Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paul en Smals over het bericht 'Jezelf ontdekken in Parijs? Het kan op kosten van de overheid'
Vragen van de leden Paul en Smals (beiden VVD) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Jezelf ontdekken in Parijs? Het kan op kosten van de overheid» (ingezonden 22 augustus 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 september
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Jezelf ontdekken in Parijs? Het kan op kosten van de
overheid»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens dat cursusaanbieders, bijvoorbeeld door gratis reizen en overnachtingen
aan te bieden, misbruik maken van het STimulering Arbeidsmarkt Positie (STAP-)budget?
Antwoord 2
In de STAP-regeling is opgenomen dat alleen kosten die noodzakelijk zijn voor de uitvoering
van een scholingsactiviteit, zoals mogelijke les- en examenkosten, in aanmerking komen
voor subsidiering via het STAP-budget. Niet-noodzakelijke kosten zoals reizen, overnachtingen
of cadeau’s voor deelnemers zijn uitgesloten. De Toetsingskamer STAP ziet toe op de
arbeidsmarktgerichtheid van opleidingen en controleert op basis van signalen en analyses
of opleiders en opleidingen voldoen aan de voorwaarden van STAP. Indien het STAP budget
wordt aangewend voor het bekostigen van niet-noodzakelijke zaken, wordt actie ondernomen.
In eerste instantie zal, met inschakeling van de erkennende organisatie of keurmerk,
de opleider hierop worden aangesproken. Indien dit niet tot de gewenste resultaten
leidt kan een opleider vervolgens uit het scholingsregister verwijderd worden en er
kan een proces tot terugvordering worden gestart. Ook de erkennende organisatie kan
besluiten om de erkenning of het keurmerk in te trekken. Tevens kan er bij vermoedens
van misbruik en oneigenlijk gebruik een strafrechtelijk onderzoek in gang worden gezet.
Vraag 3 en 6
Heeft u signalen ontvangen over misbruik en oneigenlijk gebruik van het STAP-budget
door cursusaanbieders en zo ja, wat heeft u vervolgens hiertegen gedaan? Wat doet
u om de kwaliteit en aansluiting op de arbeidsmarkt van opleidingen die betaald zijn
vanuit het STAP-budget, te controleren?
Welke stappen heeft u ondernomen, of bent u van plan te ondernemen om misbruik en
oneigenlijk gebruik van het STAP-budget tegen te gaan?
Antwoord 3 en 6
Op basis van signalen uit eigen analyses, van de uitvoeringsorganisaties, van STAP-deelnemers
en uit de media wordt getoetst of opleidingen in het scholingsregister voldoen aan
de voorwaarden van het STAP-budget. Daarnaast controleert de erkennende organisatie
of het keurmerk op de kwaliteit van de opleider en de opleiding. Opleiders die zich
niet aan de voorwaarden van het STAP-budget houden, worden – eventueel met inschakeling
van de erkenning – verzocht om opleidingen zelf uit het scholingsregister te verwijderen.
Als dat niet gebeurt, dan wordt de opleider (tijdelijk) uit het scholingsregister
verwijderd en kan subsidie teruggevorderd worden. Ook kan de erkennende organisatie
besluiten om de erkenning of het keurmerk in te trekken.
In het scholingsregister STAP staan op dit moment ruim 60.000 opleidingen. De Toetsingskamer
STAP heeft bij opleiders verzocht om al meer dan 2.000 opleidingen te verwijderen.
Het ging hierbij niet altijd om kwade opzet, maar veelal om onzorgvuldigheid van de
opleider. Daarnaast zijn naar aanleiding van onderzoek van de Toetsingskamer enkele
keurmerken van opleiders ingetrokken.
Bij vier opleiders is geen gehoor gegeven aan het verzoek van de Toetsingskamer om
opleidingen die niet aan de voorwaarden van STAP voldoen te verwijderen. Deze opleiders
hebben inmiddels het bericht ontvangen dat hun opleidingen zijn aangemerkt als oneigenlijk
gebruik van de regeling. Daarom wordt er nu overgegaan tot een voornemen tot verwijdering
van de opleider uit het scholingsregister. Dit betekent dat de desbetreffende opleiders
geen subsidie ontvangen en zij worden verwijderd indien zij niet de gewenste aanpassingen
doorvoeren. De ruim 3.300 aanvragers die een aanvraag hebben ingediend voor de aangemerkte
opleidingen krijgen de mogelijkheid om hun aanvraag aan te passen naar een opleiding
die wel voldoet aan de voorwaarden van de regeling. Bij twee opleiders loopt er nog
een onderzoek naar oneigenlijk gebruik en zijn de aanvragen on-hold gezet tot er meer
duidelijkheid is. Dit onderzoek zal eind september worden afgerond.
