Eindrapport Besluitvorming verbreding A27 onderzocht4. Zoals aangegeven in antwoord op vraag 2 heeft de onafhankelijke Commissie Schoof
               geconcludeerd dat de voorgestelde verbreding met 2x6 rijstroken met onder andere smallere
               rijstrookbreedte en het ontbreken van vluchtstroken geen uitzicht geeft op een verkeersveilige
               situatie. De variant voldoet daarom niet aan de doelstelling de verkeersveiligheid
               te verbeteren. De Kamer is eerder geïnformeerd over het selectieproces waarin deze
               varianten zijn afgevallen. De genoemde varianten en de beoordeling daarvan zijn openbaar
               beschikbaar5.
            
Vraag 5
            
Zijn er andere varianten bij u of uw voorganger aangedragen waarbij het natuurgebied
               Amelisweerd bespaard kon blijven?
            
Antwoord 5
            
In de Tracé- (m.e.r.) procedure zijn o.a. een alternatief ten westen en noorden van
               Utrecht en alternatieven waarbij de weg niet wordt verbreed (OV+++ en Kracht van Utrecht)
               onderzocht. Na vaststelling van het Tracébesluit zijn vanuit bewoners twee varianten
               opgesteld («SUUNTA 1» en «SUUNTA 2»), u bekend. Deze alternatieven voldeden niet aan
               de doelstellingen van het project voor de verbetering van de bereikbaarheid en/of
               verkeersveiligheid en leefbaarheid en/of waren niet constructief te realiseren. Om
               deze redenen boden deze varianten geen mogelijkheid om de doelstellingen van het project
               te realiseren en tegelijk bomenkap in Amelisweerd te voorkomen.
            
Vraag 6
            
Zo ja, zijn deze adequaat onderzocht?
Antwoord 6
            
De, in de antwoorden op vraag 4 en vraag 5 genoemde 2x6 alternatieven, OV+++ en de
               Kracht van Utrecht zijn onderzocht als onderdeel van de tracé-procedure. Uitzondering
               hierop is de Witteveen+Bos variant die is onderzocht in opdracht van de gemeente en
               getoetst door de Commissie Schoof. Rijk en regiobestuurders hebben (in 2010) het huidig
               voorkeursalternatief geselecteerd6. De kwaliteit van de gebruikte informatie voor besluitvorming over Tracébesluiten
               voor wegverbredingen zoals opgenomen in de m.e.r. is onafhankelijk getoetst door de
               Commissie voor de m.e.r. De onafhankelijke Commissie Schoof heeft geconcludeerd dat
               bij de selectie van het voorkeursalternatief een zorgvuldig en uitgebreid besluitvormings-
               en participatieproces is gevolgd en dat de afgevallen alternatieven en varianten voldoende
               zijn bestudeerd. Voor vaststellen van de voorkeursvariant is uitvoering met de Kamer
               gesproken. Ook over het alternatief «2x6-binnen-de-Bak». De Kamer is in meerderheid
               tot de conclusie gekomen dat dit alternatief onveilig is7. De SUUNTA varianten 1 en 2 zijn na vaststelling van het Tracébesluit opgesteld.
               SUUNTA 1 is door Rijkswaterstaat beoordeeld8. Op verzoek van de Kamer zijn de conclusies en daarbij behorende argumenten van Rijkswaterstaat
               op het SUUNTA (1) rapport aan de Kamer gezonden9.
            
Vraag 7
            
In hoeverre kan een lokale snelheidsverlaging bijdragen aan deze of andere voorliggende
               oplossingen?
            
Antwoord 7
            
In verschillende van de varianten en alternatieven, genoemd in de antwoorden op vragen
               4, 5 en 6, zijn snelheidsverlagingen onderzocht. In andere varianten (met en zonder
               snelheidsverlaging) konden niet zowel de doelstellingen van het project worden bereikt,
               als aantasting van Amelisweerd worden voorkomen.
            
Vraag 8
            
Wat is de stand van zaken van het onderzoek naar een alternatief en de gesprekken
               hierover met de stad en de provincie Utrecht?
            
Antwoord 8
            
De regio stelt op dit moment een alternatief op voor het TB. Het overleg hierover
               verloopt constructief, met inachtname van het feit dat het opstellen van een alternatief
               aan de regio is. Een van de belangrijke aspecten daarbij zal het (niet) verbreden
               van de bak zijn. Als de regio een alternatief gereed heeft, treden wij graag met de
               regio in overleg. Indien het alternatief gelijkwaardig is kan eventueel het vastgestelde
               Tracébesluit worden gewijzigd.
            
Vraag 9
            
In hoeverre is betalen naar gebruik en het stimuleren van thuiswerken meegenomen in
               (de berekeningen van) het bepalen van de ontsluitingsopgave?
            
Antwoord 9
            
In het Tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht wordt uitgegaan van actuele inzichten in
               (mobiliteits)gedrag voor onder andere thuiswerken en van vastgestelde maatregelen.
               Ten tijde van vaststelling van het TB was er nog geen zicht op betalen naar gebruik
               en op dit moment is nog geen besluit genomen over de implementatie van Betalen Naar
               Gebruik. Daarom is het in het Tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht niet meegenomen.
            
Vraag 10
            
In hoeverre wordt dit meegenomen in het onderzoek naar het alternatief?
Antwoord 10
            
Het alternatief wordt opgesteld door en onder verantwoordelijkheid van de regio. Het
               is daarmee aan de regio om te bepalen welke uitgangspunten worden gehanteerd. Als
               de regio een alternatief gereed heeft, treden wij graag met hen in overleg en we zullen
               de Kamer blijven informeren over de stand van zaken.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.