Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Palland en Van den Berg over de STAP-subsidie in relatie tot kwakzalverij en dropshopping
Vragen van de leden Palland en Van den Berg (beiden CDA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de STAP-subsidie in relatie tot kwakzalverij en dropshopping (ingezonden 16 augustus 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 15 september
2022).
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van het bericht (26 juli 2022) van de Vereniging tegen de Kwakzalverij
inzake het STimulering Arbeidsmarkt Positie (STAP)-budget?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt de berichtgeving dat STAP-subsidie ingezet kan worden voor diverse opleidingen
met een «therapeutisch» karakter, zoals o.a. aura- en chakra-healing, magnetiseren,
reiki-master of darmtherapeut?
Antwoord 2
Voor het STAP-budget is een breed aanbod aan scholingsactiviteiten beschikbaar, mits
ze voldoen aan kwaliteitseisen en arbeidsmarktgericht zijn. De kwaliteit van het opleider
en opleiding wordt gegarandeerd door de controle van erkennende organisaties en keurmerken.
De Toetsingskamer STAP ziet toe op de arbeidsmarktgerichtheid van opleidingen en controleert
op basis van signalen en analyses of opleiders en opleidingen voldoen aan de voorwaarden
van STAP. Opleiders die zich niet aan de voorwaarden houden, worden uit het scholingsregister
verwijderd.
Door middel van het STAP-budget heeft iedereen met een band met de Nederlandse arbeidsmarkt
de beschikking over een eigen leer- en ontwikkelbudget, dat mensen kan motiveren zich
te blijven ontwikkelen en dat bijdraagt aan eigen regie op iemands loopbaan. Inherent
aan het ondersteunen van de eigen regie is dat iemand zelf kan kiezen welke scholing
het beste past. Het aanbod in het scholingsregister bestaat uit opleidingen die gericht
zijn op de ontwikkeling van persoonlijke vaardigheden maar ook op de ontwikkeling
van beroepsgerichte vaardigheden en kennis. Dat betekent dat in principe alle opleidingen
gericht op (legale) beroepen op de arbeidsmarkt in aanmerking kunnen komen voor het
STAP-budget, mits de kwaliteit van de opleider en opleiding voldoet. Opleidingen met
een therapeutisch karakter komen ook in aanmerking. Uiteraard is scholing gericht
op verboden beroepen uitgesloten.
Het is begrijpelijk dat er kritisch gekeken wordt naar welke beroepsgerichte scholing
in aanmerking komt voor publieke financiering en dat er twijfels worden geuit over
de wenselijkheid van scholing richting omstreden beroepen. Het STAP-budget is in lijn
met de systematiek van de fiscale aftrek scholingskosten, waarbij geen sprake was
van het inperken van het scholingsaanbod. Het STAP-budget is een lerende regeling,
die gaande weg wordt aangepast en verder wordt gericht. Het gebruik van de STAP-regeling,
waaronder opleidingen gericht op beroepen met een «therapeutisch» karakter, wordt
nauwgezet gemonitord. Eén jaar na inwerkingtreding wordt tevens de Invoeringstoets
uitgevoerd, waarbij in beeld wordt gebracht of de regeling functioneert zoals beoogd.
De uitkomsten van de Invoeringstoets zullen aan het eind van het eerste kwartaal van
2023 gedeeld worden met uw Kamer.
Vraag 3
Kunt u aangeven of van deze therapieën de effectiviteit bewezen is? Is dat, «bewezen
effectiviteit», randvoorwaarde voor het erkennen van opleidingen tot hypnosetherapeut,
bach-bloesemtherapeut of handoplegger et cetera en toegang tot STAP-subsidie voor
deze opleidingen?
Antwoord 3
Er zijn geen restricties in Nederland die beroepen in de alternatieve geneeswijzen
verbieden. Daarnaast is er vraag naar dit soort therapieën, hetgeen de opleidingen
arbeidsmarkrelevant maakt. Er is om deze reden geen onderscheidend criterium op basis
waarvan dit soort opleidingen uitgesloten kunnen worden van het scholingsregister
STAP.
Vraag 4
Klopt het dat ook STAP-subsidie beschikbaar is voor het volgen van een cursus van
(een) influencer(s) inzake e-commercie waarmee ondernemen/handel via dropshipping
wordt gepromoot?2
Antwoord 4
De opleiding die genoemd wordt in het artikel was niet in het bezit van een erkenning
of keurmerk dat toegang geeft tot STAP en dit gaat in tegen de voorwaarden van de
erkennende organisatie, keurmerken en brancheorganisaties en de STAP-regeling. Daarmee
komt de opleiding niet in aanmerking voor het STAP-budget. Bij verdenking dat opleiders
met erkenning of keurmerk, al dan niet tegen betaling, opleidingen van opleiders zonder
keurmerk of erkenning opnemen in het scholingsregister en leidt tot verwijdering van
de opleider uit het scholingsregister.