Vraag 4 en 5
Beoordelen de aangesloten keurmerken ook of een aanbieder «value for money» biedt?
Vindt u dat dit een zwaarwegende factor zou moeten zijn? Wat gaat u doen om dit (beter)
te borgen?
Hoe voorkomt u een wildgroei van cursussen met weinig inhoudelijke kwaliteit of toegevoegde
waarde die voor een bedrag net onder de grens van € 1.000 worden aangeboden?
Antwoord 4 en 5
De aangesloten keurmerken zien vooral toe dat het onderwijs dat in aanmerking komt
voor het STAP-budget van kwaliteit is. Indien er signalen bij de Toetsingskamer binnenkomen
over de kwaliteit van een opleiding of opleider dan zal dit gedeeld worden met het
keurmerk. Het keurmerk kan vervolgens een onderzoek opstarten die mogelijk als gevolg
heeft dat het keurmerk van de desbetreffende opleider wordt ingetrokken.
De prijzen die worden aangeboden via het STAP-budget moeten daarnaast overeenkomen
met de prijs op de reguliere markt. Ik vind het van groot belang dat hier scherp op
wordt toegezien, vooral richting de aanvragers en de grote groep opleiders die zich
hier wel aan houden. De Toetsingskamer STAP ziet toe op niet-marktconforme prijsontwikkeling
en zal bij misstanden hier tegen optreden, zoals het verwijderen van de opleider uit
het scholingsregister.
Vraag 7
Bent u het eens dat gezien de huidige praktijken het verstandig zou zijn om de regeling
al na dit jaar tussentijds te evalueren en eventueel aan te passen, zodat misbruik
en oneigenlijk gebruik van het STAP-budget zoveel mogelijk voorkomen kan worden? Wilt
u de Kamer op de hoogte houden van de stappen die u in dit kader zet?
Antwoord 7
Ik ben het eens dat misbruik en oneigenlijk gebruik te allen tijde bestreden dient
te worden en er continu moet worden gezocht naar manieren om misbruik en oneigenlijk
gebruik terug te dringen. Om die reden zal er na een jaar een invoeringstoets worden
uitgevoerd waarin ook wordt gekeken naar de maatregelen om misbruik en oneigenlijk
gebruik tegen te gaan. Maar ook nu al zitten we er bovenop om de werking van de regeling
in de gaten te houden om ongewenst gebruik van de regeling tegen te gaan. De processen
van de Toetsingskamer worden continu aangescherpt en de uitwisseling van signalen
tussen ketenpartijen verbeterd. Enerzijds om de kwaliteit van opleidingen te borgen,
en anderzijds om uitwassen tegen te gaan waar ook de grote groep opleiders die wél
goed werk verrichten last van hebben.
Verder worden de resultaten na ieder tijdvak geanalyseerd en worden signalen voor
nader onderzoek doorgezet aan Toetsingskamer. De resultaten en de analyse zullen voortaan
na ieder aanvraagtijdvak openbaar worden gemaakt. Tot slot, wordt er dit najaar gestart
met de uitgebreide evaluatie van de regeling waarvan de eerste resultaten in 2024
worden verwacht.
Vraag 8
Bent u bekend met het artikel «Duizenden in de digitale wachtrij voor scholing, met
zorgmedewerkers vooraan»?2
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Onderschrijft u de stelling dat het STAP-budget naast het bijdragen aan individuele
ontwikkeling en ontplooiing ook een overkoepelend collectief belang kan dienen waar
de samenleving als geheel baat bij heeft? Bent u het in dat licht eens dat het STAP-budget
een belangrijke rol heeft in het opleiden voor kraptesectoren zoals zorg, onderwijs
en techniek? Wat gaat u doen om dit, beter dan nu het geval is, te borgen?
Antwoord 9
De invoering van het STAP-budget heeft een overkoepelend collectief belang waar de
samenleving als geheel baat bij heeft. Dat merken we nu al, gezien de doelgroepen
die de regeling bereikt ten opzichte van de fiscale aftrek van scholingskosten. Meer
dan de helft van de ruim 160.000 aanvragen heeft een mbo4-achtergrond, ongeveer een
vijfde heeft een tijdelijk contract, meer dan 15 procent werkt als zzp’er en een op
de vijf is op zoek naar werk.
Door de laagdrempeligheid en de regie op de eigen loopbaan, die iemand via het STAP-budget
heeft, wordt gestimuleerd dat mensen nadenken over hun eigen ontwikkeling en inzetbaarheid.
