Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kops en Wilders over het bericht Natuur kan nog slechter tegen stikstof, normen moeten mogelijk strenger
Vragen van de leden Kops en Wilders (beiden PVV) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over het bericht «Natuur kan nog slechter tegen stikstof, normen moeten mogelijk strenger» (ingezonden 7 september 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggeling (Natuur en Stikstof) (ontvangen 20 september
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Natuur kan nog slechter tegen stikstof, normen moeten
mogelijk strenger»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat u een rapport in handen hebt, gemaakt onder VN-toezicht, dat stelt dat
de stikstofnormen in Nederland nóg strenger zouden moeten worden? Bent u het hiermee
eens of niet?
Antwoord 2
Het bedoelde rapport betreft «Review and revision of empirical critical loads of nitrogen
for Europe». Zoals de titel aangeeft, gaat het over kritische depositiewaarden voor
stikstof op Europees niveau. Er staan geen uitspraken in over Nederland.
In de berichtgeving is overigens ten onrechte de indruk gewekt dat het gaat om normen.
Normstelling vindt echter plaats door regelgeving, niet door de opstelling van wetenschappelijke
rapporten. In dit geval gaat het dus om de best beschikbare kennis over het niveau
waarboven negatieve effecten van stikstof op de natuur zichtbaar worden.
Vraag 3
Waarop is dit rapport gebaseerd? Op de stikstofcijfers die Nederland – als enige EU-land
– consequent aan de Europese Commissie rapporteert, terwijl dat helemaal niet verplicht
is? Wanneer stopt u daarmee?2
Antwoord 3
De basis voor het genoemde rapport wordt gevormd door alle vanaf 2010 verschenen publicaties
over onderzoeksresultaten op het gebied van stikstofeffecten op natuur. Deze resultaten
zijn verzameld in vele landen en beoordeeld door een team van 43 wetenschappers. Daar
waar nodig, zijn de huidige Europese kritische depositiewaarden (Bobbink & Hettelingh
20113) op basis van deze nieuwe resultaten aangepast.
Het rapport maakt geen gebruik van gegevens over stikstofdepositie in Nederland.
Overigens is het een misverstand dat Nederland aan de Europese Commissie stikstofcijfers
rapporteert. In de berichtgeving is deze indruk gewekt, maar het gaat alleen om rapportages
waarin onder andere wordt vermeld óf stikstof een probleem voor de beschermde natuur
is.
Vraag 4
Klopt het dat, zoals het Algemeen Dagblad bericht, u de scherpere normen overneemt?
Zo ja, waarom? Wat betekent dat concreet voor de boeren?
Antwoord 4
De nieuwe kennis zal toegepast worden op de Nederlandse situatie. Dat vergt een actualisering
van het bestaande rapport van Van Dobben e.a. uit 20124, waarin de voor Nederland relevante kritische depositiewaarden staan. De reden voor
actualisering is dat het nodig is om de best beschikbare kennis te gebruiken ten behoeve
van de bescherming van de natuur door natuur- en stikstofbeleid en de toestemmingsverlening.
Dat volgt ook uit vaste jurisprudentie.
Wat dit concreet voor de boeren betekent, is nog niet te zeggen.
Vraag 5
Hoe verhoudt dit rapport zich tot de gesprekken met de heer Remkes en de afspraak
dat er «gekeken wordt naar de kritische depositiewaarden»?
Antwoord 5
Uit het rapport blijkt dat een deel van de natuur op Europees niveau gevoeliger voor
stikstof is dan uit eerdere onderzoeken was gebleken; wat dat precies voor Nederland
betekent, moet nog blijken.
Het rapport bevestigt de internationale wetenschappelijke consensus dat bij het beoordelen
van de effecten van stikstof op natuur de kritische depositiewaarde een belangrijke
rol moet vervullen.
Dat neemt niet weg dat voor de beoordeling van de kwaliteit van de natuur in Nederland
meer aspecten relevant zijn dan stikstof. Daar gaat het bij de genoemde afspraak om.
Vraag 6
Waar bemoeit de VN zich eigenlijk mee? In opdracht van wie is dit rapport opgesteld?
Antwoord 6
Uit het antwoord op vraag 2 blijkt dat de VN zich niet met de Nederlandse normstelling
voor stikstof bemoeit.
Het rapport is opgesteld als project van het Coordination Centre for Effects. De CCE
is onderdeel van de United Nations Economic Commission for Europe (UNECE), waar Nederland
sinds 1947 lid van is. Deze VN-organisatie faciliteert de uitvoering van de Convention
on Long-range Transboundary Air Pollution (dit verdrag is in 1982 door Nederland geratificeerd).
Het project was onderdeel van het «International Co-operative Programme on Modelling
and Mapping of Critical Levels and Loads and Air Pollution Effects Risks and Trends».
Vraag 7
Bent u ertoe bereid het rapport en uw eigen stikstofbeleid door de shredder te halen
en onze hardwerkende boeren met rust te laten?
Antwoord 7
De resultaten van het rapport worden serieus genomen. Uitvoering van het kabinetsbeleid
inzake stikstof is belangrijk voor een adequate bescherming van de natuur en een duurzame
toekomst van ons land. Daar zijn ook de Nederlandse boeren bij gebaat, ook al zal
dat persoonlijke offers vragen, niet alleen van boeren maar ook van andere burgers
en bedrijven in ons land.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.