Vraag 5 en 6
Kunt u toelichten hoe (het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) vaststelt
dat), voor mensen die dit soort opleidingen (als bedoeld bij de vragen onder 3 en
4) gesubsidieerd vanuit de overheid volgen, het arbeidsmarktperspectief structureel
verbetert? Zijn daar resultaten van?
Bent u van mening dat de arbeidsmarktrelevantie van deze opleidingen bewezen is en
dergelijke opleidingen bijdragen aan duurzame toeleiding naar (de meest nijpende kraptesectoren
van) de arbeidsmarkt?
Antwoord 5 en 6
Veel van de dropshipping opleidingen zijn vooral gericht om op een snelle manier geld
te verdienen, zonder daarbij oog te hebben voor de risico’s die deze methode met zich
meebrengt. Op een snelle manier veel winst maken is daarbij de focus en het gaat niet
zozeer om het aanleren van nieuwe vaardigheden of skills, die structureel kunnen bijdragen
aan het verbeteren van het arbeidsmarktperspectief of opleiden voor een bepaald beroep.
Deze opleidingen voldoen daarom niet aan de voorwaarden van het STAP-budget.
Zo lang er op de arbeidsmarkt vraag is naar beroepen in de alternatieve geneeswijzen
en therapieën, kan omscholing naar die beroepen niet anders worden aangemerkt dan
arbeidsmarktgericht in de zin van de STAP-regeling. Dit zou uiteraard veranderen in
het geval specifieke beroepen verboden zouden worden.
Er is voor gekozen om het STAP-budget voor een brede doelgroep en een ruim aanbod
aan scholingsactiviteiten beschikbaar te stellen om de eigen regie op de loopbaan
te versterken. Door de laagdrempeligheid van het STAP-budget wordt gestimuleerd dat
mensen gaan nadenken over hun eigen ontwikkeling en inzetbaarheid, waardoor er wordt
bijgedragen aan de totstandkoming van een leercultuur waar dit als vanzelfsprekend
wordt gezien. Dat het STAP-budget uiteenlopende groepen op de arbeidsmarkt weet te
bereiken laat zien dat drempels voor het aanvragen van publieke financiering en het
volgen van scholing zijn weggenomen. Meer dan de helft van de ruim 160.000 aanvragers
van STAP heeft maximaal een mbo4-diploma, ongeveer een vijfde heeft een tijdelijk
contract, meer dan 15 procent werkt als zzp’er en een op de vijf is op zoek naar werk.
Het STAP-budget is nu in de basis neergezet maar biedt vele mogelijkheden om verder
aan te scherpen en te richten. De regeling (of gedeelten van de regeling) kan verder
worden gericht op specifieke arbeidsmarktdoelen of doelgroepen door middelen te reserveren.
Daarnaast kunnen er ook nog verdere keuzes worden gemaakt welke opleidingen in aanmerking
zouden moeten komen. Het verder richten of voorrang geven aan scholing is in principe
mogelijk, maar zal ten koste gaan van mogelijkheden voor eigen regie, die ik juist
belangrijk acht voor de motivatie van mensen om zich te ontwikkelen. Er zijn al diverse
instrumenten ingezet om scholing richting kraptesectoren te faciliteren zoals het
ontwikkelen van een passend aanbod voor bij- en omscholing binnen het mbo en hbo,
en de omscholingsregeling voor kansrijke beroepen.3 Bij het onderzoek in het kader van de Invoeringstoets bij STAP, zal het gebruik van
opleidingen en het bereik van sectoren en doelgroepen in beeld gebracht. Op dat moment
zal worden bezien hoe STAP meer gericht ingezet kan worden.
Vraag 7
Zijn deze opleidingen opgenomen in het Scholingsregister?
Antwoord 7
Zoals in het antwoord op vraag 4 aangegeven is de betreffende opleider die een opleiding
dropshipping aanbiedt, niet in het bezit van een erkenning of keurmerk. Zoals in het
antwoord op vraag 2 is aangegeven zijn opleidingen gericht op alternatieve geneeswijzen
niet uitgesloten zolang de betreffend beroepen niet verboden zijn, de opleider is
erkend of in het bezit van een keurmerk is en de opleider en opleiding voldoen aan
de voorwaarden van het STAP-budget. Op dit moment zijn er opleidingen gericht op therapeutische
beroepen opgenomen in het scholingsregister STAP.