Hierdoor wordt er bijgedragen aan de totstandkoming van een leercultuur waar eigen
ontwikkeling en duurzame inzetbaarheid als vanzelfsprekend wordt gezien. In de huidige
arbeidsmarkt is het ook van belang dat mensen zich blijven ontwikkelen. Het STAP-budget
kan hier aan bijdragen doordat mensen nieuwe kennis en vaardigheden opdoen en hierdoor
meer voldoening en werkplezier uit hun eigen werk halen. Daarnaast draagt het bij
het verbeteren van de eigen arbeids- en inkomenspositie en draagt het bij aan het
voorkomen van werkloosheid door veroudering van kennis en vaardigheden.
Het inperken van het scholingsaanbod richting tekortsectoren, is in algemene zin mogelijk
en kan daar aan bijdragen, maar zal ten koste gaan van de keuzevrijheid en de motivatie
bij mensen om zich verder te blijven ontwikkelen. Het STAP-budget volgt daarbij de
fiscale aftrek van scholingskosten waarbij er geen sprake was van het inperken van
het scholingsaanbod. De beschikking over het STAP-budget kan mensen motiveren zich
te blijven ontwikkelen en draagt bij aan eigen regie op iemands loopbaan. Dat betekent
dat er in principe een breed aanbod aan opleidingen beschikbaar is, mits de kwaliteit
van de opleider en opleiding voldoen. Het ligt dan ook meer voor de hand om middelen
gericht in te zetten om specifieke groepen extra te ondersteunen. Zo zal ik u in de
loop van deze maand verder informeren over de invulling van 4 x € 125 miljoen uit
het coalitieakkoord voor leerrechten.
Een bijkomende reden om het STAP-budget niet te richten op specifieke sectoren is
dat de huidige krapte op de arbeidsmarkt zich niet beperkt tot sectoren zorg, onderwijs
en techniek. Een gerichte inzet van het STAP-budget voor omscholing naar een bepaalde
sector leidt dus tot meer krapte in een andere sector. Tot slot, zijn er al diverse
instrumenten ingezet om scholing richting kraptesectoren te faciliteren zoals het
ontwikkelen van een passend aanbod voor bij- en omscholing binnen het mbo en hbo,
en de omscholingsregeling voor kansrijke beroepen.3
Vraag 10 en 11
Bent u van plan gehoor te geven aan de oproep van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV) om meer te differentiëren naar doelgroep en kraptesectoren en zo ja, hoe wilt
u dit gaan doen en op welke termijn?
Bent u bereid de subsidieregeling aan te passen zodat aanvragen voor omscholing naar
tekortsectoren voorrang krijgen bij het verstrekken van het STAP-budget en zo ja,
op welke termijn wilt u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10 en 11
Er is bewust voor gekozen om het STAP-budget voor een brede doelgroep en een ruim
aanbod aan scholingsactiviteiten beschikbaar te stellen om de eigen regie op de loopbaan
te versterken. Het kabinet kiest er voor om naast een budget voor de gehele beroepsbevolking,
in lijn met het principe van leerrechten, extra middelen beschikbaar te stellen voor
mensen die minder initiële scholing hebben gevolgd. Via het uitvoeringssysteem van
STAP kunnen de middelen al in de loop van 2023 worden ingezet voor deze doelgroep.
Binnenkort zal uw Kamer een brief ontvangen over de beleidslijnen Leven Lang Ontwikkelen
waarin ook wordt ingegaan op de invulling van de vier keer € 125 miljoen uit het coalitieakkoord
voor invulling van leerrechten. Het aantal sectoren met tekorten verandert daarnaast
regelmatig. Om hier inzicht in te krijgen, kan er gebruik gemaakt worden van verschillende
instrumenten, zoals de leerwerkloketten en het instrument Beroepen met veel kans op
werk (DAMA) van het UWV.4 Op basis van deze informatie kan het STAP-budget vervolgens aangewend worden voor
een opleiding richting een tekortsectoren.
Zoals eerder aangegeven is het STAP-budget een lerende regeling, die gaandeweg wordt
aangepast en de Toetsingskamer kijkt kritisch naar welke opleidingen in aanmerkingen
komen voor STAP. Het verder richten of voorrang geven aan scholing is in principe
mogelijk maar zal ten koste gaan van de eigen regie en motivatie, die ik juist als
belangrijk acht voor het succes van het STAP-budget. Ik wil daarom de uitkomsten van
de Invoeringstoets afwachten waar stil zal worden gestaan bij het bereik van doelgroepen
en bepaalde sectoren. Als de uitkomsten daarvoor aanleiding geven, kunnen de bestaande
middelen en de middelen uit het coalitieakkoord nog verder worden gericht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.