Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beertema over het bericht: ‘Veel tweedejaars internationale studenten dreigen ook dakloos te worden: "Voel me verraden en misleid"’
Vragen van het lid Beertema (PVV) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht: Veel tweedejaars internationale studenten dreigen ook dakloos te worden: Voel me verraden en misleid̍̍ (ingezonden 2 augustus 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 14 oktober
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 3814.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht: «Veel tweedejaars internationale studenten dreigen
ook dakloos te worden: «Voel me verraden en misleid»»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Vraag 2
Internationalisering is onontbeerlijk voor de kwaliteit van wetenschap, maar deelt
u de mening dat de universiteiten internationalisering bewust hebben aangejaagd om
hun concurrentiepositie ten opzichte van andere universiteiten te versterken bij het
binnenhalen van de vastgestelde budgetten voor hoger onderwijs en daarbij te weinig
oog hebben gehad voor het welzijn van internationale studenten en het absorptievermogen
van de universiteitssteden, vooral als het gaat om de krappe huisvestingsmarkt?
Antwoord 2
Internationalisering is van grote waarde voor de Nederlandse kenniseconomie, het onderwijs
en de wetenschap. Tegelijkertijd zien we dat de sterke groei van internationale studenten
leidt tot knelpunten, zeker nu ook het aantal Nederlandse studenten in het wetenschappelijk
onderwijs blijft groeien. Zo worden grenzen aan de beschikbaarheid van huisvesting
en voorzieningen voor studenten bereikt. Wel bieden hogeronderwijsinstellingen ondersteuning
aan studenten, aan zowel nationale als internationale studenten. In mijn brief aan
uw Kamer afgelopen juni over internationalisering heb ik aangekondigd dat ik met instellingen
en andere stakeholders, zoals studenten en regionale partijen naar oplossingen wil
zoeken, om een balans te bewerkstellingen en te komen tot een toekomstbestendig bestel
(Kamerstuk 31 288, nr. 963). Het bestuursakkoord hoger onderwijs en wetenschap en een toekomstverkenning maken
hier deel van uit. Afgelopen juli is het bestuursakkoord gesloten tussen Universiteiten
van Nederland (UNL), de Vereniging Hogescholen (VH) en het Ministerie van OCW, waarin
vooruitlopend op de toekomstverkenning met de universiteiten concrete afspraken zijn
gemaakt over internationalisering voor de korte termijn (Kamerstuk 31 288, nr. 969). Deze afspraken gaan onder andere over de terughoudendheid van universiteiten bij
internationale wervingsactiviteiten. Internationalisering staat hoog op de agenda
van de toekomstverkenning en begin 2023 wordt uw Kamer geïnformeerd over vervolgstappen
op dit onderwerp. Daarnaast is op 7 september 2022 het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting
2022–2030 door de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aangeboden
aan uw Kamer (Kamerstuk 33 104, nr. 30). Dit actieplan wordt gedragen door de universiteiten, de studenten, de gemeenten,
de sociale en commerciële studentenhuisvesters, Nuffic, het Ministerie van BZK en
het Ministerie van OCW. Het actieplan heeft onder andere als doel om in de periode
van 2022–2030 tot een uitbreiding van 60.000 nieuwe studentenwoningen te komen. Tevens
is de Regeling huisvesting aandachtsgroepen (RHA) van het Ministerie van BZK ook voor
de aandachtsgroep studenten opengesteld om de bouw van studentenhuisvesting te stimuleren.
De mening dat universiteiten internationalisering bewust hebben aangejaagd om hun
concurrentiepositie ten opzichte van andere universiteiten te versterken bij het binnenhalen
van de vastgestelde budgetten van hoger onderwijs herken ik slechts ten dele. Hogeronderwijsinstellingen
worden vanuit het Ministerie van OCW gedeeltelijk bekostigd op basis van het aantal
studenten dat zij opleiden en deels op basis van vaste bedragen. EER-studenten zijn
in dit aantal meegenomen, niet-EER-studenten zijn dat niet. Bij de herziening van
de bekostiging van het hoger onderwijs in 20202 is de bekostiging van universiteiten meer vast en minder variabel gemaakt. Hiermee
is de mogelijke prikkel om zoveel mogelijk studenten te werven in belangrijke mate
verminderd. Ook bij het recent gesloten Bestuursakkoord en de verdeling van de extra
middelen uit het Coalitieakkoord heb ik aandacht gehad voor de verhouding tussen vaste
en variabele bekostiging en heb ik ervoor gekozen om de extra middelen toe te voegen
aan het vaste deel van de bekostiging.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het vanuit maatschappelijk oogpunt ongepast is om willens en
wetens zoveel mogelijk internationale studenten te werven in een situatie waarin de
krappe woningmarkt al niet in staat is om de eigen inwoners van woonruimte te voorzien
en de eigen verantwoording ook nog eens af te wijzen als de situatie totaal uit de
hand loopt? Zo ja, wat bent u voornemens aan deze problematiek te doen? Zo nee, vindt
u dat de universiteiten, zoals zij zelf stellen, geen maatschappelijke medeverantwoordelijkheid
hebben in het oplossen van deze problematiek van woningnood onder studenten?