In het Scholingsregister zijn momenteel 60.000 opleidingen opgenomen en opleiders
kunnen voortdurend tot het laatste moment nog opleidingen opvoeren in het Scholingsregister.
Opleiders hebben zelf de verantwoordelijkheid om te kijken of hun scholingsactiviteiten
voldoen aan het afwegingskader arbeidsmarktgerichtheid. De Toetsingskamer STAP ziet
toe op de arbeidsmarktgerichtheid van opleidingen en controleert op basis van signalen
en analyses of opleiders en opleidingen voldoen aan de voorwaarden van STAP, en er
sprake is van misbruik en oneigenlijk gebruik. Het kan dus voorkomen dat er opleidingen
zijn opgenomen in het Scholingregister waar de Toetsingskamer nog naar moet kijken.
Bij opleiders die niet voldoen aan de voorwaarden, kan subsidie teruggevorderd worden
en kunnen deze opleiders worden verwijderd uit het Scholingsregister. De processen
van de Toetsingskamer worden continu aangescherpt en de uitwisseling van signalen
tussen ketenpartijen verbeterd. Enerzijds om de kwaliteit van opleidingen te borgen,
en anderzijds om uitwassen tegen te gaan waar ook de grote groep opleiders die wél
goed werk verrichten last van hebben.
De Toetsingskamer STAP heeft opleiders verzocht om al meer dan 2.000 opleidingen te
verwijderen. Het ging hierbij niet altijd om kwade opzet, maar veelal om onzorgvuldigheid
van de opleider. Daarnaast zijn naar aanleiding van onderzoek van de Toetsingskamer
enkele keurmerken van opleiders ingetrokken.
Bij vier opleiders is geen gehoor gegeven aan het verzoek van de Toetsingskamer om
opleidingen die niet aan de voorwaarden van STAP voldoen te verwijderen. Deze opleiders
hebben inmiddels het bericht dat hun opleidingen zijn aangemerkt als oneigenlijk gebruik
van de regeling. Daarom wordt er nu overgegaan tot een voornemen tot verwijdering
uit het scholingsregister. Dit betekent dat de desbetreffende opleiders geen subsidie
ontvangen en worden de opleiders verwijderd indien zij niet de gewenste aanpassingen
doorvoeren. Deelnemers die een aanvraag hebben ingediend voor de aangemerkte opleidingen
krijgen de mogelijkheid om hun aanvraag aan te passen naar een opleiding die wel voldoet
aan de voorwaarden van de regeling. Bij twee opleiders loopt er nog een onderzoek
naar oneigenlijk gebruik en zijn de aanvragen on-hold gezet tot er meer duidelijkheid
is. Dit onderzoek zal eind september worden afgerond.
Vraag 8
Voldoen deze opleidingen aan het toetsingskader zoals opgenomen in de STAP-regeling?5 Heeft de Toetsingskamer STAP hier expliciet naar gekeken?
Zo ja, bent u voornemens dit toetsingskader aan te scherpen zodat dit soort opleidingen
niet langer onder de STAP-regeling vallen c.q. aanvragen voor STAP-subsidie hiervoor
geweigerd kunnen worden?
Antwoord 8
Toelating tot het scholingsregister verloopt in eerste instantie via erkennende organisaties,
keurmerken en brancheorganisaties. Het genoemde toetsingskader betreft een kader op
basis waarvan de toelating van nieuwe erkennende organisaties, keurmerken en brancheorganisaties
tot het scholingsregister STAP kan plaatsvinden.Dit kader stelt kwaliteitscriteria
die met name betrekking hebben op de inrichting van het onderwijs, zoals de financiën
en administratie, waaraan de erkennende organisaties moeten voldoen. De Toetsingskamer
controleert of keurmerken voldoen aan het toetsingskader en of ze toegelaten kunnen
tot het scholingsregister. Zodra een erkennende organisatie in aanmerking komt voor
het STAP-budget, zijn zij verantwoordelijk voor de controle op de kwaliteit van de
opleiders en opleidingen die op basis van hun erkenning zijn toegelaten tot het scholingsregister.
Vraag 9
Heeft u al gereageerd richting de Vereniging tegen de Kwakzalverij? Zo ja, kunt u
ons over de strekking van uw reactie informeren? Zo nee, bent u bereid dit alsnog
te doen?
Antwoord 9
Op dit moment wordt er gewerkt aan een reactie richting de Vereniging tegen Kwakzalverij.
Deze reactie zal in grote lijn vergelijkbaar zijn met de antwoorden in vraag 2 en
3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.