Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boulakjar en Beckerman over het bericht ‘Onveilige situaties voor 2 op de 5 jonge huurders door wooncrisis: 'Mijn huisbaas weet dat ik nergens anders heen kan'’
Vragen van de leden Boulakjar (D66) en Beckerman(SP) aan Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het artikel «Onveilige situaties voor 2 op de 5 jonge huurders door wooncrisis: «Mijn huisbaas weet dat ik nergens anders heen kan»» (ingezonden 14 september 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
5 oktober 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Onveilige situaties voor 2 op de 5 jonge huurders door
wooncrisis: «Mijn huisbaas weet dat ik nergens anders heen kan»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het ontoelaatbaar is dat verhuurders misbruik maken van de kwetsbare
positie van jonge huurders? Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 2
Ja, die mening deel ik. Daarom vind ik het belangrijk dat huurders beter beschermd
worden en heb ik het wetsvoorstel goed verhuurderschap bij uw Kamer ingediend. Hiermee
introduceer ik een landelijke basisnorm waaraan verhuurders en verhuurbemiddelaars
moeten voldoen. Aanvullend hierop kunnen gemeenten een verhuurvergunning instellen
met aanvullende voorwaarden in gebieden waar de leefbaarheid onder druk staat. Met
dit wetsvoorstel wordt het mogelijk voor gemeenten om harder tegen misstanden, zoals
omschreven in het artikel, op te treden. Ik hoop dat dit wetsvoorstel spoedig door
uw Kamer behandeld wordt.
Vraag 3
Deelt u de mening dat, zolang de Wet goed verhuurderschap nog niet is ingevoerd, huurders
die nu te maken hebben met onveilige situaties op een andere manier geholpen moeten
worden? Zo ja, hoe dan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Huurders kunnen reeds verschillende misstanden melden bij diverse instanties, zoals
de Huurcommissie (huurprijsbescherming en gebreken), de politie (intimidatie) en de
gemeenten (o.a. naleving bouwbesluit). Tegelijkertijd ben ik mij bewust van de drempels
die huurders ervaren om hun recht te halen. Daarom maak ik het met het wetsvoorstel
goed verhuurderschap mogelijk dat gemeenten uit eigen beweging kunnen handhaven in
dergelijke gevallen.
Vraag 4 en 5
Zou er tot de Wet goed verhuurderschap is ingegaan een landelijk meldpunt opengesteld
kunnen worden waar huurders, anoniem, melding kunnen maken van onveilige situaties?
Zo nee, waarom niet?
Kunt u er voor zorgen dat de meldingen die gedaan worden op een landelijk meldpunt
dan ook opgevolgd worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
Het wetsvoorstel goed verhuurderschap regelt dat gemeenten een meldpunt moeten instellen.
Bij dit meldpunt kunnen huurders, maar ook omwonenden of andere betrokkenen (anoniem)
melding maken van ongewenst verhuurgedrag. Het staat gemeenten vrij om ter voorbereiding
op het wetsvoorstel goed verhuurderschap alvast een meldpunt in te richten. Een aantal
gemeenten heeft al een meldpunt ingericht. Omdat ik ernaar streef het wetsvoorstel
goed verhuurderschap op korte termijn in werking te laten treden, zie ik voor de tussenliggende
periode geen meerwaarde in het oprichten van een landelijk meldpunt.
Vraag 6
Kunt u toezeggen dat gemeenten nu al instrumenten krijgen om achter louche verhuurders
aan te gaan, vooruitlopend op de Wet goed verhuurderschap? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Gemeenten zijn reeds bevoegd om toezicht te houden en te handhaven op bouwkundige
zaken zoals brandveiligheid van woningen. Daarnaast kunnen zij handhaven op zaken
zoals overbewoning en verkamering via de huisvestingsverordening. Aanvullende instrumenten
vereisen een wettelijke grondslag en zijn daarom opgenomen in het wetsvoorstel goed
verhuurderschap.
Vraag 7
Bent u bereid te onderzoeken welke uitbreiding van het takenpakket van de laagdrempelige
Huurcommissie nodig is om de rechtspositie van jonge huurders beter te beschermen?
Kunt u uw antwoord nader toelichten?
Antwoord 7
Ik ben van mening dat de rechtspositie van kwetsbare huurders fors versterkt wordt
met het wetsvoorstel goed verhuurderschap. Daarnaast werk ik aan een voorstel voor
het reguleren van de middenhuur. In het kader van deze regulering onderzoek ik hoe
deze huurders ook voor andere geschillen, over bijvoorbeeld servicekosten, onderhoud
of klachten over een gedraging van de verhuurder, toegang tot de Huurcommissie kunnen
krijgen. Ook wordt momenteel de Wet verdere modernisering Huurcommissie en introductie
verhuurderbijdrage geëvalueerd. De resultaten hieruit zullen gebruikt worden om het
wettelijk kader van de Huurcommissie te verbeteren en daarmee huurders beter te beschermen.
Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan uitbreiding van de mogelijkheid om hogere
legeskosten op te leggen bij verhuurders die vaker in het ongelijk worden gesteld
door de Huurcommissie. Ten slotte onderzoek ik hoe huurders verder ontzorgd kunnen
worden, door het woningwaarderingsstelsel en de daaraan verbonden maximale huurprijzen
dwingend te maken.
Vraag 8
Bent u bereid te onderzoeken of het instellen van landelijke huurteams mogelijk is
om (jonge) huurders beter te beschermen en beter te begeleiden? Kunt u uw antwoord
nader toelichten?
Antwoord 8
Ik zie een grote toegevoegde waarde van lokale huurteams voor huurders, omdat deze
huurteams laagdrempelig zijn en een goed inzicht hebben in de lokale situatie ten
aanzien van de volkshuisvesting. Juist om deze reden zie ik geen noodzaak voor een
landelijk huurteam.
Vraag 9
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.