Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Sylvana Simons over de speech van Minister Yes¸ilgöz-Zegerius tijdens de HJ Schoo-lezing van 2022
Vragen van het lid SylvanaSimons (BIJ1) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de speech van Minister Yeşilgöz-Zegerius tijdens de HJ Schoo-lezing van 2022 (ingezonden 5 oktober 2022).
Mededeling van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 26 oktober
2022).
Vraag 1
Zitten er volgens u momenteel partijen in de Tweede Kamer die behoren tot de «woke»
beweging of zich schuldig maken aan «wokeisme», en zo ja welke?1 Kunt u dit nader toelichten aan de hand van wat volgens u kenmerken zijn van «wokisme»
in een politieke partij? Mits er «woke» partijen in de Tweede Kamer zitten, vindt
u deze partijen een gevaar voor de rechtsstaat?
Vraag 2
Zou u kunnen toelichten welke standpunten en meningen onbespreekbaar gemaakt worden
door zogenaamde «wokeisten»? Zou u kunnen ophelderen of u vindt dat het onbespreekbaar
maken van iets gelijk staat aan discriminatie? Hoe zet u de dreiging van het zogenaamd
«wokeisme» af tegen het toenemende terreurrisico vanuit extreemrechts?
Vraag 3
Bent u het eens met de stelling dat er recentelijk een groeiende ruimte is ontstaan
voor racisme, antisemitisme en moslimhaat binnen het maatschappelijk debat en dat
dit de democratische rechtsstaat bedreigt? Zo ja, zou u kunnen toelichten wat u hieraan
gaat doen? Kunt u aangeven of u het van belang acht dat mensen zich hier tegen uitspreken?
Vraag 4
Zou u willen ingaan op het citaat: «Het is een gevaarlijk misverstand dat er zoiets
zou bestaan als het recht om niet gekwetst te worden. Het is gevaarlijk, omdat mensen
dan de neiging hebben om zich ernaar te gaan gedragen. Dat leidt tot zelfcensuur.
Om gedoe te voorkomen. Om geen vuur te trekken. Om je baan te houden. Om niet gecanceld
te worden.» en hierbij toelichten wat het verschil is tussen zelfcensuur en respect
hebben voor de identiteit of achtergrond van een ander? Bent u het eens met de stelling
dat veel mensen hun baan verliezen door – en zich aanpassen uit angst voor – haat
en discriminatie? Zou u zich niet eerder daar op moeten richten in tegenstelling tot
angst voor «cancel culture»?
Vraag 5
Zou u willen ingaan op het citaat: «De meest extreme uitingen op de flanken hebben
feitelijk heel weinig te maken met ons dagelijks leven en de uitdagingen waar mensen
thuis elke dag mee bezig zijn.» en hierbij kunnen toelichten over wie er wordt gesproken
betreffende het woord «ons»? Classificeert u de eerder in de speech genoemde uitingen
over institutioneel racisme bij de politie als extreme uitingen? Erkent u dat bevolkingsgroepen
in dit land te maken krijgen met institutioneel racisme en discriminatie vanuit de
politie? Erkent u dat asielzoekers dagelijks te maken hebben met onmenselijke omstandigheden
door wanbeleid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid? Kunt u uw antwoorden
toelichten?
Vraag 6
Zou u willen reflecteren op het deel van de speech waarin u refereert aan het aspect
van de democratische rechtsstaat dat iedereen die aanklopt voor hulp ook toegang heeft
tot het recht? Vallen vluchtelingen onder deze groep mensen? Indien ja, zou u dan
kunnen reflecteren op het falen van het huidige kabinet om dit principe waar te maken
in Ter Apel?
Vraag 7
Zou u willen ingaan op het citaat: «Als je in ons land meedoet, bijdraagt, en je aan
de regels houdt van hoe we met elkaar omgaan, dan is de overheid er voor je. Dan kun
je rekenen op steun. We houden je veilig, we leveren goede zorg, goed onderwijs en
een dak boven je hoofd. We zorgen voor je, als het niet goed met je gaat.» en aangeven
of u erkent dat door etnisch profileren vanuit de politie veel Nederlanders zich onveilig
voelen? Bent u het eens met de stelling dat de toenemende dreiging van extreem rechtse
aanvallen op journalisten, activisten, politici, en wetenschappers een gevaar is voor
de democratische rechtsstaat? Zou u kunnen reflecteren op het falen van voorafgaande
Ministeries van Justitie en Veiligheid in het waarborgen van de in het citaat genoemde
afspraak?
Vraag 8
Zou u willen ingaan op het citaat van Kim Putters die u benoemde in de speech: «Aannames
over wat burgers wel en niet zullen en kunnen doen, kloppen vaak niet of blijken onrealistisch.
Als de overheid de situatie van mensen niet begrijpt, is beleid niet alleen ineffectief,
maar kunnen de gekozen oplossingen de problemen zelfs vergroten.» En het citaat: «Man
of vrouw: vind een paar ballen en wees weerbaar, zou ik zeggen. In een open samenleving
moet je een schild ontwikkelen.» en aangeven of u het eens bent met de stelling dat
het een onrealistische aanname is dat kwetsbare burgers zich op korte termijn weerbaar
zullen maken tegenover ernstige beledigingen ten aanzien van hun levenswijze? Hoe
reflecteert u op de afweging tussen hoe belangrijk het is om een persoonlijk schild
te ontwikkelen, in tegenstelling tot de taak van de overheid om kwetsbare burgers
te beschermen tegen discriminatie en uitsluiting?
Vraag 9
Erkent u dat instituties binnen Nederland, zoals universiteiten, de mogelijkheid hebben
mensen te weerhouden van openlijk zichzelf te zijn, zich uit te spreken, hun leven
te leiden zoals ze dat willen, of hun mening te uiten door onvoldoende veiligheid
te faciliteren? Bent u het eens met de stelling dat het aanbieden van veilige ruimtes
kan helpen een democratische cultuur te faciliteren en daardoor bij te dragen aan
een veiliger land?
Vraag 10
Hoe verhoudt u zich ten opzichte van de toelichting die vermeld staat onder artikel
11 van de Europese Grondwet waarin staat: «Daar de uitoefening van deze vrijheden
plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan
bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn
voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van
de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen
van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede
zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding
van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid
van de rechterlijke macht te waarborgen.» in relatie tot het citaat van het Europees
Hof voor de Rechten van de Mens dat behandeld werd in uw speech? Bent u het eens met
de stelling dat het opleggen van beperkingen voor racistisch taalgebruik een fundamenteel
aspect is van het beschermen van de democratische rechtsstaat? Indien dit het geval
is, zou u kunnen reflecteren op de rol van «wokeisten» in het beschermen van deze
democratische principes in tegenstelling tot de toenemende prominentie van racistisch
taalgebruik vanuit extreemrechts?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Sylvana Simons (BIJ1),
van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de speech van Minister
Yeşilgöz-Zegerius tijdens de HJ Schoo-lezing van 2022 (ingezonden 5 oktober 2022)
niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet
alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.