Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Maeijer over stappen naar betere jeugdhulp
Vragen van het lid Maeijer (PVV) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over stappen naar betere jeugdhulp (ingezonden 23 september 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
21 oktober 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «In vijf stappen naar betere jeugdhulp»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Bent u het eens met de stelling dat kinderen, jongeren en volwassenen die slachtoffer
zijn van seksueel geweld, uitbuiting en mishandeling vaak niet de hulp en veiligheid
krijgen die ze nodig hebben?
Antwoord 2
Er zijn verschillende organisaties die opvang en hulp bieden aan volwassen slachtoffers
van seksueel geweld, uitbuiting en mishandeling. Voor minderjarigen worden verschillende
zorgprogramma’s geboden vanuit specialistische (regionaal of landelijk werkende) jeugdhulporganisaties.
Deze organisaties kunnen gespecialiseerde zorg bieden in een veilige/beschermde omgeving,
soms ambulant en soms intramuraal. Het bieden van veiligheid voor slachtoffers, ongeacht
hun leeftijd, is cruciaal.
Ten aanzien van de hulp is uiteraard van belang dat de hulp die wordt geboden ook
bewezen effectief is. Zo is een onderzoek gestart naar effectieve interventies voor
slachtoffers en plegers bij seksueel geweld. Ook is onderzoek gedaan naar effectieve
behandelprogramma’s voor slachtoffers van seksuele uitbuiting (door het NJi) en effectiviteit
van aanpak tegen mishandeling (door het Verweij Jonker Instituut).
Uiteraard zie ik dat verdere verbeteringen mogelijk en nodig zijn in het organiseren
van veiligheid en hulp voor kinderen, jongeren en volwassenen die seksueel geweld,
uitbuiting en mishandeling hebben meegemaakt. Zo krijgen kwetsbare kinderen op dit
moment niet altijd de noodzakelijke bescherming en passende hulp die zij nodig hebben.
Met de brief van 13 mei jl. hebben de Minister voor Rechtsbescherming en ik uw Kamer
geïnformeerd over onze visie op het stelsel van jeugdzorg en hervormingen van het
stelsel die noodzakelijk zijn. Het verbeteren van de hulp aan slachtoffers, maar ook
plegers en de omgeving bij seksueel geweld wordt onderdeel van het Nationaal Actieplan
seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld dat op dit moment wordt ontwikkeld
samen met het veld. Einde van dit jaar wordt het plan met uw Kamer gedeeld en gelanceerd.
Vraag 3
Klopt het dat door het uitblijven van de juiste hulp slachtoffers van geweld vaak
op latere leeftijd pas hulp krijgen met als gevolg dat problemen vaak te complex zijn
geworden?
Antwoord 3
Hoe eerder geweld wordt gesignaleerd en hulp geboden kan worden, hoe meer wordt voorkomen
dat problemen verergeren. Het is echter bekend dat de drempel om te praten over, of
hulp te vragen bij, geweld groot is. Daarom is het van belang dat deze drempel zo
laag mogelijk is. Er loopt momenteel een onderzoek naar laagdrempelige hulp vanuit
het perspectief van slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties. De uitkomsten
hiervan volgen eind dit jaar.
Vraag 4
Waarom is er voor slachtoffers van geweld in afhankelijkheidsrelaties geen zelfstandige
behandeltitel?
Antwoord 4
Ieder slachtoffer van geweld in afhankelijkheidsrelaties heeft een individuele zorg-
en ondersteuningsbehoefte, die kan verschillen van de behoefte van andere slachtoffers.
Afhankelijk van deze behoefte wordt passende zorg- en ondersteuning, waar nodig vanuit
verschillende domeinen, ingezet. Om goed aan te kunnen sluiten op de individuele behoefte
vind ik het niet wenselijk om één behandeltitel te creëren voor slachtoffers van geweld
in afhankelijkheidsrelaties. Daar waar zorg en ondersteuning vanuit verschillende
domeinen samenkomt, is het wel van belang dat de bekostiging bijdraagt aan het versterken
van de samenwerking tussen en binnen domeinen. In het Integraal Zorgakkoord (IZA)
is verregaande samenwerking tussen de regio’s en verschillende zorgdomeinen dan ook
één van de uitgangspunten.
Daarnaast zijn diverse initiatieven om de samenwerking tussen verschillende domeinen
te vergroten. Zo start voor de samenwerking tussen jeugdzorg en volwassenen GGZ een
actieonderzoek waarbij in pilots de verbeteringen in samenwerking worden onderzocht.
Vraag 5
Bent u bereid om onderzoek te doen naar het op landelijk niveau organiseren van specialistische
zorg voor slachtoffers van ernstig geweld?
Antwoord 5
Bepaalde hoog specialistische expertise is maar op enkele plekken in Nederland beschikbaar.
Deze zorg wordt op landelijk niveau gecontracteerd in het Landelijk Transitie Arrangement
(LTA). In de uitspraak van de Commissie van Wijzen wordt aangegeven dat het huidige
LTA moeten worden doorontwikkeld. In de Hervormingsagenda wordt vormgegeven aan deze
doorontwikkeling. Gekeken wordt wat de beste manier is om de landelijke contractering
vorm te geven en welke zorgvormen hiervoor in aanmerking komen. De zorg voor slachtoffers
van ernstig geweld wordt hierbij betrokken. De Hervormingsagenda wordt dit najaar
verwacht. Verder ondersteun ik gemeenten met het vergroten van de deskundigheid bij
behandelaren als het gaat om huiselijk geweld en kindermishandeling met het expertiseplatform
voor behandelaren trauma en gehechtheid in de context van huiselijk geweld, de zogenaamde
Drakentemmers.
Vraag 6
Betrekt u organisaties zoals Fier in het opstellen van de Hervormingsagenda Jeugd
en het afbouwen van de gesloten jeugdzorg?
Antwoord 6
Aanbieders zoals Fier zijn betrokken bij de totstandkoming van de Hervormingsagenda
Jeugd via hun koepelorganisaties, verenigd in de Branches Gespecialiseerde Zorg voor
Jeugd (BGZJ). In de vijfhoek: Rijk, VNG, aanbieders, cliënten en professionals vindt
de inhoudelijke afstemming van de Hervormingsagenda plaats.
Fier is geen aanbieder van gesloten jeugdhulp. Echter voor aanbieders als Fier die
(specialistische) zorg gecombineerd met bescherming en veiligheid heeft de afbouw
van de gesloten jeugdhulp wel gevolgen. De belangrijkste is dat als de gesloten jeugdhulp
wordt afgebouwd, Fier als dat nodig is (bijvoorbeeld uit oogpunt van bescherming)
geen jeugdigen kan overplaatsen naar een instelling voor gesloten jeugdhulp. Daarom
betrek ik aanbieders als Fier bij verschillende acties die ik de brief over de gesloten
jeugdhulp (Kamerstuk 31 839, nr. 871) heb aangekondigd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.