Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Boswijk over het scheurverbod in Natura 2000
Vragen van het lid Boswijk (CDA) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Scheurverbod in Natura 2000 versoepeld» (ingezonden 15 juli 2022).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 21 september
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Scheurverbod in Natura 2000 versoepeld»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het artikel uit 2020.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat een uitspraak van de Raad van State ervoor zorgde dat niet-geëxlaveerde
agrarische percelen niet meer buiten de begrenzing voor Natura 2000 vielen, waardoor
ook voor deze gronden het scheurverbod ging gelden?
Antwoord 2
Ja. De betreffende uitspraak is die van 10 februari 2016, waarop het aanwijzingsbesluit
is aangepast met het wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Veluwe van 29 september
2016. Daarmee werd het aanwijzingsbesluit van 11 juni 2014 onder andere op het punt
van de tekstuele exclavering van (kleine) agrarische percelen gewijzigd. Het Natura
2000-besluit van 2014 verving het Vogelrichtlijnbesluit, waarin agrarische percelen
tekstueel waren geëxclaveerd; die exclavering werd daarin overgenomen. Het Habitatrichtlijngebied
(zoals beschermd door plaatsing op de Communautaire Lijst) kende deze exclavering
niet, maar door het besluit van 2014 ging die exclavering ook voor het Habitatrichtlijngebied
gelden. Deze exclavering bleek bij de rechter geen stand te houden. Overigens zijn
met het besluit van 2014 wel alle grotere agrarische locaties expliciet op de kaart
geëxclaveerd; voor deze op kaart geëxclaveerde agrarische percelen geldt het scheurverbod
dus niet.
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat deze gronden allemaal Habitatrichtlijngebied zijn en
daardoor niet in aanmerking komen voor de uitzondering voor Vogelrichtlijngebieden
zoals gesteld in de motie van het lid Boswijk (Kamerstuk 27 429, nr. 390)?
Antwoord 3
Ja. De uitzondering, zoals beoogd met de motie die uitsluitend over Natura 2000-gebieden
op basis van de Vogelrichtlijn gaat, is inderdaad niet van toepassing op de Veluwe
zover het blijvend graslandpercelen betreft.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat op deze gronden een grote wilddruk is van zwijnen en edelherten
met grote schade (het vernielen van de grasmat) tot gevolg en dat de boeren daar niets
aan kunnen doen door het geldende scheurverbod? Hoe verhoudt dit zich tot een goede
landbouwpraktijk?
Antwoord 4
Het is vervelend dat er door zwijnen en edelherten schade kan ontstaan. Het is echter
niet zo dat boeren daar niets aan kunnen doen. In 2016 heeft Wageningen UR hier onderzoek
naar gedaan (WUR rapport: Mogelijkheden om blijvend grasland in Natura 2000-gebieden
te vernieuwen) in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken. Doorzaaien van
grasland is een bruikbare grasland-vernieuwingstechniek waarbij de ondergrond vrijwel
onberoerd blijft (wel lichte grondbewerking) en het zaad direct in of op de bodem
wordt gebracht. De resultaten van doorzaaien zijn bij een goede uitvoering vergelijkbaar
met die van herinzaaien na ploegen, zonder dat er een verstoring van de bodem nodig
is. Dit past binnen de goede landbouwpraktijk.
Vraag 5
Bent u bekend met de uitkomsten van het onderzoek van Wageningen Environmental Research
waarin aangegeven wordt op welke percelen het scheurverbod kan worden opgeheven zonder
dat dit leidt tot negatieve effecten?2
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Wat gaat u doen nu is gebleken dat een flexibilisering van het scheurverbod geen afbreuk
doet aan de eis van de Europese Commissie om het areaal blijvend grasland in Nederland
op zijn minst in stand te houden, wanneer aan de ontheffing van het scheurverbod de
voorwaarde wordt verbonden om opnieuw grasland in te zaaien, waardoor het areaal blijvend
grasland in Nederland in stand blijft en de boer de kwaliteit van zijn grasland herstelt
en kan verbeteren?
Antwoord 6
In de uitwerking van het NSP stel ik een aangepaste invulling voor. Rekening houdend
met onder andere het onderzoek «Beoordeling ecologische en milieueffecten door opheffen
scheurverbod van blijvend grasland in Natura 2000-gebieden: Springendal & Dal van
de Mosbeek en Rijnstrangen», de motie Boswijk (Kamerstuk 27 429, nr. 390) en de doelstelling van GLMC9 (de bescherming van habitats en soorten). Zie ook antwoord
op vraag 8.
Vraag 7
Klopt het dat Nederland zichzelf heeft verplicht om het areaal ecologisch kwetsbaar
grasland in stand te houden door alle graslanden binnen Natura 2000 aan te wijzen
als ecologisch kwetsbaar, terwijl binnen Natura 2000 ook gronden liggen die productiegrasland
zijn en dus niet ecologisch kwetsbaar zijn? Zo ja, wat vindt u hiervan en in hoeverre
is dit ook fout opgenomen in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB)? Bent u bereid
om samen met de sector tot een oplossing te komen, zodat de boeren hun productiegraslanden
productief kunnen houden en Nederland aan haar verplichtingen kan voldoen?
Antwoord 7
Ja, mijn voorganger heeft hier in 2014 toe besloten. Het betreft trouwens niet alle
graslanden binnen Natura 2000, maar de blijvende graslanden en niet de tijdelijke
graslanden. Ik ben bereid om met de invulling van GLMC9 tot een aanpassing te komen.
Zie ook de antwoorden op vragen 6 en 8.
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat de verordening inzake het Nationaal Strategisch Plan (NSP) lidstaten
de ruimte biedt om voor GLMC9 kwetsbare graslanden opnieuw in te tekenen? Kunt u toezeggen
dat u dit in nauw overleg met de belanghebbende boeren gaat doen, zodat gewoon productiegrasland
van het scheurverbod uitgezonderd kan worden?
Antwoord 8
In het nieuwe GLB komt het ploeg- en omzetverbod op aangewezen kwetsbaar blijvend
grasland in Natura 2000-gebieden inderdaad terug als onderdeel van de conditionaliteit
(goede landbouw- en milieuconditie3. Het is mogelijk om opnieuw blijvend grasland aan te wijzen als ecologisch kwetsbaar,
waarvoor dan een ploeg- en omzetverbod gaat gelden. Ik hou daarbij rekening met productiegraslanden
door specifieke voorschriften op te laten nemen in de Natura 2000-beheerplannen ten
aanzien van het scheurverbod. Pas als het NSP door de Europese Commissie is goedgekeurd,
kan ik met zekerheid volledige duidelijkheid geven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.