Antwoord 3
Zie mijn antwoord op vraag 2. Zoals in de beantwoording aangegeven, is internationalisering
van grote waarde voor de Nederlandse kenniseconomie, het onderwijs en de wetenschap.
Dat willens en wetens zoveel mogelijk internationale studenten worden geworven herken
ik niet, maar de grenzen aan de beschikbaarheid van huisvesting en voorzieningen voor
studenten tonen het belang van actie aan, waar het bestuursakkoord, actieplan en de
toekomstverkenning deel van uitmaken.
Vraag 4
Hoe rijmt u de acute woonproblematiek en de overbelasting van universiteiten door
internationale studenten, waarvoor al enige jaren op rij wordt gewaarschuwd, met uw
beslissing om de wet die had kunnen toezien op het beheersbaar houden van de toestroom
van internationale studenten, tot nader order uit te stellen en wat zijn de beweegredenen
geweest tot het op de lange baan schuiven van deze wet?
Antwoord 4
In mijn brief aan uw Kamer over internationalisering afgelopen juni heb ik uw Kamer
laten weten dat ik nog niet verder ga met het wetsvoorstel Taal en Toegankelijkheid
en dat ik het wetsvoorstel voorlopig aanhoud (Kamerstuk 31 288, nr. 963). Het vraagstuk van de groeiende internationale instroom kan namelijk niet los worden
gezien van vraagstukken zoals de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs,
Nederlands als academische taal en studentenhuisvesting, waar in de toekomstverkenning
die deze maand start op wordt ingegaan. Ook wil ik de (internationale) studenteninstroom
in samenhang bezien met de regionale en internationale arbeidsmarkt en de krapte die
in sommige sectoren heerst. Op basis van de eerste uitkomsten van de toekomstverkenning
informeer ik begin 2023 de Tweede Kamer over de vervolgstappen op dit onderwerp.
Aangezien een aantal opleidingen (en een aantal steden) nu al tegen de grenzen van
hun capaciteit aanloopt, is in het bestuursakkoord ook een aantal concrete afspraken
gemaakt met de universiteiten voor de korte termijn (Kamerstuk 31 288, nr. 969). Zo geven universiteiten proactief voorlichting aan internationale studenten over
wat hen wel of niet kan worden geboden, bijvoorbeeld als het gaat om huisvesting.
Daarnaast staan in het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022–2030 verschillende
afspraken, bijvoorbeeld dat de kennissteden en het Ministerie van BZK met de omliggende
gemeenten afspraken maken over de bouw van studentenhuisvesting in de regio als er
onvoldoende mogelijkheden zijn om binnen de kennissteden of op de campus het tekort
aan studentenhuisvesting op te lossen (Kamerstuk 33 104, nr. 30).
Vraag 5
Deelt u de mening dat universiteiten met dit onverschillige beleid bijdragen aan de
teloorgang van het bezield verband in zowel de steden waar zij gehuisvest zijn, als
aan de universiteiten zelf?
Antwoord 5
Zoals eerder gesteld zijn er reeds afspraken gemaakt met universiteiten in het bestuursakkoord
en daarnaast zal de komende maanden gesproken worden met universiteiten tijdens de
toekomstverkenning, waarin nadrukkelijk de rol die universiteiten zelf spelen onderwerp
van gesprek zal zijn. Het is belangrijk dat een balans ontstaat, waarbij de waardevolle
aspecten van internationalisering worden behouden, net als de kwaliteit en toegankelijkheid
van het onderwijs.
Vraag 6
Wat is uw boodschap aan de internationale studenten die zich misleid en verraden voelen,
geen woonruimte kunnen vinden en hun studie moeten staken?
Antwoord 6
De krapte op de woningmarkt raakt momenteel de hele samenleving, (internationale)
studenten zijn hierin geen uitzondering. Het is uiteraard geenszins de bedoeling studenten
hier de studie te laten starten om die vervolgens af te breken vanwege gebrek aan
huisvesting. Ik betreur dan ook dat internationale tweede- en derdejaars studenten
zonder woonruimte dreigen te raken, zoals geschetst in het bericht van AT5. Veel hogeronderwijsinstellingen
reserveren voor eerstejaars internationale studenten huisvesting bij sociale en commerciële
studentenhuisvesters in de stad en regio. Omdat de vraag dit aanbod vaak overstijgt,
zijn veel instellingen in gesprek met gemeenten en andere betrokkenen bij studentenhuisvesting
over de prognoses voor wat betreft de instroom en de daaruit volgende benodigde realisatie
van (extra) piekopvang. Zoals eerder gesteld, is in het recent afgesloten bestuursakkoord
afgesproken dat universiteiten internationale studenten proactief voorlichten over
wat hen wel of niet kan worden geboden, bijvoorbeeld als het gaat om huisvesting (Kamerstuk
31 288, nr. 969). Ook wordt middels het Landelijk Actieplan Studentenhuisvesting 2022–2030 komende
jaren een impuls gegeven aan de bouw van nieuwe studentenhuisvesting (Kamerstuk 33 104, nr. 30). Ik zal daarnaast de instellingen vragen om in overleg met de betrokken partijen
te kijken of er aanvullende mogelijkheden zijn om tot een oplossing te komen voor
de groep tweede- en derdejaars studenten die zonder woonruimte dreigen te raken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.