Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de moord op een Palestijnse journaliste
Vragen van het lid Jaspervan Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de moord op een Palestijnse journaliste (ingezonden 9 september 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 6 oktober 2022).
Vraag 1 en 2
Wat vindt u van de verklaring d.d. 5 september van de Israëlische strijdkrachten over
de dood van de Palestijnse journaliste Shireen Abu Akleh?1
Bent u het eens dat de conclusie van deze verklaring – dat de schuldige niet kan worden
aangewezen en het onderzoek daarmee ten einde is – uitermate onbevredigend is?
Antwoord 1 en 2
Nederland heeft kennisgenomen van de verklaring van de Israëlische strijdkrachten.
De conclusie die hierin wordt getrokken is dat Shireen Abu Akleh zeer waarschijnlijk
om het leven is gekomen door een kogel van de Israeli Defence Forces (IDF). Om te
begrijpen wat er precies is gebeurd, is een uitgebreide beschrijving nodig van de
omstandigheden en de gebeurtenissen die tot haar dood hebben geleid. Het IDF-rapport
draagt hieraan bij. Samen met gelijkgezinde partners blijft Nederland bij Israël aandringen
op verantwoording en op berechting van degenen die verantwoordelijk zijn voor de dood
van Shireen Abu Akleh. Vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en de veiligheid van
journalisten zijn essentieel voor een democratische rechtsstaat.
Vraag 3
Erkent u dat de motie Jasper van Dijk/Agnes Mulder om zich voor deze zaak te blijven
inspannen zodat de daders kunnen worden berecht, nog altijd niet is uitgevoerd?2 Wat gaat u doen om dit alsnog te realiseren?
Antwoord 3
Nederland heeft zich er met gelijkgezinde landen hard voor gemaakt dat de oproep tot
berechting van degenen die verantwoordelijk zijn voor de dood van Shireen Abu Akleh
zou worden opgenomen in het EU-statement voor de EU-Israël Associatieraad. Ook heeft
Nederland zich als co-voorzitter van de Media Freedom Coalition ingespannen voor een
gezamenlijke verklaring waarin het overlijden van de Palestijnse journaliste Shireen
Abu Akleh scherp wordt veroordeeld. In deze verklaring wordt opgeroepen tot verantwoording
en bepleit dat aanvallen op journalisten en mediapersoneel grondig onderzocht moeten
worden. Mede dankzij de inzet van Nederland is deze oproep door 26 landen ondertekend.
Ten slotte benadrukt Nederland ook in bilaterale contacten met Israël het belang van
verantwoording en gerechtigheid. Op basis hiervan is het kabinet van oordeel dat uitvoering
is gegeven aan de motie van Jasper van Dijk en Agnes Mulder (Kamerstuk 35 925-V, nr. 109).
Vraag 4
Erkent u dat onafhankelijk onderzoek naar de toedracht nog altijd hard nodig is? Gaat
u daarop aandringen?
Antwoord 4
Israël heeft, na oproepen van de internationale gemeenschap inclusief Nederland, een
forensisch onderzoek ingesteld. De United States Security Coordinator of the Israel-Palestinian
Authority (USSC) heeft hier als onafhankelijke partij toezicht op gehouden.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de effectiviteit van uw diplomatie richting Israël? Erkent u dat
u veel meer kunt doen dan gesprekken voeren en verbale veroordelingen?
Antwoord 5
Het voeren van gesprekken en het veroordelen van gebeurtenissen zijn beproefde instrumenten
in het diplomatieke verkeer. In de kwestie van de dood van Shireen Abu Akleh hebben
oproepen van de internationale gemeenschap inclusief Nederland ertoe bijgedragen dat
Israël een forensisch onderzoek heeft ingesteld.
Dankzij de goede bilaterale relatie is Nederland in staat gesprekken met Israël aan
te gaan ook over gevoelige onderwerpen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.